de ronde van Spanje

 


Het is weer volop zomer. Het leven komt weer even stil te staan. Tijd voor een lange reis. Wij houden van de Zuid-Europese warmte en gaan deze dit jaar in Spanje opzoeken. We vertrekken met als einddoel Gibraltar.

Donderdag 14 juli

Onze camper trekt de Pyreneeën in. Hoge bergen omringen ons pad maar gunnen hem wel ruimte. Wat opvalt, is dat het erg groen is. Donkere wolken boven ons vertellen hoe dat komt. Via leuke bergweggetjes steken we het gebergte over. We worden vergezeld door talloze motoren voor wie dit terrein een leuk speelhof is. Doel van vandaag is Andorra.

 

Het kan niet misgaan; er staan twee navigatiesystemen aan en bovendien volgt Hanna de ontwikkelingen op de voet door middel van een zware atlas van Frankrijk. De hoge pas die toegang tot het kleine landje verschaft, wordt ondersteund door een tunnel.

Deze laatste optie heeft onze voorkeur.

Als beide navi’s en de verkeersborden naar rechts wijzen, ontdekken wij op links een tunnel. In onze overtuiging dat we daar door moeten, halen we verkeersgevaarlijke manoeuvres uit en weten de 5 km lange buis te bereiken. Na een lange rit door het donker breekt aan de andere zijde het licht weer door en ook de tolpoort waar we bijna 14 euro moeten aftikken.

Al rijdend valt ons op dat Andorra ons niet welkom heet. Op het moment dat we een bord passeren dat ons meldt dat we in een of ander Frans departement zitten, beseffen we dat we de verkeerde tunnel hebben genomen. Op de weg gekeerd, weer 14 euro offeren aan de tolpoort, 5 kilometer duisternis en we zijn weer waar we waren begonnen.

 

Nu volgen we wel de vele aanwijzingen op en na enige tijd komen we bij de grens van het mini-staatje. Na een hartelijk welkom doemt de juiste verkeersbuis op. Na ook hier weer 11 euro te hebben geschikt, kunnen we eindelijk Andorra aanschouwen. Het is een lange weg vol met (wintersport) hotels en andere horeca aangelegenheden.

Na een tijdje arriveren we op de CP. We zien alleen maar bergen, heuvels en diepe kloven. Langs de weg alleen maar commerciële bebouwing. Het kost mij dan ook veel moeite om Hanna te overtuigen dat ze hier ook nog ergens een voetbalveld hebben kunnen aanleggen.

Vrijdag 15 juli

Het zwitserleven-gevoel bestaat.

Hanna en ik hebben altijd gedacht dat het de illusie van de reclame was. Tot vandaag. We passeren de grens Andorra-Spanje. Vooral de Spaanse douaniers vertrouwen de zaak niet en onderwerpen ons campertje aan een grondige inspectie. Dan rijden we niets vermoedend de bergweg op die loopt van La Sue d’Urgel naar Sort. Al na een paar kilometer dringt het tot ons door dat het toch wel een hele mooie weg is.

Hoe hoger we klimmen, hoe weidser de uitzichten worden. We komen langs een stopplaats waarvan we achteraf dachten: ‘daar hadden we moeten gaan staan”. Maar gedane zaken nemen geen keer. Gelukkig niet. We klimmen nog hoger en na lange tijd dient zich een nieuwe stopplaats aan.

Deze missen we niet.

Zodra we stil staan, dringt het tot ons door dat we op een van de mooiste plekken van moeder Aarde terecht zijn gekomen. Grandioos wat een prachtig uitzicht op de uitlopers van de Pyreneeën. Het is groen, het is bruin, het is oranje, het is zilvergrijs. De hemel is strak blauw  en het zonnetje straalt vriendelijk. De lucht is zeer aangenaam, evenals de temperatuur.

We plaatsen onze ‘luie’ stoelen in de berm en zetten de tafel erbij. Uren blijven we genieten van de absolute stilte, zolang er niet een groep motoren passeert. Een enkele wielrenner werkt aan zijn klimvermogen. Maar dan weer het bijzondere uitzicht over heuvels, kliffen en in de verte hoge bergen. Een vale gier zweeft op de thermiek rakelings over ons hoofd. We zijn voorzien van ons natje en droogje. Alles kan wachten, wij genieten.

Zaterdag 16 juli

We rijden langzaam vanaf Pobla de Segur naar het zuiden. Wat laat de natuur weer een fraai stukje werk aan ons zien. Hoge kliffen zijn doormidden gesneden door een rivier. Het nauwe pad wat zo is ontstaan, moet ruimte bieden aan een treintje, een autoweg en natuurlijk het riviertje zelf.

Het past net.

Al slingerend komen we langs een parkeerplaats. Heerlijk om in de nauwe canyon te staan en alleen boven je de blauwe lucht te zien.

 

De Pyreneeën houden een keer op. Het land wordt vlakker en nuttiger. Geoogste graanvelden, maisland wat daar nog op moet wachten, druivenvelden, sinaasappelbomen en nog veel meer goede etenswaren komen aan ons voorbij.

In Poblet bekijken we een klooster. Het gebouw is gemaakt van stenen met een prachtige diepgele kleur. Vooral Spanjaarden vergezellen ons bij de bezichtiging. Een heerlijke koele kloosterkerk maakt indruk. Weinig opsmuk, slechts enkele beelden en een portret. Het gebouw is hoog zodat het veel licht kan ontvangen. Dat gebeurt door middel van mooie glas-in-lood vensters.

 

We staan op de Montblanc. Na een stevige wandeling in het gelijknamige stadje hebben we de top bereikt. Om ons heen slechts de resten van ooit eens een machtig slot.

Er is iets vreemds gaande.

Het plaatsje is vergeven van de jeugd. Werkelijk in iedere straat, pleintje of hofje liggen ze met tientallen op matjes uit te rusten alsof ze zware arbeid achter de rug hebben. De terrassen zitten er vol mee en tijdens ons bezoek aan een sobere kerk stuiten we in de kerkbanken opnieuw op vroege adolescenten.

Wat er precies speelt, komen we niet achter maar een lange optocht met veel dans en muziek die in de vroege avond door de straten trekt, zal er ongetwijfeld iets mee te maken hebben.

 

Wij vertrekken naar Alcover waar een mooie CP aan de dorpsrand ons nachtverblijf wordt.

Zondag 17 juli

In Miravet staat een kasteel. Ooit gebouwd door de Tempeliers. Ze hebben destijds totaal andere bouwtekeningen gebruikt dan de noordelijker kasteelbouwers.

Bij het naderen van het dorpje torent de vesting al hoog boven de bebouwing uit. Tot aan het naambord van het plaatsje gaat alles goed. Om bij het imposante bouwwerk te komen moeten we eerst de bebouwde kom doorkruisen.

Het is een wirwar van straatjes en de navigatie slaat helemaal op tilt. Links, nee rechts, nieuwe routeberekening schettert uit de boxen. Nu hebben de Spanjaarden ook gewoon verwijsborden geplaatst maar daar let je minder op met dubbele navigatie.

Zo staan we uiteindelijk muurvast in een te nauw straatje met nog 500 meter te gaan.

Met veel gemanoeuvreer krijgen we weer controle over de route. Na een grondige inspectiebeurt te voet besluit ik de route al rijdend te vervolgen. Hanna heeft hierover duidelijk een andere mening maar die heeft niet zoals ik gezien dat het vervolg weliswaar steil is maar toch ook wel voldoende ruim.

Zo komen we in de schaduw van het kasteel te staan. Een erg hoge met gele steen gebouwde muur met een aantal vierkante torens rijst naast ons campertje op. De toegangsprijs is mild. Voor 7 euro totaal mogen we het innerlijk bekijken.

De burcht is deels een ruïne. 

Het is vooral interessant om de afwijkende bouwstijl te bekijken. Vanaf het dakterras hebben we een fantastisch mooi uitzicht over de omgeving met de kronkelende Ebro als hoofdmotief.

 

In de middag gaan we op weg naar Cantavieja. Direct vanaf Miravet is de omgeving betoverend mooi. Het terrein is sterk heuvelend en ik blijf sturen om de vele bochten goed door te komen. Op de achtergrond is een hogere bergrug te zien.

Het is vooral de grilligheid aangevuld met prachtige kleuren die de rit bijzonder maken. Het is heel stil op de route. Slechts een paar passanten en een enkeling die ons inhaalt.  Het is hier duidelijk niet toeristisch.

Maandag 18 juli

We vervolgen onze trektocht door het Spaanse binnenland. Dan weer halen we ruim 1600 meter hoogte, om daarna af te zakken naar nog geen 500. Onze reis gaat soms over abominabele slechte wegen maar vaak ook over mooi glad asfalt. De kortste route naar het meer van Benageber is vandaag de opdracht aan mio.

En hij vindt hem.

Direct na het middaguur strijken we neer aan de oevers van het azur-blauwe meer. De stoelen parkeren we op het schaarse schaduwplekje. Wat een heerlijke plek om een middag door te brengen. Er is het onophoudelijk snerpen van de krekels. De wind ruist door de bomen. Het water klotst tegen de oever. Deze ligt overigens nog wel een respectabele 30 meter lager.

Het uitzicht is geweldig.

Over het in-blauwe water turen we naar de overliggende oever. De bergen aan de flanken zijn getooid met dennenbos. Een grote kale rots staat markant aan de overzijde. De zeldzame auto, die gebruik maakt van deze route, zien we als stip over het gesteente kruipen. We halen er een drankje bij. In de zwoele wind op ons schaduwrijk plekje onder bomen smaakt deze een keer zo lekker.

Een enorme muur verraadt het ontstaan van het meer. Als waterkrachtcentrale heeft het geheel de naburige bewoners welvaart gebracht. Het oorspronkelijke Benageber schijnt ergens op de bodem van het meer te liggen.

 

Met moeite nemen we na zessen afscheid van dit hemelse voorportaal. We gaan in het nieuwe Benageber kijken wat 5 kilometer verderop ligt. Deze variant staat wel op het droge. We kunnen parkeren op een ruime en gratis CP met alle denkbare voorzieningen. We zijn dankbare gasten.

Dinsdag 19 juli

Het is rustpauze. We hebben een heuvel gevonden met daarop meerdere bomen. De omgeving is van de wijnboeren. Hun struiken staan in gelijke rijen tot over de horizon. Wij overzien het wijde veld en voelen ons de koning te rijk. Terwijl ik een slok koffie neem, start een krekel zijn liefdesgezang. Het besluit is gauw genomen; hier blijven we nog even.

 

Alcala del Jucar: stel je een gat in de grond voor met een diameter van 200 meter en een diepte van 80. Langs de wand loopt een weg als een kurketrekker naar beneden. Tegen een wand staan alle huizen hoog opgestapeld als een driehoek.

Aan het einde van de kurketrekker biedt een parkeerterrein ons een nachtplaats aan. Wat een fantastisch mooi gezicht, de opgestapelde witte huizen. Ze zijn tegen de rotswand aangebouwd en voor een deel er ook in. Kleine trappetjes en smalle straatjes zorgen voor de verbinding.

Helemaal bovenin troont een kasteel.

Als we het stadje lopend verkennen, ontdekken we dat de rivier de Jucar het doormidden snijdt. Daar waar het water het plaatsje binnenstroomt, hebben ontwerpers zich volledig uitgeleefd. Het resultaat is een prachtig waterparadijs. Via een grote cirkel stroomt het rivierwater via een waterval naar een punt. Een paar stroompjes worden afgetakt en krijgen een eigen leven. Midden in het watergeweld is een recreatie-eiland neergelegd.

De oude brug is bijzonder knap gerestaureerd. Onder haar drie ruime bogen mag het water zijn weg vervolgen. Wat het dan ook met grote snelheid doet.

 

We willen gaan dineren. Maar geen enkel restaurant toont nog een teken van leven. Een uitbater vertelt mij dat hij de poorten om 21.00 uur open gooit. Daar is onze biologische klok nog niet op ingesteld. Even later pruttelt het vuur weer onder de pannen in de camper.

Woensdag 20 juli

Het is vandaag windstil en bewolkt. Dat is even wennen want sinds we de Spaanse grens over zijn, hebben we nog geen wolkje gezien. De koers is weer pal zuid. De 3-liter dieselmotor doet weer stilletjes haar werk en het wisselende landschap komt in mooi tempo voorbij.

Vandaag zien we dat ook Spanje niet heeft weten te ontsnappen aan het milieu-dogma van het groene wonder. Windmolens verpesten op een bergrug mooie vergezichten en we passeren een zonne-installatie waarbij panelen op grote schilden zijn bevestigd die door middel van een ingenieuze draagconstructie meedraaien met de zon. De totale opbrengst van deze energie-mirakels vandaag is 0,0 kWh. ‘Het zijn de gekken en dwazen, die alsmaar verbazen’ – zucht…..

 

We komen in het broeierig warme Archena aan. De thermometer wijst 37,5 graden aan. Deze plaats heeft enkele bijzondere bezienswaardigheden. In het centrum staat een prachtige kathedraal en in een oude wijk is een goed bewaard Moors kasteel te zien. Alleen als opstaan al een vermoeiende bezigheid is waarbij het zweet je uitbreekt dan is er weinig puf tot toeristisch handelen.

Als we ons plekje hebben uitgezocht, komen we verder vrijwel niet meer in actie.

 

Op de avond maken we gebruik van het luxe bezit van een douche aan boord. Wat kun je daarmee lekker de loomheid wegspoelen.

Donderdag 21 juli

Het zijn er nog geen tien. Dan heb ik het over het aantal campers wat wij tot nu toe in Spanje zijn tegengekomen. Nou vooruit, misschien elf. Dan tel ik een familielid van wie we vermoeden dat ze hier ook ergens omzwerven mee. Kennelijk weten we de lokale wegen en de rustige hoeken van dit land goed te vinden.

 

Informatie krijg je soms te vroeg.

Hanna geeft aan dat bepaalde voorraden beter kunnen worden aangevuld. Ik stop deze opdracht in Mio en aan onze route blijkt zowaar een Lidl te zijn. We volgen de links/rechts aanwijzingen blindelings en worden zo door een hele grote nieuwbouwwijk van Murcia gestuurd. We komen langs verschillende grutters maar wij laten ons helemaal de stad door leiden naar ons gekozen doel.

Dan vertelt het navigatieapparaat doodleuk dat we er zijn.

Maar er staat helemaal niets. Wel zien we een groot blauw/geel bord waarop staat vermeld dat de Duitse kruidenier zich er binnenkort zal vestigen. Gelukkig voor ons is de nieuwe buurman van de winkelier wat verder in zijn plannen en kunnen we  toch nog inkopen doen.

 

Op volle sterkte reizen we door naar Aquilas. Rond lunchtijd komen we aan. Op een landtong die de zee in steekt parkeren we ons rijdend huis. Van de beloofde 50 van het reisboek staan er 3 andere campers. Wel een heleboel Spaanse autochtonen met een personenwagen maar die tellen eigenlijk niet mee.

Het is wel een schitterende plek. Aan beide zijden ligt een goed bezet strand. Verder steken de rotsen in zee en staan deze als kleine bergen om ons heen. De zee laat geruststellend haar constante geruis horen. De zon begrijpt wat er van haar wordt verwacht. En dan mag je hier vrij kamperen. In sommige zaken kunnen we veel van de Spanjaarden leren.

We zwemmen, luieren, eten en drinken ons de rest van de dag door. Geweldig.

Vrijdag 22 juli

De landschappen in Spanje zijn mooi en indrukwekkend. Vandaag hebben we weer het voorrecht om dat persoonlijk te mogen ondervinden. Het is wel apart. In andere landen waar we zijn geweest hebben we het nog niet zo gezien. We reizen door bergachtig gebied. Kale rotsformaties links en rechts.

Alleen een bremachtig struikje wordt het leven gegund tussen al die stenen. Vaak zijn de patronen erg grillig. Diepe kloven, heuse ravijnen, scherp uitstekende hoogtes en dat in allerlei mogelijke kleuren. In deze woestenij heeft een filmbedrijf een boterham gezien.

Tussen al de leegtes heeft het een compleet Westerndorp nagebouwd, bedoeld voor filmopnamen. In de goede hoop de bouwsels van dichtbij te kunnen zien, koersen wij op Tabernas aan. Helaas zat het hek dicht met de opmerking dat het gebied er achter privé-bezit is. Als pleister op de wonde toont zich nog wel een levensechte cowboy compleet met hoed en revolver aan de toerist.

 

Omdat de was moet gebeuren, parkeren we op camping Mar Azur in Balerma. Een zeer vriendelijke eigenaar verwelkomt ons in het Nederlands. Kijk, dat is nou service. Zijn camping mag er zijn. Alles zeer goed onderhouden en netjes aangelegd. De kampeerplek ligt strak tegen de kust, zodat Hanna en ik ’s middags een strandwandeling aangaan.

Er zijn weinig strandgangers die de zee in duiken, hoewel de temperatuur er wel naar is. Er staat een geweldige branding en de golven slaan wel met een hoogte verschil van een paar meter om. En dat zwemt best lastig. Een natte broek halen we in het uitstekend verzorgde zwembad.

 

Omdat de camping ook enige eenvoudige gerechten in het eigen restaurant serveert, gaan we ’s avonds dan eindelijk weer eens dineren.

Zaterdag 23 juli

We volgen de kust. De Costa del Sol. Vooral de kleine wegen pal langs de zee zijn boeiend om te rijden. Prachtige gebouwencomplexen staan daar hun taak uit te voeren als onderdak-bieder aan zon-aanbiddende toeristen. Over die manier van vakantie-vieren kun je een mening hebben maar het heeft wel hele mooie en architectonische fraaie woonkastelen opgeleverd.

In het dorp El Lance nemen we het er even van. We zitten heerlijk in de schaduw van een bijzonder fraaie kustlijn te genieten. De branding geeft een heerlijk geluid.

 

In Torre de Benegalbon maken we een wandeling langs zee. We komen in een drukte die we niet gewend waren de afgelopen week. Toch heeft het wel weer wat. Zoveel mensen die op een eigen manier bezig zijn te genieten van de perfecte omstandigheden.

Er zijn de sportievelingen, hardlopers die er niet tegen op zien om bij 30+ even een flink eind te rennen, wielrenners die een 10% helling nemen alsof het niets is. Maar vooral zijn er de genieters, onder de parasol languit op het strand, zwemmen in het verfrissende zeewater, aan een bar hangen met een verkoelend drankje.

 

Aan het begin van de avond staan we in Fuengirola. De CP is gratis en in een stad trekt dat altijd bijzonder volk. In een 5 a 6 tal krakemikkige campers huizen evenveel zonderlingen, eentje gebruikt zelfs een personenwagen als onderkomen. Drank is wat hun allen bindt, voor de rest vermoeden wij een leeg bestaan. Gelukkig hebben we ook echte camperaars op het terrein.

 

’s Avonds lopen Hanna en ik over de boulevard. Dit is vakantiedrukte op z’n best. Verkopende Afrikanen, toeristen uit alle windstreken, flanerende dames, in sportauto’s racende heren, restaurants, bars, kermis, kraampjes en zelfs weer de koetsen getrokken door een echt paard. Voor een avond is dit best even leuk maar dit als enige vakantievertier heeft niet onze voorkeur.

Zondag 24 juli

De kust laten we weer voor wat het is. Het ruige binnenland trekt weer. Al toerend doemt het plaatsje Cesares op. Vanuit de verte zien we het al liggen. Prachtige witte huizen tekenen zich sterk af tegen de donkere, groene achtergrond.

De camper parkeren we op een pleintje waar vanaf we een bijzonder uitzicht op de omgeving hebben. Een vijftal vale gieren trekt onze aandacht. Rondzwevend op de thermiek zijn ze dan weer vlak boven ons, dan weer als stipjes op ruime afstand.

 

Er stopt een andere camper. Het blijken Jan en Rita te zijn. Op onze reis in Italië vorig jaar hebben we hen ook getroffen. We wisselen veel wapenfeiten uit over de huidige reis. Hoe klein kan de wereld soms zijn.

Volgens de beschrijving zou je vanaf Cesares Gribraltar en zelfs Afrika kunnen zien liggen. In de directe nabijheid is een heuvel met een uitzichtspunt. Vol goede verwachtingen beklimmen we de Aardse uitstulping. Boven gekomen constateren we dat het beeld inderdaad ruim is maar een glimp van de apenrots krijgen we niet op het netvlies. Om over het zuidelijke continent maar te zwijgen.

Wel komen de vale gieren weer aanzweven. De enorme spanwijdte van de vleugels verbaast weer. Het vijftal blijft zo trouw bij elkaar dat we concluderen dat het wel eens een ouderpaar met drie jongen zou kunnen zijn.

 

Vanaf de hoge positie hebben we een heel andere blik op het plaatsje. Een oude kasteelruïne en een bescheiden kerkje bestrijden elkaar om uit te maken wie als hoogste is gebouwd.

Als de duisternis is gevallen toont Cesares haar ware pracht. Talloze lichtjes geven het een heel ander aanzicht. Als een stilstaand sprookje blijft het onze avond veraangenamen.

Maandag 25 juli

Een prachtige reisbeschrijving; ommuurd middeleeuws stadje met pittoreske straatjes en een heraldisch kasteel. De motor gestart en op weg naar Castellar de la Frontera. Na krap een uur komen we aan in ons volgende vakantiehoogtepunt.

Direct bij het binnenrijden valt al op dat er niets opvalt.

Keurige ruime straten bieden ons ruimte naar de voorgenomen parkeerplek. Redelijk moderne bebouwing kijkt ons aan en heeft weinig middeleeuws. Nadat we onze plaats hebben ingenomen, lezen we de beschrijving er nog eens op na omdat theorie niet overeenstemt met de praktijk.

De kleine lettertjes geven de verduidelijking. We staan nu in Nuovo Castellar. Ooit 8 kilometer van het oorspronkelijke stadje gebouwd. Het is warm en de huidige plek biedt aangename schaduw. De ontbrekende 8 km moet je zowel heen als terug. De algemene stemming bepaalt dat we blijven waar we zijn omdat we de afgelopen periode voldoende oude stadjes hebben bewonderd.

 

In de late middag bereiken we een memorabel punt. We komen aan op de 36e breedtegraad. We staan in La Linea op een steenworp afstand van de enorme rots van Gibraltar. Verder  naar het zuiden gaan we niet en vanaf dit  punt gaan we weer noordwaarts rijden.

De rots van de Engelse punt onderaan Spanje steekt manifest boven z’n omgeving uit. Het is duidelijk dat wie deze uitkijktoren bezit, controle heeft over de omgeving. Morgen gaan we samen met J&R de grens over op de fiets om met de apen te spelen en een stukje Groot Brittannië te bekijken.

Dinsdag 26 juli

Gibraltar; een steile rots van 4,5 kilometer noord-zuid met aan de  westzijde bebouwing en een havengebied.

Met een smoes worden we gesommeerd om onze CP te verlaten. Bij de Lidl vinden we een nieuwe plek.

Op de fiets naar het kleine Britse domein. Na 4 kilometer staan we aan de grens. Strenge entree-controle; geen paspoort, geen toegang.

Onze paspoorten liggen nog veilig in de kluis.  

Na een heen en weer van in totaal 8 km kunnen we het kleine staatje eindelijk betreden. Om boven op de rots te komen, stappen we in de gondel die ons voor €15,00 p.p. keurig op de top brengt. Geweldig wat een uitzicht. Een blik naar het zuiden levert een visueel contact op met een ander continent. Een hoge Marokkaanse berg bevestigd dat aan de overkant het leven gewoon doorgaat.

Maar ook zien we de stranden aan de oostzijde en de gehele Engelse kolonie aan de westzijde schitterend liggen in de felle zon. Maar de attractie is natuurlijk de ontmoeting met de in het wild levende apen op de rots. Als Hanna in een oogwenk de rugtas op de grond zet om water te pakken, is zo’n beest er als de kippen bij om de tas uit haar handen te grissen.

Samen redden we onze bezittingen.

Om weer beneden te komen gaan we een avontuur aan. We laten de gondel voor wat het is, en besluiten al wandelend weer op zeeniveau te komen. Hoewel het allemaal naar beneden afloopt, is het nog een hele opgave.

 

We bekijken uitvoerig de Mainstreet. Een hele verzameling winkels heeft hier een onderkomen gevonden. Alle verlokkingen laten we aan ons voorbij gaan, op een smakelijk ijsje na. Op de terugweg staat het licht op rood. Een vliegtuig gaat landen. Daarom is de passage van de stijg en landingsbaan voor even geblokkeerd. Nadat een straalvliegtuig met bulderende motoren is gepasseerd, gaan de bomen weer omhoog.

 

We brengen de nacht door in Castellar omdat de exploitant van het parkeerterrein aan zee (Volgens NKC een CP)  ons de toegang weigert. We dineren in een authentiek Spaans restaurant voor een belachelijk lage prijs.

Woensdag 27 juli

We rijden door een prachtige omgeving in Andalusië. Het terrein is sterk heuvelachtig. Grote kudden vee hebben er hun thuisadres. Runderen en paarden begrazen de hellingen die vanaf afstand bekeken geen weelderige voedselrijkdom dragen. Soms zijn er grote waterpartijen waar sommige groepen dieren hun dorst komen lessen. We passeren velden waarop volgroeide stieren de dienst uit maken. Onze gedachten gaan naar de arena’s die we al meermalen hebben gezien. We beseffen dat de nationale sport van deze streek behoefte heeft aan de toelevering van deze mannelijke runderen.

Uitgebloeide zonnebloemen staan op grote velden te wachten op de combine die ze een kopje kleiner gaat maken.

 

Dan verschijnt Arcos de la Frontera in het blikveld. Wat weer een fantastisch plaatje. Strak wit staan de huizen opgesteld op een omhoog lopende klif. Een rotswand draagt een fors kasteel en een grote kerk. Zoals is te verwachten mogen zij het beeld bepalen. De stad biedt rondreizende camperaars een plaats op uitgebreide parkeerplaatsen met een zandgrond. Lokale bewoners bieden ons hun hulp aan bij het vinden van de ideale plek. Zo komen we onder de bomen te staan met uitzicht op de burcht met kathedraal en aan een leuk laantje met de straatverlichting midden op straat.

 

Een Spanjaard die in Nederland is geboren en er tot zijn 16e heeft gewoond, komt zijn latente taalvaardigheid bij ons testen. Willen we iets weten of als we iets nodig hebben, mogen we hem aanspreken. Later op de avond komt de man die ons bij aankomst al vriendelijk had geholpen nog even langs op de motor om te horen of alles naar wens is. Wat nationalisten ook willen beweren, wij voelen ons thuis in een verenigd Europa.

Donderdag 28 juli

In de ochtendkoelte lopen Jan, Rita, Hanna en ik door Arcos de la Frontera. Via het praatlaantje, waar de autochtonen diverse malen op en neer lopen terwijl ze hun standpunten klip en klaar uiteenzetten tegen meelopende plaatsgenoten, komen wij in de historische binnenstad. Alles is blakend wit, hoewel sommige deuropeningen fraai zijn versierd met hout en stucwerk in afwijkende kleuren. De straatjes zijn gemaakt van kinderhoofdjes en platte stenen. Ze zijn net breed genoeg om met een auto door te rijden.

Voor het gemeentebestuur is dat nog geen aanleiding om er een eenrichtingsweg van te maken.

Maar de Spaanse automobilist is geduldig en flexibel en zo worden de achteruitrijvaardigheden tenminste goed geoefend.

 

Omdat de stad hoog op een aantal kliffen is gelegen, komen we op een aantal punten met een prachtig uitzicht. In het heuvelachtige landschap met graanvelden en olijfboomgaarden onderscheidt zich ook een prachtig blauw meer. Het stadje herbergt een aantal bijzondere gebouwen. Zo bekijken we een tempel, kasteel, kerk en een museum met moderne schilder en foto kunst.

 

In de loop van de middag verplaatsen we ons naar Puento Serrano. Via een aller belabberdste weg komen we op een mooie CP te staan.  Omdat deze hoog ligt, hebben we zicht op een authentiek Andalusisch landschap. Van het dorp hebben we geen last. Deze ligt op behoorlijke afstand. Het plan om het tot fietspad omgevormde spoorlijn, compleet met tunnels en viaducten, te gaan berijden, zien we af. De temperatuur overdrijft een beetje naar onze maatstaven en dan is stil zitten onder je luifel, voorzien van een koel drankje, de beste optie.

Vrijdag 29 juli

We rijden Sevilla binnen op zoek naar een betaalbare parkeerplaats. Het navigatiesysteem is ingesteld. We volgen nauwgezet de instructies. Dan krijgen we de opdracht om door een gesloten hek te rijden om daarna de weg te vervolgen via een onderdoorgang van een viaduct van hooguit 1,5 meter hoogte.

We zien van de optie af.

Wel staan we op een open terrein met mogelijkheden. Er staan auto’s geparkeerd en wij vullen met de beide campers de rij gewoon aan.

Het is even zoeken naar de hoofdattractie; de kathedraal van Sevilla. Het fietst geweldig door de stad op de speciale stroken die voor de tweewielers zijn aangelegd. Dan staan we plotseling oog in oog met het magistrale gebouw. Even breed als lang en de lengte is fors. Jan en ik slaan direct aan het fotograferen. Hanna gaat met Rita alvast in de wachtrij ons toegangsmoment veilig stellen. De wachtrij slingert als een slang door diverse vertrekken voordat de kassa wordt bereikt.

Het innerlijk van de gotische kerk slaat alles. Wat een oppervlakte. Alle zijbeuken zijn benut om indrukwekkende taferelen aan ons te tonen. Zo passeren we een hommage aan Magelhaes, een ontdekkingsreiziger in Spaanse dienst.

Het klapstuk is de graftombe van Christobol Columbus. Inderdaad, de avonturier die in 1492 Amerika ontdekte. Zijn rustplaats wordt door vier stevige en krachtige figuren vol met symboliek, gedragen. Sevilla is trots op haar vroegere inwoner.

 

Even later lopen we tegen een bijzondere toren aan. In plaats van traptreden is er een talud gemetseld om boven te komen. Zo kon vroeger een wachter met een paard naar boven om te kijken of er onraad dreigde. Onze trip omhoog eindigt in de klokkentoren met een geweldig mooi uitzicht over Sevilla.

Zaterdag 30 juli

Sinds gisteren staan we in Palma del Rio. Het stadje is minder exotisch als de naam doet vermoeden. Het is er wel heet. De buitentemperatuur loopt naar de 37 graden. Jan en ik bespreken de wereldproblemen. Het meeste achten we oplosbaar. Verder wandelen we langs de rivier in de koelte van de bomen-schaduw, ondersteund door een heerlijk briesje en zorgen we goed voor ons zelf.

Als de avond begint te vallen en we onze trek hebben opgerekt tot 20.30 uur, lopen we op ons gemak naar de uitgaansstraat van Palma.

Het is een bijzonder laantje.

Het pad is onverhard en ongeveer 200 meter lang. Langs beide zijden staan een soort van strandtenten opgesteld, ieder met een ruim terras waar plastic tafels en stoeltjes op zijn gedrapeerd. Iedere tent heeft zijn eigen specialiteit en in totaal halen we wel 20 gelegenheden. Ons dorp is verre van toeristisch zodat de plicht bij de eigen burgerij ligt om de zitplaatsen te vullen. 

Om kwart voor negen is er nog niemand aanwezig behalve wijzelf. Toch melden we ons bij strandtent ‘Venus’. Voor ons als eerste klant loopt alles vlotjes en even later zitten we achter een prima maal. Pas om half tien komt de stad in beweging. Meer en meer gezinnen, vaak met jonge kinderen, kiezen een strandtent. Als we tegen tienen alles naar binnen hebben gewerkt en het zandpad weer teruglopen is bijna ieder tafeltje bezet.

 

Het is niet alleen eten wat het straatje biedt. Er is een bar met discomuziek waar de eerste gasten nog moeten komen, een ijsbar en een aantal drinkgelegenheden. Aan het eind staat een digitale Formule 1 racebaan opgesteld waar menig jonge Palmanees even in de huid van Max kruipt. Zonder een meter van hun plaats te komen, scheuren ze vier ronden over een gevaarlijk circuit.

Tot diep in de nacht is er rumoer. Kinderstemmen, een volwassen kuchje, startende auto’s en een vertrekkende touringcar. Het leven in Spanje heeft zijn eigen ritme.

Zondag 31 juli

We staan geparkeerd in Almodovar del Rio. De plaats is op zich niets bijzonders. Dat geldt niet voor het opvallende kasteel, hoog op de berg gelegen en fier boven zijn omgeving verheven. Na de lunch bestijgen we de toegangsweg te voet. Bij 38 graden een hele opgave. Zelfvoldaan bereiken we de kassa. Voor 7 euro per persoon mogen we verder. Dan betreden we het bouwwerk. Van oorsprong is het Moors. Deze stijl is duidelijk  herkenbaar in de bogen en ramen. Maar wat een prachtig geheel. De schoonheid was ons al bij het aanrijden opgevallen en deze wordt in optima forma doorgezet als je binnen de vesting staat.

De burcht is asymmetrisch gebouwd. Een hoge muur kadert de buitenkant af. Hierin zijn diverse torens opgenomen. De looproute brengt ons eerst in de leeuwenhal om daarna door te gaan naar de zuidelijke hoofdtoren. Aan de hoge muur is een lieftallig balkonnetje gehangen. Deze is vanuit de koningszaal te bereiken.

Een voorstelling met poppen laat overduidelijk zien hoe destijds de omgangsvormen waren. We dalen af naar de dungeon. Gevangenen werden hier destijds nog een redelijk onderkomen gegund. Er is licht en gaten zorgen voor verse lucht. Dat hebben we in het Muiderslot wel anders gezien.

De beklimming van de hoofdtoren wordt beloond met een prachtig uitzicht over de stad en omgeving waarin de meanderende rivier de Rio een hoofdrol vervult. Een aantal kamers later komen we oog in oog te staan met de weldoener uit  de vorige eeuw die voor veel geld de ruïne heeft herschapen in het huidige bastion.

We krijgen verderop een boeiend overzicht van alle typen zwaarden die er in Europa zijn gebruikt met als klapper het slagwapen van Ivanhoe. Na veel klim en klauterwerk brengt de rondtoer ons weer keurig terug bij het beginpunt. We zijn dan inmiddels een aantal flesjes water verder en besluiten de rest van de dag de indrukken te verwerken op een schaduwrijke plaats in een luie stoel.

Maandag 1 augustus

We lopen rond in de Mezquita, de grootste ooit gebouwde moskee welke staat in Cordoba. Voor maar liefst 22.500 gelovigen is plaats in dit immense bouwwerk. Niet dat ze dan allemaal luxueus kunnen zitten maar menig dorpskerkje zal jaloers zijn op zoveel aanhang.

De buitenkant is sober, maar de binnenkant is onvoorstelbaar mooi. Vele honderden zuilen met naar het plafond toe voorzien van twee bogen, dragen de dakconstructie. Prachtige lichteffecten worden bereikt met slim geplaatste raampartijen. Er is veel marmer verwerkt in vloer, pilaren en plafond.

Niet lang na de bouw, liep het overigens vreselijk fout met de functie.

De moren werden door de Spanjaarden weer verdreven naar Afrika en het gebouw veranderde van geloof; van moskee naar kathedraal. En dat is aan het interieur te zien. Tientallen nissen zijn voorzien van Bijbelse taferelen.  Overal hangen kruizen, zelfs in de kroonluchters. Alleen de basisconstructie verraadt de hand van de oorspronkelijke bouwmeester. In het hart van het godsgebouw is een heuse kathedraal gepropt. Van een uitgebreid koor, tot een groot achterschip; het is onmiskenbaar een katholieke jas aangetrokken.

Overigens schijnt Karel de V te hebben verzucht, toen hij hoorde van de aanpassing: "Hoe halen ze het in hun hoofd om met zoiets gewoons een bijzonder gebouw te vernielen”.

 

Het gebouw kom je binnen via de voortuin waar in een groot vierkant een zuilengalerij je de kans biedt om droog rond te lopen. De beveiliging was tiptop in orde; vele politieagenten, sommigen zwaarbewapend, houden de bezoekers scherp in de gaten.

 

De temperatuur in de Spaanse stad loopt op tot 40 graden. Rondlopen en fietsen is een stevige inspanning wat vele zweetdruppeltjes doet besluiten om de weg naar buiten op te zoeken. We wandelen  een kort rondje door de Joodse wijk. Het Alcazar bekijken we van de buitenkant omdat de binnenkant voor publiek is gesloten.

Een prachtige Romeinse brug gaat in 30 bogen over de brede rivier. We zijn niet de enigen die deze culturele  hoogtepunten aanschouwen. Vele internationale nieuwsgierigen waarvan een aanzienlijk deel Japanners met selfie-stick, krioelen om ons heen.  Aan het einde van de middag trappen we ons uiterst rustig naar de buitenwijk waar een oververhitte camper op ons te wachten staat.

Dinsdag 2 augustus

We rijden in Banos de la Encina. De weg is smal. Een witte terreinwagen staat geparkeerd in tegenovergestelde richting. Hanna raakt van slag. Nauwe en geblokkeerde wegen in een dorp of stad die bovendien steil omhoog lopen, zijn niet haar ding. Het compromis is na ampel overleg gemaakt. Ze gaat voorop lopen en ze seint als de kust veilig lijkt. Ze doet dit heel bekwaam. Een enkele keer is er een lastige passage. De ruimte tussen de spiegels en aan de ene kant een ruwe muur en aan de andere zijde weer een geparkeerde auto is slechts 5 centimeter. Maar we halen het parkeerterrein zonder een schrammetje.

 

Het kasteel waar het dorp tegenaan is gebouwd, hebben we allang op het oog. Het staat trots zijn vestigingsstadje te bewaken. We komen niet ver. Het blijkt dat de dorpsgemeenschap de dinsdag tot lokale rustdag heeft uitgeroepen. Iedereen leeft dit gebod strikt na met als gevolg dat de deuren van de burcht potdicht en op slot zitten. We maken een alles behalve stille omgang. De buitenzijde imponeert. Ruwe, gele, stenen blokken zorgen voor een robuuste aanblik. Markante torens en een Donjon steken er nog bovenuit. Teneinde raad zetten we onze campertrektocht voort.

 

De camper rijdt het steile pad naar Santa Elena. 6 kilometer lang omhoog met een percentage van 8%. Onderweg hebben we fantastische uitzichten. We hopen dat we een beetje aan de hitte ontsnappen als we hoger gaan wonen. De CP is stil en leeg. Maar nog wel warm. We zullen 37 graden moeten overleven zonder natuurlijke schaduw. Twee campers met ieder een luifel kunnen samen een hele plek uit de zon houden.

De avond is voor de barbecue. Gisteren zijn de boodschappen al aan boord gehaald. Boven op een berg met gespieste kalkoen op het vuur en een goed gekoeld blikje bier in de hand. Dit zijn van die situaties waar je dit soort reizen voor maakt.

Woensdag 3 augustus

We hebben een berg beklommen. De Ferro de Castillio heeft zijn taaiheid aan ons prijs gegeven. Wat een majestueus gevoel om de top te bereiken. Het cadeau is een grandioos uitzicht. Zowat half Spanje kunnen we overzien.

In de verte dwaalt een vale gier, twijfelend tussen nest en prooi. Grote massieve rotspartijen stralen onverzettelijkheid uit. De met kurkeiken begroeide helling toont zich als afgrond naast ons. Het is al weer warm maar op de top staat een aangename wind.

Diep in het dal ligt een luxueuze haciënda.

Paarden lopen als stipjes in de wei. Voordat we aan de afdaling beginnen, turen we nog eenmaal de verre einder af. Geweldig om hier te kunnen staan. Er verschijnt een groep vale gieren om te loeren of er nog iets van hun gading te verorberen valt. Uiteindelijk beginnen we weer aan de afdaling.

 

We reizen verder. Nog steeds in konvooi van twee. We komen op een vlak deel van de Spaanse hoogvlakte. Deze brengt voor Spanje deviezen in het laatje. Veel graanvelden maar ook weer olijfbomen. We komen langs wijnbouw en betrappen een boerengezin op het oogsten van een groot meloenenveld.

Het landschap is vriendelijk.

Zacht golvende heuvels en hier en daar een plukje bomen. De wegen zijn hier recht getrokken. Op het juiste punt kun je de route kilometers overzien.

 

Dan staan we in de Tablas de Daimiel. Het is een groot park met de nodige recreatieve voorzieningen. Een rivier is afgedamd voor energiewinning hetgeen een groot wetland heeft gecreëerd. Hierin zijn voor de bezoekers een aantal wandelroutes aangelegd. Een eerste verkenning levert een aangelegde lagune op waarbij vogelkijkhutten zijn geplaatst.

Voorzichtig loop ik naar binnen en neem plaats voor een kijkgat. Tal van watervogels, vele eend-achtigen, moeten zich in een omkooide waterplas vermaken. Ik bespeur tevredenheid bij het gevogelte. Nu is een beetje zwemmen, lekker eten slobberen en opdrogen op een strandje ook geen bezigheid die leidt tot agressie en spanning.

 

Wij besluiten de rest van de dag in een zelfde soort tevredenheid door te brengen.

Donderdag 4 augustus

Vandaag gaan wij voor de natuur. We staan nog steeds in Daimiel en besluiten dat ook voor vandaag maar zo te laten. Dat geeft mogelijkheden. In het met Europees subsidiegeld aangelegde park is veel natuur te beleven.

 

In de nog niet al te warme ochtenduren wandelen we de gele route. Bij het passeren van de eendenkooi kan ik mijn ervaringen van gisteren delen met Hanna, Rita en Jan. De eenden hebben ook vandaag weer trek in het leven en snateren vrolijk rond. Enige verbazing is er bij ons als we een eendje ontdekken met een zuiver blauwe snavel. Het deert het beestje niet want hij gaat als een speer door het water.

Verderop de route komen we oog in oog te staan met een kolonie ooievaars. Op het lage water is het voor hen gemakkelijk visjes happen. Hiervan zijn er talloze in het heldere water. Voor onze eibers dus geen reden meer om naar het koude kikkerland aan de Noordzee te trekken.

Over onze hoofden vliegen een stel kraanvogels. Ook voor deze vliegkunstenaars is er meer dan voldoende te eten in dit waterrijk gebied. Het pad gaat via keurig aangelegde houten loopbruggen van het ene mini-eiland naar het andere. Soms zijn er prachtige doorkijkjes in het riet en bomen. Kleine vennen verlengen zich met een bochtig slootje aan een andere plas waardoor in een blikveld diverse watervogels zijn te bewonderen.

Na een paar loopbruggen en eilandjes komen we flamingo’s tegen. Schitterend is te zien hoe deze met een hark-techniek aan voedsel komen. In een volgende plas zien we een lepelaar zijn hele omgeving op het wateroppervlak aflebberen in de hoop dat er iets lekkers tussen zal zitten. In het ondiepe water zien we karpers over de bodem schuifelen. Boeiend om te zien hoe de rol van prooi en jager in korte tijd kan wisselen.

 

In de middag als de temperatuur weer aardig is opgelopen, ga ik alleen op excursie. Europa is gul voor dit Spaanse moeras geweest want ik kom zes vogelkijkhutten tegen op een afstand van twee kilometer. Ook hier krijg ik weer prachtige natuurplaatjes te zien. Een groep rallen vliegt verschrikt op door mijn nadering. Tot slot kom ik in een uitkijktoren terecht van waar uit het hele gebied is te overzien.

 

We dineren ’s avonds in een plaatselijk restaurant. Hoewel erg gezellig, valt de kwaliteit ons een beetje tegen. Diverse buurtgenoten nemen er de laatste dorpsroddels door en een enkeling neemt daarbij net een drankje teveel.

Vrijdag 5 augustus

Inmiddels zijn we de regio La Mancha binnengereden. Het is hier waar de legende van Don Quichot is opgeplopt. In het dorp Puorto Lapice zoeken we een plaats om koffie te drinken en vinden die uiteindelijk op de plaatselijke CP. Op een heuvel staren plotsklaps drie klassieke Spaanse windmolens ons aan.  In gedachten zien we de verwarde Don al ten strijde trekken, gevolgd door zijn trouwe metgezel. De molens zijn opgebouwd als een spierwitte recht opgetrokken cilinders met een rond kapje van riet. Hier tegenaan is een doorzichtig maar te klein wiekenkruis gezet.

Nieuwsgierig geworden, wandelen we het dorp in. We ontmoeten de dappere strijder wel in 200 uiteenlopende gedaantes. Te paard, te voet, alleen van blik, net iets meer aangekleed, wakend voor de kerk, rustend in een restaurant, geschilderd op een pui, werkelijk in alle hoeken en gaten wordt het verhaal levend gehouden. We komen Japanners, Britten en nog andere nationaliteiten tegen zodat de geschiedenis dit dorp een goed rendement oplevert.

 

Wij willen Madrid aan de westzijde passeren en Jan en Rita geven aan dat zij voorkeur voor de oostzijde hebben.  Het wordt een hartelijk afscheid. Als we op de snelweg rijden, missen we hun silhouet in de spiegels.

 

In de loop van de middag komen Hanna en ik aan in Torrijos. Voor ons gewoon een overnachtingsplaats. De buurt waar we op uitkijken heeft niets bijzonders. Als we ons tegen de regels op de stoep hebben geïnstalleerd, komt er een ongeveer 50 jarige, van oorsprong een onmiskenbare Afrikaan, aanlopen en begint een praatje.

Veel diepgang krijgt de conversatie niet want hij spreekt alleen Spaans.

Toch weten we nog wat informatie uit te wisselen. De man vervolgt zijn pad maar na een paar meter komt hij terug. Aan zijn goed gevulde boodschappentas is te zien dat hij van een winkel komt. Hij biedt mij zomaar een fles cola aan. Ik weer het aanbod af. Dan haalt hij een cake uit zijn pas gehaalde voorraad. Als ik opnieuw weiger, kijkt hij me bijna smekend aan en onderstreept zijn goedgevendheid met een ‘por favor’. Niet aannemen zou nu onbeleefd zijn dus aanvaard ik zijn gift.

Met een ‘Muchas Gracias’ bedank ik hem en dan schuifelt hij de nieuwbouwwijk in. Wat een gastvrijheid.

Zaterdag 6 augustus

Het begint laag als een onschuldig muurtje. Hanna en ik hebben er geen aandacht voor tijdens de kuier naar het centrum van Segovia. We vermoeden de oude stadsmuur. Als er 100 meter verder aan de onderzijde kleine ronde bogen in de muur verschijnen, moeten we de thesis herzien. Terwijl wij al dalend het centrum naderen, blijft onze stenen wand waterpas en krijgt het steeds hogere bogen. Na een bocht begint het tot ons door te dringen dat het wonder waar wij naartoe onderweg zijn, al minutenlang aan onze zijde is. In de Romeinse tijd is in deze stad een aquaduct gebouwd over een 40 meter diep dal om water naar het centrum te kunnen transporteren.

Dit bouwwerk staat anno 2016 nog steeds fier overeind. Voor Segovia is het nu misschien nog nuttiger dan toen want de waterloop trekt honderden toeristen per dag. Met vandaag dus ook twee uit Nederland.

 

Eerder vandaag zijn we langs de westkant van Madrid gereden. Wat weer een prachtige wereld. Het is er bergachtig met veel begroeiing, vooral bos. Het geheel doet denken aan de Franse Ardèche. Zo kwamen we ook langs El Escorial. Dit reusachtige paleis-abdij is gebouwd door Philips II om samen met zijn vader Karel V zo nu en dan te kunnen uitrusten van het besturen. Bij het naderen staat het gebouw pontificaal op de horizon. Er is een grote verkeersdrukte richting het paleis. Wij hebben ons voorgenomen om het een andere keer te bezoeken.

 

Na een wandeling door een gezellige drukte komen we uit bij de kathedraal van Segovia. Ook dit is een zeer aansprekend overblijfsel uit de middeleeuwen en is een van Spanjes bekende trekpleisters. Vooral de buitenzijde heeft onze bewondering. Prachtige torens en koepels zijn bezig in een eendrachtig samenspel samen het silhouet van de reuzenkerk te bepalen.

Voor drie euro per persoon mogen we naar binnen.

Wat direct opvalt is het erg hoge middenschip. In de buitenring is het een lange rij kapellen met diverse Bijbelse voorstellingen, zowel beeldend als met reusachtige schilderdoeken. Er zijn twee speciale vertrekken waar de rijkdommen van de parochie staan uitgestald. Veel attributen, bedekt met goud en zilver, hebben met de Rooms-Katholieke geloofsbeleving te maken. Als we het gebouw uitlopen, constateren we gezamenlijk dat alle bezochte kerken toch wel veel overeenkomsten hebben.

Zondag 7 augustus

We stoppen in La Granja de San Ildefonso. Nieuwsgierig kijken we rond. Hier zou een paleis van grote allure moeten staan.

We zien een ijzeren smeedwerkpoort met een kroontje. Dat is een eerste aanwijzing dat er iets moet zijn. In de 18e eeuw bouwde Louis XIV in Versailles zijn groteske paleis. De Spaanse Koning Philip V wilde niet achter blijven en zette zijn bouwmeesters aan het werk in dit dorp, zo’n 80 kilometer ten noorden van Madrid. Ze behoorden een minstens zo mooi optrekje te realiseren.

 

We lopen al zoekend door de straten totdat we een plattegrond tegenkomen. Alle twijfel kan weg. Slechts een straatje verder doemt een majestueus paleis voor ons op.  Voor 18 euro mogen zowel Hanna als ik naar binnen. We volgen de looproute. Het paleis bevat volgens de folder 300 kamers dus bereiden we ons op het ergste voor.

Via een prachtige dubbele trap betreden we de eerste verdieping. Zaal na zaal toont zich aan ons. Grote keurig gedrapeerde gordijnen markeren de doorgangen en de vensters. Met goud afgewerkte meubelen, een gigantische dineertafel, beelden van alle groten der aarde, schilderijen, beschilderde plafonds en complete fonteinen treffen we aan in de vele zalen.

Gelukkig zijn we na zo’n 30 vertrekken klaar en mogen we naar buiten.

Een enorme oppervlakte aan tuinen strekt zich naar achteren uit. Hoewel het zo al heel indrukwekkend is, heeft de tuin duidelijk achterstallig onderhoud. Wanneer de vele waterbassins in orde zouden zijn geweest dan had het geheel een betoverende schoonheid uitgestraald. Ontelbaar vele fonteinen met de meest fantasierijke figuren, veelal in koperverf geschilderd, vormen een magistrale show van welvaart en weelde. Dit alles had door stromend water een finishing Touch moeten hebben maar dat komt na de restauratie.

 

In de namiddag arriveren we in Sepulveda. ’s Avonds wandelen we door het middeleeuwse dorpje bij zonsondergang. Romantische maar eenvoudige huizen staan in al even feeërieke straatjes. Nauwe doorgangen, een oude stadsmuur en een poort vormen met de bebouwing op en rondom een bergtop een stille getuigenis hoe het hier ooit eens was. Meerdere kerken met robuuste vierkante torens staan al eeuwen als baken in de omgeving. Bij het vallen van de nacht zitten we nog heerlijk buiten bij een zwoele temperatuur. We zien het verlichte dorp op de berghelling uitgesmeerd. De maan completeert het plaatje door in eerste kwartier boven het plaatsje te gaan hangen. Mooier kun je het niet krijgen.

Maandag 8 augustus

Het landschap ten noorden van Madrid is sterk wisselend. Soms zijn er steile kliffen, gevormd door rode aarde waarop hel groene bomen groeien. Dan weer is het terrein heuvelachtig en bijna volledig in gebruik door agrariërs. Er zijn ook best veel velden bedekt met zonnebloemen. In deze regio staan ze nog volop in bloei. In het zuiden waren ze al compleet uitgebloeid en werden ze in verdorde toestand geoogst.

Ook zijn hier velden waarop veel bomen groeien zonder dat je kunt spreken van bos. Dit is het domein van de vleesrunderen die vaak onder de schaduw van het lover hun eerder bij elkaar gegraasde maaltijd liggen te herkauwen. Door het landschap meanderen veel rivieren hoewel de meeste in dit jaargetijde droog zijn. De Duero vormt hierop een uitzondering. Deze rivier die uiteindelijk via Portugal de Atlantische Oceaan bereikt bevat een flinke hoeveelheid water wat heerlijk via een ruisende stroomversnelling zijn weg naar het laagste punt zoekt.

 

Vol positieve indrukken van datgene we zien, komen Hanna en ik aan in San Leonardo. De camper wordt op een recreatieterrein geparkeerd. Het is een ideale plek om met de fiets of te voet het bos in te trekken. Wij geven de voorkeur aan iets minder actief. Als we heerlijk achterover liggen in de stoel, zien we wel 50 tot 70 vale gieren vliegen, of beter gezegd zweven. Soms scheren ze rakelings over. Dan weer zijn het stipjes hoog in de lucht. De vliegshow blijft ons boeien en biedt de hele middag vermaak.

 

We rijden naar de CP van San Leonardo. We komen uit op een prachtig plekje achter het zwembad tegen de bosrand. Een vrolijk klaterend beekje vormt de afscheiding met de bomenrij. Onder de koelte van het bladerdek en met de lucht vol dennengeur genieten we van ons drankje en lijkt morgen nog weken ver weg.

Dinsdag 9 augustus

We parkeren op een schitterend plekje nadat we de steile helling van Numantia hebben overwonnen. We overzien de bergachtige omgeving vanaf ons hoge punt. Geen wonder dat ruim twee millennia terug de bewoners zich hier veilig achten. Het stadje bleef zich verzetten tegen de Romeinse legers die de overige delen al wel hadden veroverd. Met een leger van 60.000 man slaagden de Romeinen er uiteindelijk in om het verzet te breken. Uit voorzorg voor nieuwe rebellie werd de rechterhand van elke jongen en man afgehakt. Tevergeefs zo bleek wat Numantia bleef Rome tarten. Daarom werd de stad in het jaar 132 voor Christus door het legioen volledig verwoest.

De Spanjaarden worden graag herinnert aan deze onverzettelijkheid en daarom is Numantia hier een begrip. De ruïnes zijn bewaard gebleven en vandaag brengen wij een bezoek aan dit stuk geschiedenis. De oppervlakte is bescheiden en heel veel is er niet te zien maar de magie zweeft nog rond en wij hebben hem geproefd.

 

Wij stoppen in Enciso. In een nog veel verder verleden dwaalden hier de dinosaurussen rond. De weg hier naar toe was prachtig. Eerst over de bergruggen met weids uitzicht, de laatste 10 kilometer over de bodem van het ravijn samen met een kloek riviertje. Hoge rotswanden aan weerzijden doen je een heel klein schepseltje voelen.

Vol goede moed op naar de dino’s.

We komen in een bovenzaaltje terecht waar enkele Juressicpark-achtige video’s draaien en wat stenen te zien zijn waarop een voetafdruk van zo’n prehistorisch monster op afgedrukt staat. Zonder onder de indruk te zijn geraakt vertrekken we naar Arnodillo.  De CP ligt er prachtig bij. Hoog in de bergen met uitzicht op meerdere bergtoppen. Ook hier zweven de vale gieren weer rond op zoek naar kadavers. Hier komen we de nacht vast wel weer goed door.

Woensdag 10 augustus

Behoedzaam lopen Hanna en ik over het wandelpad. We worden ingehaald door een groep met een aanzienlijk hoger tempo. Ook hun bepakking lijkt beter op orde dan de onze. Wij dragen sandalen, de snelle voorbijgangers hebben allen stevige wandelschoenen aan en dragen een goedgevulde rugzak. Wij hebben niets meer bij ons dan onszelf.  Onze neuzen wijzen wel gelijk; Santiago de Compostella. Niet dat wij geen doorzetters zijn maar bij het zien van de nog te lopen afstand, 790 kilometer, breken wij onze tocht af. Wel kunnen wij nu stellen dat we het pelgrimspad tussen Roncesvalles en Compostella hebben belopen. 

 

We veranderen onze missie in het toeristisch besnuffelen van het pelgrimsplaatsje Roncesvalles. Het bestaat enkel uit een paar grote gebouwen waaronder twee kerken. De panden zijn vrijwel allemaal een hotel en/of een restaurant. Het is druk met bedevaartsgangers en losse toeristen. Deze plaats blijkt een verzamelpunt te zijn voor de moedigen die lopend naar de andere kant van Spanje gaan als boetedoening.

Zoals gebruikelijk staat de kerkdeur open.

Wij schuifelen naar binnen. Het is qua formaat een bescheiden godshuis. Het achterschip wordt prachtig uitgelicht door meerdere glas-in-lood ramen. In de zijmuur ontdekken we een doorgang. Het leidt via een lange trap neerwaarts naar de crypte. De bezoeker wordt gevraagd de ruimtes alleen in absolute stilte te betreden. Wij voldoen zonder morren aan deze vraag. Het zijn duidelijk zeer oude gewelven maar de clou missen we.

 

Onze verblijfplaats is een nergens vlak parkeerterrein maar meerdere campers tarten de zwaartekracht dus wij klagen niet. Wel staan we prachtig tussen het groen. De temperaturen hier zijn heel Nederlands; 18 graden maar in de zon heerlijk.

 

Na deze wekenlange rondreis gaan we morgen weer richting noorden. De rit via Frankrijk naar huis gaat vlot.