Eerste verkenning van Albanië

(en Montenegro)


Onderweg naar Griekenland camperen we een paar dagen in Albanië.


Donderdag 13 juli

Omdat Bosnië-Herzegovina bij de vredesbesprekingen een stuk land aan zee heeft bedongen, gaan wij vandaag kennis maken met dit land.

We komen aan de grens. Zo maar doorrijden is er niet bij. Paspoorten worden gecontroleerd en een scherpe blik richting ons en ons voertuig is er voor de na-inspectie. Dan rijden we door Bosnië. De stad Neum is het Zandvoort van dit Balkanland. Een drukke boulevard en vele badgasten waarvan de meeste in zee. Begrijpelijk want het is 36 graden. Het land eindigt al weer snel. Na ongeveer 10 kilometer staan we weer bij de grens. Weer controle en scherpe blikken, alhoewel ook een vriendelijk ‘goede middag’.

We rijden langs Dubrovnic. De grote baai voor de stad ligt vol met luxe jachten en aan de kade liggen drie cruise-schepen. Wij mogen dit van boven aanschouwen omdat route 8 hoog langs de stad voert.

Als we in de middag de Kroatisch-Montenegrijnse grens naderen komen we over een lengte van 2 kilometer langs een open groentemarkt. Aan weerszijden van de weg staan allemaal eenvoudige kraampjes vol met vruchten maar vooral meloenen. Veel klandizie is er niet.  Een lange rij auto’s staat al voor de grens. Een voor een passeren we de beambte. Paspoorten worden gescand en daarna krijgen we groen licht. Een stukje niemandsland, zo blijkt want na een bocht en 500 meter verder is er weer controle. We beseffen dat dit de grens met Montenegro is en wat we net gehad hebben een Kroatische nacontrole was. De rijen zijn hier langer en de controle intenser. Na lang wachten komen we eindelijk voor het loket te staan. Opnieuw een studie op onze paspoorten maar nu moet er ook het verzekeringsbewijs aan te pas komen.

De inhoud bevalt de man.

Er wordt met kracht twee stempels in onze passen gezet en we krijgen vrij baan.

Wat is de kustlijn van Montenegro mooi. Omdat de bergen aanzienlijk hoger zijn dan in Kroatië wordt het landschap nadrukkelijke uitgetekend. De groene eilanden met de blauwe zee, witte huizen met oranje daken en dat alles tegen een prachtig bergdecor.

We steken met een pont een zeearm over anders had je kilometers om een binnenzee heen moeten rijden. Het is druk in Montenegro. Een rij auto’s slingert zich enigszins chaotisch door de nauwe straten. Eigenlijk is het één lint bebouwing langs de kust met een kleine onderbreking met bos en rotsen.

Dichtbij de grens met Albanië willen Pio en Mio de bergen in. We zien dat we zo een flink eind kunnen afsnijden en gaan mee in dit idee. Na een paar kilometer komen we bij een klein pleintje met een fontein uit.

Dit lijkt ons een best aardige overnachtingsplaats. We zetten de camper pal voor de fontein en installeren ons in de schaduw. Het blijkt een heel levendig punt te zijn. Een boer die wat water tapt uit de fontein vraagt naar onze herkomst. Een moeder en kind komen de veestapel naar huis halen en ze drijven vier koeien langs de camper. Wel wordt er vriendelijk gezwaaid vooral door de peuter.

Tot laat gaat het verkeer op ons ‘rustige’ plekje langs ons heen. Maar we genieten van het uitzicht op de bergen en de bijzondere, maar vooral aardige mensen.

Vrijdag 14 juli

Griekenland in zicht.

Wij staan op de Sunsetcamping in Ksamil, Albanië. Kijken we over zee dan zien we het eiland Corfu liggen. Nog een uur rijden om ook echte Griekse bodem onder de camper te krijgen.

Lange wachtrijen voor de Albanese grens. Maar we hebben al geleerd geduldig te zijn, je komt vanzelf aan de beurt. Als alles wederom dik in orde is mogen we Albanië binnen rijden. Geen dubbele grenswacht deze keer, direct waren we ‘welcome’.

Alle stereotyperìngen kloppen direct op de eerste kilometers; paard en wagen passeren en even later een kalme Albanees die zich per ezel vervoert. Maar het land is in beweging. Veel prachtige nieuwbouw panden compleet met een onder architectuur gebouwde voorgevels van spiegelend glas.

Het gaat de Albanezen goed, we worden vaak en veel ingehaald door gloednieuwe Audi’s, BMW’s en Mercedessen allemaal met het AL-kenteken. Zelfs een patserige Hummer scheert al glimmend langs ons voorwiel.

Onder snelweg verstaan de inwoners wat anders dan wij. Wel prijkt aan het begin van de vierbaans weg het bekende bord van ‘autosnelweg’. Daarmee houdt de vergelijking met Nederland op. De snelweg is een brede baan asfalt zonder strepen. Hij wordt door iedereen gebruikt, natuurlijk door auto’s en vrachtwagens maar ook door bromfietsers, bakfietsers en wandelaars. De laatste drie groepen bewegen niet altijd met de verkeersstroom mee.

Vervolgens staan langs de kant van de weg de bekende stalletjes met koopwaar. De bedrijven langs de ‘snelweg’ hebben allemaal hun eigen uitgang op  de weg. Als dat maar goed gaat? Dat doet het dus ook niet, getuige de vele herinneringsmonumenten aan vooral jonge (20-30) verkeersdeelnemers. In één bocht staan drie monumenten, waarvan er twee dubbele. Niet dat men er veel van leert want ook vandaag gaat het op haren en snaren goed met hachelijke inhaalmanoeuvres.

Bij Gjirokaster parkeren we bij een rivieroever. Veel lokalen zoeken hier verkoeling in het stromende rivierwater. Het is een schitterende plek in de natuur. Het water stroomt tussen grote rotspartijen door, de oevers zijn breed en bedekt met vrijwel wit steengruis. Er groeien veel bomen met grillige vormen die volop in blad staan. Op de achtergrond de bergen tegen een strak blauwe lucht.

De wegen in het algemeen zijn prima te berijden op enkele verraderlijke plekken na. Je moet blijven waken voor forse gaten in het wegdek.

 

Blijf wel gebruik maken van de oranje en rode wegen op de kaart. Als we bijna op de bestemming zijn, gaat het alsnog mis. Pio had vrijaf en Mio bepaalt de route. ‘Na 100 meter rechts’. We stoppen en zien een onverhard pad liggen vol met gaten en kuilen.

De kaart toont een wit weggetje.

Om niet te hoeven omrijden, wagen we het erop. Maar dat is eens en nooit weer. Op de allerlaagste snelheid stuiteren en rollen we over de ongelijke stenen en diepe gaten. Halverwege komen we in een kudde koeien terecht. De beesten gaan moeizaam aan de kant. Het slotakkoord is het ergste. Het pad ligt met losse stenen in een V-vorm en loopt steil op. We halen het met het hart in onze keel. Na inspectie lijkt de camper de martelgang wonderbaarlijk goed te hebben doorstaan.

Zaterdag 15 juli

Griekenland nog steeds in zicht.

Geen meter opgeschoten vandaag. Na 6 dagen van gemiddeld vijf uur rijden per dag nemen we vandaag een rustdag. De plek is er dan ook naar. Een prachtig blauwe lucht, strand en zee voor de deur. En voldoende te zien. Camperaars gaan en komen. Hanna raakt in gesprek met onze buren uit Australië. Per boot hebben ze hun camper naar Singapore laten varen en sindsdien zijn ze op wereldreis, welke ze voor een paar maand per jaar onderbreken door even terug te vliegen naar huis. Veel gasten komen uit Polen. Vrijwel allemaal hebben ze een motor of scooter achterop de camper hangen.

In de middagzon wagen wij ons lijf toe aan het zeewater. Heerlijk om even te zwemmen bij de hoge temperaturen. Vandaag staat er een aardig briesje wat voortdurend voor een aangename verkoeling zorgt.

Later op de dag krijgen we buren uit Engeland. Hun reis verloopt niet in alles voorspoedig. Ze zijn voor het derde jaar op reis met hun camper en het bevalt uitstekend ondanks dat afgelopen nacht met een rukwind het grote dakluik er is afgeblazen en de zonnepanelen niet werken. Wel moet zij straks even terug naar Engeland omdat ze als pedicure haar klanten niet te lang kan laten wachten.

Sunset-camping heeft ook een restaurant.

In de avond gaan we deze testen. De ambiance is geweldig. De ruimte bestaat alleen maar uit een dak zodat de zwoele avondlucht vrijelijk langs de tafels kan trekken. Het uitzicht is op de baai waar aanrollende golven voortdurend voor gepaste muziek zorgen. De eigenaar is bijzonder vriendelijk. Buiten staat een aantrekkelijke menukaart hongerige passanten naar binnen te lokken. Voor vanavond moet de uitbater het echter van ons hebben. Als we willen bestellen blijkt dat het menu is ingekort tot twee gerechten. We doen het ermee en maken een keuze. Hanna gaat voor de gevulde kipfilet en mijn keuze valt op het varkensgerecht.

Het diner staat verrassend snel op tafel zelfs voordat we de enige klanten zijn. Het varkensgerecht blijkt een karbonade te zijn en de kip is gevuld met groente. Het smaakt prima, maar in Nederland hadden ze er geen ster voor gekregen.

Aan personeel overigens geen gebrek; in totaal hebben wij vanavond vier personen aan het werk. Voor het dessert krijg ik de keus uit Tiramisu waar mijn keuze dan ook op valt. Hanna gaat voor een kop koffie. Als we het dessert verorberen, komt de groenteboer verse waar brengen. De eigenaar biedt ons spontaan verse meloen aan van het huis. Net binnengebracht. De schotel met meloenbrokken smaakt ons goed en Hanna vertelt de gastheer dat wij dit Galia-meloen noemen. Als extra bonus van het huis krijgen we ook nog een nectarine toegestopt, ook vers van de groenteboer. Wij kijken met voldoening terug op de maaltijd. De eigenaar is uiterst beleefd en toegankelijk en we zaten op een prachtige plek.

Als we nog even over de boulevard slenteren, zien we dat Albanië z’n best doet om een toeristisch aantrekkelijk gebied te worden maar dat er nog flink aan geschaafd moet worden. Zo komt men bij de afwerking van vele zaken nog tekort en is het handiger om de rommel en afgedankte spullen op te ruimen in plaats van in het zicht te laten staan. Maar we hebben de juiste instelling gezien en hebben daardoor het vertrouwen erin dat het hier wel goed komt.