Rustig door Roemenië

(en Bulgarije)


We trekken door de Balkan als we op weg zijn naar Griekenland. Voor het eerst komen we in Roemenië. We zakken langs de westgrens naar beneden en gaan daarna via Bulgarije naar ons einddoel.


Vrijdag 12 juli

De camper zwoegt een steile berghelling op. De brandende zon staat hoog aan de hemel. Het is warm. Bovenop is een kleine parkeerplaats. Nog enkele trappen scheiden ons van het kasteel van Boldogko. Ook in Hongarije werden kastelen bovenop een berg gebouwd, tenminste als die beschikbaar waren. Hier wel, en dit exemplaar staat op een stevige puist.

Voordat we actie ondernemen, gaan we genieten van het mooie weer en het geweldige uitzicht. Met de stoelen voor de camper hebben we een fantastische plek. Ondertussen wordt het steeds drukker op de bergtop. Ook Hongarije heeft vakantie. Uiteindelijk bewegen we ons richting kasteel. Het is op een rotspunt gebouwd wat goed is te zien. Een fraaie ronde trap verschaft de toegang naar de poort. We laten het echter bij een externe bezichtiging.

Met mijn ogen strak op het wegdek, rijden we dieper het land in. Het is een flinke herrie. Alles rammelt doorelkaar. De kunst is de grootste gaten te ontwijken. De snelheid laag, slingerend van middenas naar wegberm, weten we een wat begaanbaardere weg te bereiken. Na een tijdje is het landschap vlak. Geen heuvel, laat staan berg, meer te bekennen. De akkers staan vol met producten. Vele velden staan vol met zonnebloemen. De mais staat al twee meter hoog en boeren zijn druk met de graanoogst. Ook hier trekken moderne, zware tractoren diverse machines over het land. Alleen op de verkeersborden zien we nog paard en wagen.

We passeren Debrecen. Hier staat in het centrum een standbeeld van Michiel de Ruiter. Tijdens een zeeslag met een Spaanse vloot heeft onze nationale held van weleer zeventien Hongaarse dominees uit de handen van de vijand gered. De dankbaarheid hiervoor heeft geleid tot een eeuwige beeltenis in steen.

Aan het eind van de middag staan we voor de Roemeense grens. Tot mijn verbazing worden vrachtwagens in een lange rij stil gezet en onderworpen aan een controle. Ook wij moeten de paspoorten tonen. Hoezo EU?

In het centrum van Oradea weten we een parkeermogelijkheid en zo staan we voor een keer midden in de drukte. Wel prachtig langs een rivier met ooit statige gebouwen als achtergrond. Ze missen enig onderhoud.

Zaterdag 13 juli

Boeren van Roemenië houden veel van hun koeien en de koeien houden veel van de boer. Hij vindt het dan ook niet nodig om de beesten achter een draadje te zetten. De koe is zo gehecht, die loopt niet weg. Even na Oradea staan wij midden op de weg dan ook oog in oog met een zwartbonte terwijl de rest van de vriendinnen gezellig op een open perceeltje staat. Als de koppel groter wordt, krijgt onze agrariër enig wantrouwen. Hij huurt dan een mannetje in die de hele dag toezicht houdt op de kudde: ‘dat ze geen domme dingen doen, zeg maar’

Bij het wegrijden zien we het prachtige centrum van Oradea. Een groot plein wordt omzoomd met de meest prachtige gebouwen die uitstekend zijn onderhouden. Het kan dus wel. Op weg naar Arad blijft het landschap plat. Ook hier veel zonnebloemen en maisvelden. Arad en Timosoara zijn best grote steden maar aan een rondweg zijn de Roemeense wegenbouwers nog niet toegekomen. We moeten dus dwars door deze steden. Zo zie je ook nog wat.

Je kunt de historie eraan teruglezen. Het centrum is fraai, met mooie maar niet altijd even goed onderhouden gebouwen. In de ring eromheen staan haveloze flatgebouwen, zonder een greintje fantasie. Deze zijn vaak nog deels bewoond. In de buitenring tref je mooie woonwijken aan met ruime villa’s en fraaie architectonische flatgebouwen. Hier ook zijn de industriegebieden met fonkelnieuwe panden van vaak internationaal opererende organisaties. We zien ook prachtige kantoorpanden, speels gebouwd met vaak kunstzinnige objecten. Kortom van een roemrijke historie, via het socialisme/communisme naar de vrije, moderne westerse tijd.

Bij Sag weten we een vrij groot natuur/recreatie terrein op een rivieroever. We parkeren de camper midden op dit veld. Het is rond de 25 graden, geen wind en een mat zonnetje. Het betekent onze eerste volle middag in buiten. We dwalen wat over het terrein en zien dat de lokale bevolking dankbaar gebruik maakt van wat de natuur hen biedt. Bij de rivier staan groepjes auto’s terwijl de inzittenden op het strand zich vermaken.

De rit van morgen is ook in Roemenië. ‘s Avonds hopen we aan de Donau te staan.

Zondag 14 juli

Hoog zijn onze verwachtingen. We hebben net geparkeerd op een groot terrein wat al behoorlijk vol staat. Kosten 20 Lei maar 5 euro mag ook. Een grote stroom mensen gaat het voetpad op langs de weg. We worden automatisch meegezogen. Het lijkt wel kermis. Een hele rij kramen bieden lekkernijen aan, een enkele probeert het met sieraden en speelgoed. Ze doen vandaag goede zaken.

Langs ons looppad ruist een rivier met ons mee. We zijn nu bijna bij de waterval ‘Bigar Falls’. Als half Roemenië er voor uitloopt dan moet het wel een en al spektakel zijn. Aan de overkant sijpelt water naar beneden langs een met groene mos bedekte rots. Het publiek staat stil en maakt foto’s, Vanaf de weg of vanaf de speciaal gebouwde balustrade die wat lager hangt.

Verder komen wordt lastig want er staat een groot hek met een in uniform gestoken kassier. Tegen betaling van entree krijg je de echte sensatie te zien; een grote waterval en een grot. Ook hier kan met de euro worden afgerekend. Na een bocht valt het water in drie stralen wel twee meter naar beneden. Een lange trap nodigt ons uit. Een bordje verklapt dat bovenaan zich de grot bevindt. We wagen het erop. Het laatste stukje vraagt enige vaardigheid. Een aangebrachte leuning biedt houvast als je via een rots met wat spleten omhoog klimt.

De grot is een bescheiden holte in de berg. Wij vragen ons in alle ernst af wat de Roemenen hier bijzonder aan vinden. Ga eens in Zwitserland kijken!

 

Vandaag rijden we een ander landschap binnen. Glooiingen worden heuvels en heuvels worden bergen. We gaan in haarspeld omhoog. Bovenin is het mistig omdat we in de wolken zijn. We rijden op een niet al te beste weg. Het is een lappendeken aan reparaties en nog is het lang niet klaar. Maar voor een slechte weg is hij eigenlijk nog best goed.

Voor de nacht parkeren we in Eselnita. Een dorpje aan de Donau. We staan aan een ruime bocht van de rivier met uitzicht op de bergen van Servië. ‘s Avonds loop ik met Hanna door het dorpje. De bewoners zijn erg aardig en zeggen: ‘Bonne serra’. Dat is Italiaans voor ‘goedenavond’ maar kennelijk ook in het Roemeens.

Maandag 15 juli

Via een tolbrug rijden we de Donau over. We zijn in Bulgarije. Bij het eerste brandstofstation koop ik een elektronisch vignet voor de Bulgaarse wegen. De bediende wijst op een apparaat. Daar kan ik zelf gegevens invoeren en mijn bankpas. Na een tijdje rolt er een betalingsbewijs uit en ben ik € 15,— lichter. Ik voer met het ding een experiment uit. De reiswagen heb ik aangeduid als < 3500 kg. Hij is sinds kort een tikkeltje zwaarder, ook op het kentekenbewijs. Vraag: kom ik ermee weg?

Bulgarije is een mooi gevarieerd land om door te rijden. Bergachtig met veel groen zonder dat er sprake is van zware bebossing. De velden liggen over een sterk heuvelend terrein en worden vooral door de landbouw gebruikt. Heel veel zonnebloementeelt, naast granen en mais. In de verste verten is geen koe te bekennen op het eerste stuk naar Montana.

Maar wat een verlaten streek! We passeren grote fabriekscomplexen die er als een ruïne bijliggen. We zien vooral onbewoonde huizen die door de tand des tijds dat ook zullen blijven. We komen door dorpen waar slechts een paar huizen worden bewoond. Op de weg is het niet druk. Wel is het doorlopend klimmen en dalen.

In de loop van de middag stoppen we met rijden en zoeken in Montana een plek. Bij de spoorbaan is een leeg parkeerterrein waar we gaan staan. Als we om ons heen kijken zien we slecht verzorgde panden. De verf is afgebladderd. Stucwerk is haveloos. Ijzerdelen zijn verroest. Veel onkruid langs de wegen. Wel is er veel verkeer. De meeste auto’s zijn overjarige modellen. We vermoeden dat deze massaal worden geïmporteerd uit het Westen waar ze zijn afgedankt. Land van herkomst is soms nog te zien aan een landsticker. Soms ook aan de plaats van het stuur.

We struinen door het centrum. Saaie, haveloze gebouwen overheersen het straatbeeld. Wel zijn er leuke voetgangerspaden aangelegd. Ook zijn er meerdere parken waar fonteinen vrolijk proberen water omhoog te spuiten.

In een kleine supermarkt, waar werkelijk van alles te koop is, scoren we een paar broden nadat we wat Bulgaarse Lev uit een automaat hadden gehaald. Het is vrij warm maar ‘s avonds druilert het een lange tijd.