herfst 2019

Het is herfst. Hoewel een camper altijd op pad kan, betekent dit voor ons dat de tijd om te reizen weer inkort. In de wintermaanden zijn we meestal thuis en de reiswagen staat geschorst in de stalling. Wel gaan we nog een herfstreis maken. In eigen land zijn volop mogelijkheden en deze tijd is heel geschikt om waardevolle plekken te bezoeken.

 

Vooral bosachtige omgevingen zijn prachtig om door te rijden. Het is de tijd van de warme kleuren en de bomen laten hun vruchten vallen, zodat de grond is bezaaid met eikels en kastanjes. In de wondere wereld van de schimmels is veel te beleven. Paddenstoelen verschijnen en geuren hun omgeving.

 

Friesland heeft meren maar ook bossen. Zo zit je aan de waterkant en zie je tjalken tegen de wind in kruisen om daarna te dwalen door lange lanen van een eeuwenoud woud. Vanuit de historie zijn er elf steden, ieder met een eigen verhaal. Sommige zijn niet meer gegroeid sinds Grutte Pier, andere zijn ontwikkeld tot grote plaatsen waar cultuur en vermaak voor handen zijn. Wij willen ze zien, alle elf. Eind oktober maken we de tocht der tochten. Met de camper, dat dan wel.

 

Het routeboek laat de verwachte doorkomst-tijden zien:

Routeboek Elfstedentocht
PDF – 3,4 MB 450 downloads

Maandag 14 oktober

‘Van harte gefeliciteerd’. Marge straalt. Voor acht uur ‘s morgens komen de gelukswensen al binnen. Dan gaat het snel. Al jasaantrekkend verdwijnen de twee zonen naar de achterbank. Een korte zwaai en de laatste glimp van de bumper raakt uit zicht.

Ook wij verlaten het verlaten huis. We trekken er op uit om de herfst te ontmoeten en om voor de naderende koude winter nog even de vrijheid te voelen. Onbedoeld komen we midden in het boerenprotest. Terwijl we traag een immense rij tractoren voorbij schuiven op de snelweg, krijgen ze een duim van Hanna. De situatie in het land wordt steeds nijpender. 

Onwetenden slagen er steeds beter in om tot iedere vezel van de samenleving door te dringen, vooral doordat ze onvoorwaardelijke steun krijgen van hun media-vrienden. Wageningse wezels willen onbekende plantjes in de wei en de halvegaren van GL en 66 vinden daarom dat de helft van de agrariërs moet verdwijnen. Een absurd idee maar wel een die de samenleving miljarden euro’s gaat kosten. Zonder klip en klare tegenactie gaat het er nog van komen ook, want bestuurders sturen puur op emotie.

Hanna en ik nemen de proef op de som bij het Dwingelerveld. Eerst plunderen we het bezoekerscentrum waar een stokstijve moeflon-schaap ons aan staat te staren. Dan gaan we met stevig schoeisel de wildernis in om te aanschouwen hoe armetierig de Nederlandse natuur ervoor staat. Maar wat is het prachtig! Bospaden liggen uitnodigend klaar voor onze missie. Goudgele bladeren ritselen in de wind. Mooigevormde varens buigen mee in de wind. Het bos staat vol grillig gelijnde bomen welke in deze tijd van het jaar volop vrucht dragen.

De zanderige bodem verraadt de aanwezigheid van een diverse fauna. Sporen zijn te herleiden naar de daders. Als we langs een meertje lopen, zien we een grote koppel ganzen die gezellig drijvend van het najaar genieten. Een herder passeert met een talrijke kudde schapen. Bijzondere beesten met een mooie tekening en sommige met indrukwekkende horens. Twee honden zijn assistent. De heide toont een grote diversiteit aan planten. Droge hoeken worden afgewisseld met drassige gedeeltes. Elk terrein heeft zijn bijzondere begroeiing. De boeren hebben gelijk. De stedeling is compleet vervreemd van de natuur en roept ‘progressieve’ kreten omdat dit nu eenmaal zo hoort.

In Schoonheeten is een plek voor campers bij een ‘niet praktiserende’ boerderij. Deze voertuigen hebben de plaats van de koeien ingenomen en staan verspreid over het erf. Uit de wind en in de zon zitten we heerlijk buiten. De overdadige natuur omarmt ons hier op aangename wijze. Voor nu hadden we geen beter plek kunnen krijgen. Recht tegenover het duidelijke gelijk van de boeren.


Dinsdag 15 oktober

‘Geen wauw-effect’. Hoe goed we ook ons best doen, we krijgen deze belevingshausse niet over ons uitgestort. Het interieur ervaar ik als saai. Verschillende zaken functioneren niet waarvoor ze zijn bedacht. Het queensbed is prachtig maar weet de rest niet mee te trekken. Een kastje is opgeofferd voor een senseokoffieapparaat welke trouwens niet eens is meegeleverd. De kleurstelling is modern maar blijft flets. De badkamers zijn oké maar het luikje wil weer niet sluiten. Als ik met een meetlat de hoogte van de garage opneem, wordt het duidelijk dat deze maar liefst 13 centimeter lager is dan de huidige.

De verkoper is niet blij met ons. Aanvankelijk was hij hoopvol dat deze druilige dag toch nog een topper kon worden. We krijgen spontaan een kopje koffie aangeboden en vervolgens mogen we los met de bezichtiging. Als hij later naar de bevindingen komt informeren, verknallen we zijn goede humeur. Deze Hymer 708 SL zal het niet tot opvolger schoppen.

De reis gaat daarna richting Friesland. Drukke wegen tot aan het Eemmeer. Dan rijden we het nationaal rampgebied binnen. Een normaal mens kan hier niet verblijven, laat staan wonen. We voelen een ongelofelijk groot medelijden met de bewoners maar kunnen helaas niets voor ze betekenen. Vooral Hanna is hulpvaardig maar de overmacht is nu te groot. Het is een kwestie van strak sturen en nauwlettend de commando’s van Pio / Mio opvolgen. Als we over de brug van het Ketelmeer rijden is het ergste achter de rug alhoewel Urk ook als verloren moet worden beschouwd.

We dwingen ons zelf niet in de spiegels te kijken en de koers op noordoost vast te houden. Het reisdoel is vandaag Luttelgeest. Bij de Orchideeënhoeve mag je met een camper parkeren. Ik meld ons aan en vertel dat we morgen de hoeve met al haar pracht en praal willen bezoeken. Ik krijg een dagkaart die achter het voorraam moet. Het terrein loopt tegen zessen leeg en samen met een andere camper zijn wij de wachters voor de nacht.


Woensdag 16 oktober

Al in de vroege ochtend rijden de toeleveranciers af en aan. De vele bezoekers van de Orchideeënhoeve kunnen straks hun hart ophalen en hun beurs leeg kopen. Na de koffie begeven we ons naar de ingang. Ook Hanna is vandaag 65+. In het Amazone-oerwoud kijken we ons de ogen uit. In de kunstmatige rivier zwemmen vissen en niet alleen kleintjes. Als je stil staat, denken de beestjes gevoerd te gaan worden en hoopt zich een massa op voor je voeten. De planten staan er weelderig bij, de meeste groeien tot aan het glazen dak. Fel gekleurde orchideeën stelen de show. We wagen ons op een avontuurlijk pad waarin zich een hangbrug bevindt. Het water spat op als we proberen droog de overkant te halen.

Een hal verder is het gekrijs niet uit de lucht. Hier heeft een papegaaiensoort het voor het zeggen. Prachtige, in een veel kleuren tooi gestoken, vogels fladderen rond. Sommige bezoekers hebben voor een euro een potje voer meegenomen. Deze worden nu belaagd door de hongerige napraters. We stappen een tuin met tropische temperatuur binnen. Hier zwermen talloze vlinders rond. Ook deze beestjes dragen de mooiste en felste kleuren. Helblauwe reuze-exemplaren scheren langs je hoofd. Op een plant zit een knalrood vlindertje. Een soort heeft zelfs doorzichtige vleugels. 

In een andere ruimte zorgen stokstaartjes voor een prettige afleiding. Hoofdzaak blijft de tentoonstelling van de planten. De mooiste boeketten staan fleurig uitgedost langs de paden onze aandacht te trekken. Bij een aantal heeft Hanna een herinnering aan de eigen vensterbank-vulling van weleer. In de bistro genieten we van een heerlijk en rijk gevuld broodje. Buiten lopen we langs een vijver waar rood/oranje flamingo's kunstig op een been staan. Verderop zorgen de Makaak-apen voor nog meer bewonderende blikken.

In de middag toeren we Friesland binnen. We meren af in de jachthaven van Sloten. Voor de boten zit het werk erop. Ze worden op lorries de hallen binnen geschoven waar ze de hele winter droog zullen staan. Al wandelend halen we herinneringen op aan de binnenstad. Een lange vaart met aan weerszijden mooie grachtenpanden, vormt al eeuwen het gezicht van Sloten. De molen op de kruising van de haveningang bepaald het silhouet vanaf het water. Als de havenmeester komt afrekenen is de duisternis al ingevallen.


Donderdag 17 oktober

We parkeren bij Oudemirdum midden in het bos. Richting het zuiden zien we het water van het IJsselmeer. Vandaag staat er een fietstocht door de bossen van Gaasterland op het programma. Oudemirdum kent enkele oude steegjes met dito huisjes. Een gezellig dorpsplein biedt plaats aan een gezellig café-restaurant waar ondanks de lage temperatuur toch een paar passanten zijn neergestreken. We peddelen door een prachtig boerenlandschap. Zowel Hanna als ik staan weer op scherp. Wellicht gaan we hier de enorme schade ontdekken die boeren met hun stikstofuitstoot veroorzaken. Schitterend glooiend land, hier en daar een stuk natuur, maar overwegend agrarisch gebruik, zien we aan ons voorbij trekken. Het gras is groen en nog niet uitgegroeid. De bermen zijn rijk aan planten waarvan sommige nog bloeien. De bossen op de achtergrond ogen vitaal. Nog veel groen maar hier en daar verklappen herfstkleuren het naderende einde van de bladertooi.

Vogels zingen en zelfs insecten zijn actief. Een hele mooie boerderij staat statig in het veld. We komen op een bospad. De bomen sluiten ons in en een smal fietspad krijgt net voldoende ruimte. Paddestoelen staan talrijk op de bosgrond. Ze doen hun deel van de kringloop. Ze hebben volmaakte vormen en kleuren. We stappen af om te zien of de schade wellicht aan de onderzijde zit. Geen probleem, we zien een gave zijde vol met voldragen sporen.

We passeren een klein meertje waar watervogels zich nog prima vermaken. Aan de oevers wuift riet tevreden heen en weer. Zelfs een heus libellenreservaat wordt er hier op na gehouden. Wat een natuurlijke rijkdom. Kruid en op sommige plaatsen onkruid geven de omgeving een fleurige aanblik. Alles leeft en toont een harmonieuze sfeer. Voor een boerderij staat een tractor met een bord waarop staat: ‘No farmers, no food’. Het is te triest voor woorden dat de bestuurders welke volledig uit de burgerij komen, hierop gewezen moeten worden. Wat een domheid dat ze dat zelf niet meer kunnen bedenken.

We fietsen een stuk paralel aan de Luts. Mijn gedachten dwalen af naar de laatste twee Elfstedentochten, toen ik hier op schaatsen voorbij kwam. Het water van het riviertje kabbelt tegen de oever en is voorlopig nog niet van plan om in een ijsvloer te veranderen. Ik heb nog even tijd om te oefenen.

Vlakbij de camper staat een luchtwachttoren. Hiervan staan er een paar in Nederland. In de jaren vijftig zaten hier vrijwilligers in die het luchtruim aftuurden om vijandige vliegtuigen tijdig te spotten. Moderne technieken hebben de torens allang overbodig gemaakt maar sommige, zoals dit exemplaar, worden nog in ere gehouden als herinnering.

We overnachten op het plekje in het bos. Heerlijk rustig middenin de onbeschadigde natuur met rondom boerderijen.


Vrijdag 18 oktober

Een aanzwellend geroffel op het dak kondigt de volgende hoosbui aan. Hanna kijkt niet blij. Ze heeft kiespijn en het slechte weer daar bovenop is voor haar voldoende motivatie om de pas gemaakte afspraak te willen herzien. We staan klaar om de wandelschoenen aan te trekken voor een loop door het Rijsterbos. Een gewichtige uitdaging van 5 kilometer in zo'n prachtig Gaasterlander bos. "Alles is nu nat en vies" heeft voor mij voldoende overtuiging om ervoor te kiezen om direct naar huis te rijden in plaats van na de geplande trip door het woud.

Vanmorgen hebben we in een gezellige authentieke supermarkt van Oudemirdum nog boodschappen gehaald voor de volgende dagen van onze reis. Een zelfstandige winkel, niet aangesloten bij welke keten dan ook. We mochten noten proeven aan de notenbar, hebben lekkere broodjes voor de lunch uitgezocht en uit het bescheiden aanbod een paar gezonde toetjes gekozen.

Maar de ruitenwissers hebben het druk op weg naar Rijs. Tijdens het middageten trekt de wind om de camper en loopt het regenwater langs de ramen. Is dit nog wel leuk, zeker als je aanmerking neemt dat we in de komende dagen nogal wat buitenactiviteiten hebben gepland en de voorspelling is dat het blijft regenen. Op mijn voorstel na de wandeling naar huis te gaan, knikt Hanna instemmend.

Zo rijden we over de A7 richting Groningen. De Friese Elfsteden ga ik in de komende winter wel weer op de schaatsen bezoeken. Na een reeks zachte winters, zullen er nu wel een paar strenge komen.