Noord Duitsland

Het voorjaar is gearriveerd.

De temperatuur wil nog niet echt klimmen maar de stand van de zon verraad dat de seizoenswissel heeft plaats gevonden. We gaan een reis naar Denemarken maken, maar we verblijven ook een paar dagen in Duitsland.

Maandag 17 april

Start van onze voorjaarsreis naar Denemarken. Drie dagen later dan gepland. De camper is er meer dan klaar voor. Alles wat leeg moet, is leeg. Alles wat vol moet, is vol. Nadat ook de koelkast is volgepropt en de nodige kleding is overgebracht, zetten we uit end. Rastede is het eerste doel. Ooit woonde hier een belangrijk persoon. Een gigantisch huis gaf hem status en alsof dat nog niet genoeg was, legde hij erachter een vele hectaren groot park aan. Roem is vergankelijk, maar het slot en het park hebben door de jaren weten stand te houden.

Met de wandelschoenen aan, lopen we het aangelegde bos binnen. We komen langs een grote vijver waar een fontein vrolijk meerdere stralen water meters hoog aan het spuiten is. Ganzen bezetten de oever. Moedergans heeft het druk met haar pasgeboren kroost. Wereldvreemd als ze zijn, doen ze juist die dingen wat mama erg zenuwachtig maakt. 

Het bos slokt ons op. Blauwe bordjes zorgen ervoor dat we niet verdwalen. Maar de tand des tijds (of de jeugd?) maakt het voor de onbekende dwaalgasten als we zijn een stuk lastiger. Niet alle blauwe bordjes hangen meer op hun plaats en uiteindelijk moet google maps ons weer op het juiste spoor krijgen.

Via prachtige landwegen, waar de eerste koolzaadvelden alweer schitterend geel staan te wezen, rijden we door naar Bremervorde. Daar parkeren we bij het meer. Volgens het bord bij de ingang kun je hier alleen parkeren tot tien uur ‘s avonds. Zowel Hanna als ik lopen nieuwsgierig rond om te ontdekken welk gevaar er na tienen op zal doemen, wat het parkeren onmogelijk maakt. We zien niets verontrustends en besluiten te blijven staan.

Als de klok voorbij de tien is gekomen, zullen we extra opletten.


Dinsdag 18 april

Voor de burgemeester van Bremervorde heb ik goed nieuws. Onze parkeerplaats is ook prima ‘s nachts te gebruiken. Het bord kan aangepast worden. Wel startte de bouwondernemer om 6.15 uur zijn werkzaamheden. Nu heeft deze ondernemer zijn containers ook op de parkeerplaats gezet, zodat Hanna op die tijd rechtop in bed zat.

We rijden naar Hemmoor. Daar hebben ze begin 20e eeuw een zweefbrug gebouwd. Al met al een gigantisch bouwwerk. Hoog boven het water is een railsysteem ontworpen, waaraan een brugdek hangt. Als deze vol staat met passagiers dan ‘zweeft’ het brugdeel naar de overzijde waar een ieder z’n weg kan vervolgen. De Hemmoorbrug is de oudste van de nog aanwezige zweefbruggen op de wereld. We beseffen dat we naar historisch erfgoed staan te kijken.

De route gaat via een veerpont naar Gluckstadt. Vanochtend hebben veel reizigers dit plan, want er staat een flinke file voor het water. Na een uur wachten en soms een beetje vooruit, mogen we inschepen. De Elbe is zowat een kilometer breed op dit punt, zodat de oversteek best wat voorstelt. Dat doet de prijs ook; 31,50 euro. Daar kun je ook 200 kilometer mee rijden in je camper, toch is de vaartocht de moeite waard.

In Husen houden we een pauze. Waar we staan, begint een natuur-leer-pad. Dat laten we niet aan ons voorbij gaan. Leergierig als we zijn, stappen we met frisse blik het bospad op. Al gauw komen de informatieborden ons vertellen wie er allemaal in een bos leven. Van de meest gruwelijke insecten tot de jakhals zouden we in principe tegen kunnen komen. Na twee kilometer staan we weer bij de camper. Eigenlijk zouden we hier overnachten maar we besluiten wat tijd in te halen en door te rijden tot Denemarken.

Overigens is het uitzicht tijdens de reis door Noord-Duitsland afgrijselijk. Afgrijselijk, want je blik wordt geteisterd door duizenden windmolens. Vooral als je weet dat het geen enkel probleem oplost, maar juist veroorzaakt, doet zoveel domheid je echt pijn aan je ogen.



Zaterdag 29 april

Na een lange tijd van rondzwerven gaan we vandaag Denemarken weer verlaten. Het is maar een korte rit naar de veerboot. We kopen een ticket. De prijs is een stuk hoger dan ik had ingeschat. Maar liefst €130,— wordt er gerekend om ons campertje 8 kilometer over de Oostzee te varen. Wij moeten onderin, samen met vrachtwagens en bussen. Op het dek zien we Denemarken langzaam achteruit varen. Drie kwartier duurt de oversteek en dan zijn we in Duitsland. Via de snelweg raken we al snel een stuk landinwaarts. De eerste stop is in Mölln gepland. 

Zo staan we voor de poort van een heus wildpark. De entree is vrij. Dat is meestal geen garantie voor een spannend avontuur. In een bos lopen kriskras goed te bewandelen paden. Veel Duitsers maken er een gezinsuitje van. Kinder- en wandelwagens vechten om voorrang. Die net wat ouder zijn mogen zelf lopen. De vraag rijst; hoe wild is dit park eigenlijk?

De test komt als we voor de eerste kooi staan. Hoe we ook turen, er zit geen teken van leven in. In de volgende huist een ravenstel. Leuk. Daarna zien we een, ons onbekende, vogel op z’n dooie gemak op een takje zitten. Wel is er een kooi omheen gezet, dus het beestje zal zeldzaam zijn. In een grote modderpoel huizen drie zwijnen. Eentje heeft een heel stel biggen om zich heen. Niet roze, maar zwart gestreept. Grappig is te zien hoe een ander zwijn lekker in de modder begint te rollen. Daarna zien we enkele uilensoorten. Het zijn de wat kleinere modellen. Onze kerkuil is veel groter.  We ronden een klein meertje zonder ook maar iets bijzonders te zien. Daarna komen we door een gebied met herten. We zien veel bomen, maar geen hert. Voor we het beseffen staan we weer bij de ingang. Inderdaad kun je beter maar geen entree-geld vragen.

We reizen door naar Boizenburg. De plaats dankt zijn naam aan een stroompje dat de Boize heet. Achter het dorp, bij een weiland, parkeren we. Even verderop staat een merkwaardig bouwsel. Het blijkt een natuurlijk podium te zijn. Talrijke dunne takken zijn samengebundeld en in vormen gedwongen. Ze hebben wortels en zijn in de aarde geplant. Het bladgroen meldt zich al voorzichtig. Als het bladerdek eenmaal zit, heeft het podium een overkapping. In een lange rij naar het podium toe staan nog veel meer van deze merkwaardige creaties. Takkenbossen die iets uitbeelden en in de zomer groen gaan worden.


Zondag 30 april

De koffiestop is bij een tulpenveld. We hebben daardoor een mooi uitzicht op gele en rode bloemblaadjes. Het is overigens een serieuze business. Ter grootte van de gemiddelde volkstuin is een klein hoekje van een groot akkerland beplant met tulpenbollen. Belangstellenden mogen plukken zoveel ze willen, maar moeten wel 60 cent per bloem in een potje doen. Het loopt deze ochtend heel aardig.

In Bispingen parkeren we de camper bij ‘Das verruckte Haus’. Voor de lol is een huis volledig op z’n kop gebouwd. Alle meubilair zit aan de ‘vloer’  geplakt zodat dit ook ondersteboven te bewonderen is. Het hele huis is zo een spiegelbeeld.

Omdat ze de woning scheef hebben neergezet, krijg je dubbel het idee dat er iets mis is, als je door de vertrekken loopt. Mensen maken hilarische foto’s, zoals met de aan de bovenkant geplakte toiletpot. Op een mooie zondag, wat het vandaag is, trekt zoiets aparts nog best veel volk.

Voor de nacht gaan we in Dörverden staan. Een stel is in 2010 hier wolven gaan houden, met de bedoeling mensen vertrouwd te maken met dit roofdier. In grote afgesloten kooien zitten een aantal exemplaren opgesloten. Er zijn verschillende soorten en per soort hebben ze een kooi. Witte wolven, grijze wolven en de Europese wolf zijn zo afzonderlijk te bekijken.

 

Om half vier is het voedertijd en een grote groep mensen loopt achter de verzorger aan. Deze houdt een lang verhaal over het gedrag van wolven. Uitgebreid legt hij uit wat je moet doen als je in het bos zo’n beest tegenkomt. Ook bij de ruimte met Alpaca’s heeft hij een heel betoog. Deze laatsten zitten hier om aan te tonen hoe je vee, zoals schapen en geiten, thuis kunt beschermen tegen de hongerige wolf. In Duitsland kan een eigenaar van vee tot €30.000,— subsidie krijgen om een afrastering aan te leggen. Volgens de spreker is een hoogte van 1.20 meter genoeg omdat een wolf niet over iets durft te springen waarvan hij niet weet hoe het terrein er uit ziet waar hij gaat landen. Wij twijfelen aan deze stelling.

 

Er zijn enkele luxe suites gebouwd op palen in het wolventerretorium. Deze kun je als vakantiehuis een tijdje huren.

 


Maandag 1 mei

Na het genot van wolvengehuil in de nacht, vertrekken we voor het laatste traject naar huis. We rijden over mooie binnenwegen en zien de koolzaadvelden prachtig in bloei staan. Vooral in heuvelland komt dit schitterend tot uiting. Er is een tussenstop ingepland. Bij een stuwmeer in de buurt van Cloppenburg parkeren we op een groot terrein. Hier staan meerdere campers en volgens ons niet alleen overdag. De wandelschoenen worden aangetrokken en we slenteren langs het meer. het is minder idyllisch dan gehoopt. om zeker te zijn dat de buurt niet onderloopt, hebben de Duitsers een zware ringdijk aangelegd om het meer. Daar bovenop is het fiets- en wandelpad. Het is allemaal vrij recht en slecht. Wel is het druk. Volgens ons is 1 mei in Duitsland een vrije dag, want onderweg hadden we al meerdere festiviteiten gezien, en ook hier bij het meer is het behoorlijk druk. Een rondje lopen zit er niet in, dus keren we na anderhalf uur en bekijken het meer nu van de andere kant.

Daarna rijden we meteen door naar Groningen. Hanna wil de wasmachine aan het werk zetten en de camper uitpakken kost ook de nodige tijd. We kijken tevreden terug op een mooie trip. Op een paar dagen na, hadden we mooi weer, alhoewel een beetje fris.