De Balkanroute

Langs de Duitse westgrens


Vrijdag 19 juli

Afscheid nemen van de vaste burcht lukt ons slecht. Pas om 16.45 uur verlaat de N+B het eigen erf. Eerst was er onze huisschilder, die zijn klus keurig heeft afgerond. Dan kwamen de laatste loodjes. Vooral de allerlaatste kostte enige moeite. Ook heeft Hanna nog een was gedraaid, waarna de droger in actie moest komen. Zo zitten we zo rond half vijf in de stoel te wachten op de verlossende pieptonen van de droogtrommel. Verder is alles in gereedheid gebracht.

 

De rit wordt voortaan begeleid door zenec. Pio(neer) is achtergebleven in de verkochte Hymer. Mio heeft problemen met updaten en de nieuwe generatie wordt niet in Nederland verkocht. Vanaf nu is het dus zenec. Deze zit gemonteerd in onze nieuwe camper. Een dure jongen, dat wel. De kaarten bleken nog van 2018 en een update heeft mij 200 euro gekost. De nieuwe kaarten kosten 120 en een lege SD-kaart nog een keer 80. Maar de instructies komen luid en duidelijk over, en met de opgefriste kaarten weet ze nu ook waar ze is.

Als co-piloot gebruik ik nu google-maps. Op een speciaal aangeschafte monitor kan ik de route van maps in het groot tonen. Zo kan ik zenec controleren of ze wel de slimste route kiest.

 

Het oorspronkelijke plan om een grote lus door de Balkan te rijden, hebben we moeten laten varen. Wegens familie-omstandigheden willen we niet te ver en te lang van huis. Bovendien is Hanna vlak voor vertrek gebeld door eye-scan. Haar gloednieuwe lenzen zijn gereed en de chirurg wil deze dingen graag eind augustus bij haar op de goede plaats monteren. Dat samen betekent dat de rit ongeveer een maand kan duren. We hebben de trip omgedoopt tot Europatour. 

 

Via de snelweg A31 zijn we even na zessen in Schuttorf gearriveerd. De camperplaats staat barstensvol, maar op het aanpalende parkeerterrein is nog wel enige ruimte. De Niesmann komt op zijn eigen benen te staan en wij starten de vakantiereis met een lekker kopje koffie in de schaduw, want de temperatuur probeert de dertig graden aan te tikken. De Eems stroomt vlak langs ons tijdelijk verblijf. Dat is hier dan ook de enige afleiding. Tegen de avond vertrekken alle personenauto’s om ons heen, nadat de berijders zich de hele middag hebben vermaakt op het strand, want op de rivieroever is gecreëerd.


Zaterdag 20 juli

Al vroeg straalt de zon het camperdak aan. Opnieuw wacht ons een mooie dag. We lichten de poten van ons reispaleis. Het eerste deel van de rit gaat naar Steinfurt. Daar ligt het Bagno-park. Een oud historisch kasteel, omringd door slotgrachten, ligt op de grens van het park en het stadje. Voordat we arriveren, drinken we onderweg een kop koffie op een mooi aangelegde parkeerplaats.

 

We volgen de borden en willen in Steinfurt de camperplaats opdraaien. Maar een rood/wit hek blokkeert de ingang. Iemand heeft bedacht, dat er vandaag niet geparkeerd mag worden. Ook een ander terrein is minder geschikt dan we dachten, maar uiteindelijk vinden we een plekje. We gebruiken vijf parkeerhavens en dat recht tegenover het politiebureau. Het is zaterdag, dus de meeste agenten zullen wel vrijaf hebben, hopen wij.

Als we Steinfurt binnenlopen zien we mooie karakteristieke gebouwen. Van het kasteel is niet veel te zien, behalve de buitenmuur. Dit probleem los ik met de drone op. Als we het park in willen lopen, komen we langs een hele vloot Henkel-scooters. Sommige berijders staan bij te praten over hun machine, die uiteraard het mooiste is van het stel. Andere zwerven uit naar Steinfurt. We dwalen even door de bosrijke omgeving, maar houden het dan voor gezien. Het warme weer stimuleert niet om een eind te gaan wandelen.

We vervolgen de tocht naar Telgte. Dit is een bedevaartsplaats. In het centrum van het dorp, pal aan de Eems, staat de Marienkapel. Door een nabijgelegen natuurgebied loopt een kruisweg. Wij zijn nieuwsgierig of de Duitsers hier net zo devoot mee omgaan als de Fransen met Lourdes, en de Portugezen met Fatima. Ergens kunnen we ons dit niet voorstellen.

Op de vrije camperplaats vinden we nog een plekje. Het is een schitterende staanplaats voor zwervers, zoals wij. We hebben uitzicht over een veldje met op de achtergrond een bos. We gebruiken de hele middag om te acclimatiseren. De heersende temperatuur drukt ons achterover in de campingstoel en adviseert ons er niet weer uit te komen. In dit geval zijn we meegaand. Morgen is er alle tijd voor een bedevaart.

Aan het begin van de avond is er plots rumoer in het naastgelegen park. We horen grote ventilatoren overdreven tekeer gaan. Na een paar stappen zien we dat er gevlogen gaat worden, en wel met een luchtballon. Na veel geblaas en gestook zijn de beide piloten zover, dat ze kunnen opstijgen. Nog gauw de laatste passagier naar binnen werken, en dan kan de recreatieve vlucht beginnen. Al snel zijn de luchtschepen aan het zicht onttrokken.


Zondag 21 juli

Hanna trekt haar beste kleding aan, en ik blijf niet achter. Het is ook niet niks, wat we gaan doen. Nadat we de camper hebben afgesloten, gaan we op weg. We gaan op bedevaart. We steken de Eems over en lopen recht op de kerktoren af. De koepel van de Mariakapel glinstert in de zon. Uit de kerk klinkt muziek.

 

Dan zijn we gearriveerd bij het beginpunt.

Een hele beeldenrij vertelt het verhaal van de kruisiging van Jezus. Bedevaartgangers krijgen iedere stap te zien, uitgewerkt in levensgrote beelden, die op enige afstand van elkaar staan. We komen langs de veroordeling van Jezus tot de dood. Daarna volgt een treurende moeder, de opdracht om het eigen kruis te dragen, de moeilijke gang naar golgotha en uiteindelijk de kruisiging zelf. Voor de bedevaartganger, die het moeilijk krijgt, is een bankje beschikbaar. Maar het verhaal eindigt positief. De laatste beeltenis is van de opstanding.

We dwalen nog even door Telgte. Het is best een aardig stadje. Een gezellig marktplein met een aantal terrassen, is het hart. Rondom zijn vele parkeerplaatsen aangelegd, want vanuit heel Duitsland, en wellicht verder, trekken gelovigen naar deze plek.

Een beste regenbui gooit onze plannen in de war. Dit is geen weer voor een boswandeling. Dan kunnen we beter gaan rijden. In Hamm is een heel bijzonder park met allerlei fantasie voorstellingen. Dit wordt ons nieuwe doel. De reis verloopt aanvankelijk voorspoedig. Toch zal het op een grote beproeving uitdraaien.

 

We zijn al in Hamm aangekomen, als de grote geduld proef begint.

 

Linksaf zegt zenec, hoewel een onduidelijk verbodsbord dit wil voorkomen. Na enige honderden meters houden nieuwe, overduidelijke, borden ons wel tegen. We zien op afstand blauwe alarmlichten zwaaien. Ziekenauto’s en politiebusjes blokkeren de weg. We keren.

Er dient een nieuwe route te komen. Daarvoor roep ik de hulp van Maps in. Even lijkt het goed te gaan. Als we het pad naar het Maximiliaanpark willen inslaan, blijkt dit een heel smal weggetje. Een bord vertelt, in tegenspraak met de pijl, dat dit geen doorgang is. Met moeite komen we terug op de hoofdweg. Braaf volg ik de nieuwe aanwijzingen van Maps. Dan komen we op een kruispunt, wat ons verbiedt om rechtdoor te gaan, en ook linksaf is gebarricadeerd met een hek. De enige vrije weg is de weg die we niet moeten hebben. Na een paar kilometer vind ik eindelijk een stopplaats. Ik wil een nieuw reisdoel instellen. Maar de app op de telefoon wil niet starten. Na diverse vruchteloze pogingen, besluit ik het apparaat opnieuw op te starten. Na enkele schermen, loopt het helemaal vast. Zonder doel en richting rijden we maar door.

In een dorp, veel verderop, slaag ik via een hotspot van Hanna’s smartfoon, toch nog een nieuw reisdoel te vinden. Het wordt Soest in Sauerland.

 

Na het avondeten wandelen we door het mooie centrum. Meerdere pleinen, omringd met prachtige vakwerkhuizen, volgen elkaar op. Hier en daar is een terras gevuld met dankbare gasten. Er staan in het centrum vele kerken. De topper is een heuse kathedraal, die echter in de steigers staat.


Maandag 22 juli

Voordat we Soest verlaten, besteden we eerst nog wat geld. Bij de Lidl halen we een brood, met wat toebehoren. Bij een tankstation laat ik de tank vollopen met diesel. Gisteren was deze brandstof hier 5 cent goedkoper, maar ze zagen ons aankomen en hebben het snel aangepast.

We rijden een prachtige tocht door Sauerland. We slingeren ons op kronkelwegen om de hoogste bergtoppen heen. We stijgen en dalen, zodat de Niesmann zich nu moet bewijzen in bergachtig gebied. Met de automaat is het gemakkelijk rijden. De wagen past zich prima aan de omstandigheden aan.

We maken een koffiebreek op een uitrit van een bospad, zonder uitzicht. Met de middaglunch maken we het goed door langs een glimmend bergmeer te parkeren.

 

We stranden uiteindelijk in Bilstein. Ik had in het vooronderzoek daar een aardige halteplaats gespot. Het was even lastig om er te komen, maar als we eenmaal staan, hebben we een koninklijk plekje.

We hebben uitzicht op een grote vijverpartij, en zijn omringd door hoge heuvels van Sauerland. Het dorp ligt verderop, zodat het er heerlijk rustig is. In de vijver staat een fontein. Deze spuit op geregelde tijden liters water omhoog met een variatie aan hoogte.

De vijver trekt plaatselijk publiek. Een grootvader leert zijn kleinzoon varen met een minibootje op afstandsbediening. Het jochie mag toekijken, hoe opa zich nog even kapitein op een speedboot waant. Wandelaars en fietsers rusten op een van de vele bankjes uit. Als een aanwonende de hond uitlaat, keurig aan de lijn, dan moeten de benen even worden ingetrokken.

Tegen de avond koelt het duidelijk af, daardoor kan de terrasset spoedig in de garage. Maar binnen zitten is geen straf. Lekker hangend in de grote cabinestoel besteden we de tijd aan puzzelen en werken aan de website.


Dinsdag 23 juli

De weersvooruitzichten bepalen onze plannen. In de ochtend is het nog prima weer, maar in de middag zullen enkele forse buien overtrekken. Wij blijven bij de vijver, tenminste vanochtend. Als het weer verslechtert, gaan we rijden.

 

Het is prima buiten zitten. Ik besef me opeens dat ik nog geen vier meter bij de camper vandaan ben geweest, zolang we hier staan. Daar gaat nu veranderen. Ik sta op en struin alle paadjes af, die rondom de waterpartij lopen. Op een veldje is een behendigheidsparcours uitgezet. Het trekt weinig publiek, want het ligt er verlaten bij. Even verderop is een natuurzwembad. Nu kan ik ook de gillende kinderstemmen plaatsen, die uit deze richting kwamen. Via een smal fietspad, dat over een bruggetje het achterliggende bos inloopt, is het mogelijk nog een heel eind door te wandelen. Ik hou het er snel voor gezien. Terug bij ons reispaleis, zie ik dat de regen al aardig vordert, richting ons.

Tijd voor de vervolgreis. Terwijl de ruitenwisser in standje twee staat, verlaten we Bilstein. Door de nattigheid zien we weinig van de omgeving. We draaien de autobaan op, om zo even meer op te schieten. Maar het stuk weg wat wij willen rijden, wordt door de wegenbouwers stevig onder handen genomen. Vrijwel onafgebroken mogen we ons tussen gele lijnen verplaatsen, terwijl van ons en de overige weggebruikers een gematigde snelheid wordt verwacht.

 

Het laatste stuk gaat weer over landwegen. Nadat ik bij een wegafzetting per ongeluk de verkeerde kant op ga, kom ik alleen maar voor wegblokkades te staan, welke route Zenec ook bedenkt. Het is zelfs zo bont, dat de wegomleiding mij een afgesloten weg opstuurt. Uiteindelijk moeten we helemaal terug naar het eerste punt, waar ik fout reed.

 

In Weilmünster is vervolgens de beoogde camperplaats helemaal vol. Volgens Hanna zijn het vooral langparkeerders, die deze plek bezetten. Wij vinden een paar kilometer verderop echter een prachtige plek, midden in de natuur. Vanaf onze heuvel kunnen we het glooiende landschap ruim overzien. Het is een geschakeerd beeld van korenvelden, bossen en witte dorpen.

 

Minder leuk is dat ik een ster in onze voorruit ontdek met een paar beginnende scheurlijntjes. Eerder had ik al de beschadiging gezien, maar dacht toen dat het een vuiltje was. Benieuwd of ze in Duitsland ook een Carglass kennen?


Woensdag 24 juli

In Duitsland hebben ze Carglass. Na een half uur rijden, zijn we in Oberulsen. Ik parkeer op de niets te grote parkeerstrook en nog voor ik buiten sta, heeft zich al een medewerker gemeld.

Ik wijs met een zorgelijke blik naar mijn voorruit. De dame in kwestie stelt nog een paar vragen, waar ik maar bevestigend op antwoord. Even is er binnen vakoverleg, maar dan komt de trap naar buiten en gaan twee experts zich over de staat van mijn raam buigen. Met loupe en spiegel wordt er niets aan het toeval overgelaten. Ik wacht deemoedig hun diagnose af.

De conclusie luidt, dat er zeker een ster met geringe uitlopers zich in mijn voorvenster bevindt. Echter, deze is in het verleden al eens gerepareerd. Vervolgens krijg ik te horen dat de reparatie van toen veel beter had gekund. Een ieder houdt zijn eigen kunnen hoog, zo blijkt ook nu weer. Gaan de scheuren verder, dan is er geen redden meer aan, en zal er een nieuwe ruit geplaatst moeten worden. Met dit slotadvies kunnen we weer vertrekken.

 

Vanavond willen we uit eten en daarvoor zoek ik een leuk stadje, waar je kunt parkeren, en nog een aardig restaurant is, bovendien.

De eerste poging is in Hofheim. We belanden op een overvolle parkeerplaats van een winkelcentrum. Voor een nachtplek stellen we hogere eisen, dus rijden we door.

Het volgende doel is Ingelheim Am Rhein. Daar kunnen we onze camper prachtig stallen. Terwijl we onze tijd doorbrengen met languit in de stoel liggen en om ons heen kijken, vindt er op het terrein motorrijles plaats. De eerste kandidaat heeft weinig moeite met de ronkende motorfiets en slalomt behendig langs de pionnen. Maar zijn opvolgster is minder getalenteerd. Het is duidelijk de eerste les, naar ik mag hopen. Maar ik vrees, dat het ook weleens de laatste les zou kunnen zijn.

De kandidate tuft op zeer lage snelheid het aanbevolen rondje.

Dan komt de pionnen proef. De motor komt tot stilstand, wat duidelijk niet de bedoeling is. Na enige instructie geeft de dame gas. Het resultaat is dat de machine recht omhoog schiet, de berijdster eerst tegen het asfalt kwakt, daarna gevolgd door de lesmotor.

Onze trouwdag vieren we altijd met een avondje uit. Via Maps heb ik een restaurant uitgezocht en even na vieren, wandelen we naar het centrum. We reserveren bij het eet establishment en gaan dan op zoek naar een leuk terras. Aan het marktplein komen we aan onze trekken. Er gebeurt daar van alles, terwijl ik aan mijn weissbier slurp en Hanna beschaafd aan de droge witte wijn nipt.

Het uitgekozen eethuis valt daarna zeker niet tegen, en we smullen van de Argentijnse steak en de gegrilde zalm.


Donderdag 25 juli

Het wordt een hele onderneming. De hele ochtend hebben we ons mentaal voorbereid. Dan starten we de camper en gaan we rijden. Naarmate het einddoel dichterbij komt, wordt het stiller in de cabine. Zowel Hanna als ik zijn in gedachten al bij de nu ras naderende gebeurtenis. Gisteravond hebben we na een uitvoerig gesprek, besloten het toch te doen. Met slechts een paar kilometer nog te gaan, zijn we minder zeker van ons zelf. Ik rij het vakantiehuis een smalle zijweg in. Meteen begint een flinke stijging. Het weggetje kronkelt met een paar haarspeldbochten omhoog. We komen niemand tegen, maar dat is uitermate begrijpelijk. Er is ook niemand, die ons volgt. De reiswagen kan niet meer verder, vanaf nu moeten we per voet. Geen van ons beiden maakt aanstalten om de stoute schoenen aan te trekken. We rekken de tijd door wa te gaan eten. Gaan we nu, vraag ik. Hanna schudt haar hoofd, nog even relaxen. Dan komt het moment, waar geen uitstel meer mogelijk is. Ik sluit de camperdeur, en we lopen het donkere onheilspellende pad op. Niet lang daarna tekenen de contouren zich af, tussen al het boomlover door.

We klimmen de trap op en staan dan voor de poort van burcht Frankenstein. Hanna is moedig en stapt als eerste naar binnen. Ik volg op enkele meters. We zien een groot binnenplein. De kust lijkt veilig. Het slot staat verder naar achteren en een zwart gat geeft toegang tot de binnenruimte, waar het aardedonker is.

De ruïne wordt opgeknapt. Vier werklieden metselen druk aan een middeleeuwse muur. Twee torens priemen de lucht in. Via een trap kunnen we in de bovenste kamer komen, van waaruit we een prachtig uitzicht op de verre omgeving hebben. Al met al is het kasteel niet groot, maar wel zeer legendarisch. De bedenker van de horrorfiguur Frankenstein heeft deze burcht als inspiratiebron gebruikt. De vesting staat er al veel langer. Met ons zijn er nog een paar belangstellenden. Er wordt hard gewerkt om het bouwwerk te restaureren. We vermoeden dat de gemeente de legende nieuw leven wil inblazen. Nu is alles open en kunnen we zo in en uitlopen, maar we betwijfelen of dit zo blijft, als de renovatie klaar is.

We parkeren de reisbus in Lautertal, een paar kilometer verderop. De ondergrond is zo scheef, dat de stelpoten het niet voor elkaar krijgen om de camper echt vlak neer te zetten. We staan bij een recreatiepark, waar het gezellig druk is. We zien veel recreanten met een rugzak terugkeren uit het bos. Daar zal wel heel wat te doen zijn. Het park heet Felsenmeer en een zeer groot parkeerterrein geeft de ambitie aan. Dat publiek is er vandaag zeker niet.

We besluiten om morgenvroeg het bos in te wandelen om te ondervinden wat daar te beleven is.


Vrijdag 26 juli

Het regent. Met het verstrijken van de uren, neemt de intensiteit toe. Het lonkende bos van gisteren is veranderd in een grijze waas. Toch zijn er moedige recreanten, die met paraplu en regenjas op pad gaan. Na de koffie pakken wij beiden ook een paraplu. Het infocentrum weet vast de antwoorden op onze gerichte vragen. Bij de ingang bevindt zich een lading buspassagiers. Deze zijn vanmorgen hier gedropt, maar ze hebben duidelijk geen zin in een nat pak.

We komen er achter dat hier, doordat in een heel ver verleden twee aardplaten opelkaar zijn geschoven, interessante geologische vondsten worden gedaan. Bovendien heeft deze botsing gezorgd voor bijzondere stenen. Jarenlang is hier een steengroeve geweest om de granieten blokken te winnen en over west-Europa te verspreiden. De Romeinen zijn ooit begonnen met deze bezigheid. Buiten staat een ingenieus apparaat uit die tijd, waarmee de steenblokken doormidden konden worden gezaagd.

We rijden weg met de ruitenwissers in vol bedrijf. Onderweg halen we enkele boodschappen bij de Lidl. Dan toeren we door een nat, maar mooi gebied op weg naar Mosbach. Als we op deze bestemming aankomen, blijkt, dat tot de laatste plek alles volstaat. Ook hier hebben zich duidelijk langparkeerders gevestigd. Terwijl ik de toiletpot leeg, klinkt keiharde rockmuziek vanachter de bomen. Vanavond is hier een popconcert hoor ik van zuinig kijkende mensen. Ergens vinden wij het nu prima, dat het terrein vol staat.

 

We proberen enkele andere opties in Mosbach. Feitelijk zijn deze nog beroerder dan het stampvolle terreintje met keiharde gitaarmuziek. We zoeken het verderop. Jammer genoeg heb ik geen water kunnen tanken, omdat de kraan een wel heel wonderlijke aansluiting had.

De nieuwe plek in Gundelsheim lijkt in eerste instantie het tegenovergestelde van Mosbach. We treffen een kleine en lege parkeerplek. We staan aan de rivier de Neckar en kijken over wijngaarden en boerenland. Een vrachtschip stoomt voorbij, een zwaan is op zoek naar voedsel.

Maar dit blijft niet zo. 

Even later parkeert een auto naast ons. Na een hartelijke groet, vestigt de man zich bij de picknicktafel achter ons. Na een tijdje volgt een tweede auto. Duidelijk kennissen van elkaar. Het gezelschap groeit daarna door naar acht voertuigen. Iedereen groepeert zich rondom de tafel, waar de eerste man is gaan zitten. Dit is op nog geen twee meter van de camper. Een dame vraagt netjes aan ons, of we de ramen willen sluiten, want ze gaan barbecuen. 

We accepteren ons lot en doen ons ding met een hele groep luid converserende Duitsers op de lip.


Zaterdag 27 juli

Via een review heb ik gelezen dat de plaats Bad Wimphen een mooie historische binnenstad moet hebben. Daar zitten we niet ver vanaf en de route van vandaag loopt er zelfs doorheen. We kunnen de camper kwijt op een ruim parkeerterrein. Vandaar is het twee minuten naar de oudheid. 

 

Het is zoals je verwacht; stokoude vakwerkhuizen, gezellig tegen elkaar aan gebouwd. Wel zit er nog een flink hoogteverschil in verwerkt, zodat je het van boven of onderaf kunt bekijken. Veel van de panden hebben een horeca functie gekregen en buiten staat dan een fiks terras. De eerste klanten hebben zich al gemeld, wat het straatbeeld direct heel gezellig maakt. Het oude centrum is niet erg groot en nadat we een aantal straten en steegjes zijn doorgelopen, hebben we alles wel gezien.

We toeren richting Massenbachhausen. Onderweg gooi ik de tank nog even vol voor 1,57 euro. Als we op de eindbestemming aankomen, passeer ik een tankstation, die het me voor 1,54 had willen leveren. Het is een gewone plattelands plaats. Nergens van bekend en er staan ook geen spectaculaire gebouwen of zoiets. Onze eerste reden om hier te stoppen is, omdat we hier water kunnen tanken. Maar als we eenmaal staan, besluiten we te blijven. In de app Route you heb ik een wandeling van 7 kilometer gevonden en ik weet Hanna te overtuigen.

 

De wandelschoenen halen we tevoorschijn en niet veel later lopen we weg. Hanna draagt een rugtas met eerste levensbehoeften. Ik sjouw mijn hele filmapparatuur mee. Direct als we buiten de bebouwing komen, lopen we door boerenland. De gewassen staan rijp op de akker of is in sommige gevallen al geoogst. De streek doet alleen aan landbouw. We passeren metershoge mais gewassen, bloeiende aardappelvelden, nagenoeg volgroeide suikerbieten en goudgele tarweakkers. De paden slingeren zich als Guirlandes erdoorheen.

Er heerst absolute rust. De tractoren staan in de loods, het voorwerk is gedaan. Nu moet de natuur zelf aan de bak. Over een ruime maand kan er worden gewonnen.

Terug in het dorp, zien we dat op het voetbalveld een jeugdclinic wordt gegeven. Meer dan honderd jonge voetballertjes hebben de dag van hun leven. Onder deskundige leiding leren ze alle trucjes. De dag eindigt met penalty schieten.

Door het heerlijke warme weer zitten we ontspannen buiten van de avondkoffie te genieten. Vlakbij priemt de kerktoren in de lucht en houdt ons luidruchtig op de hoogte van het vorderen van de tijd.


Zondag 28 juli

Het gebied wat we vandaag doorkruisen, doet al een beetje aan het Zwarte Woud denken. We zien veel bos en het landschap is sterk glooiend. Als we in Maulbronn arriveren, valt de camperplaats enigszins tegen. Het is op een schuine helling aangelegd, en de ontwerper heeft de hoogteverschillen mooi gelaten voor wat ze zijn. We parkeren in een, voor ons, veel te krap vak. Hanna leest de voorwaarden op het welkomstbord, en komt er zo achter dat de vakken bedoeld zijn voor maximaal zes en een halve meter. Daarom gaan we in een dubbel vak op het autoparkeerterrein staan. Dit past beter, hoewel het hier nog schuiner is. De Niesmann slaagt er dan ook niet in om in balans te gaan staan.

Maulbronn heeft een middeleeuws klooster. De monniken zijn al vertrokken, maar de gebouwen staan nog fier overeind. Het is het grootste en meest complete klooster uit die tijd. De gehele nederzetting is op de Werelderfgoedlijst geplaatst.

Wij lopen beduusd onder de grote toegangspoort door. Meerdere, zeer ruime, vakwerkhuizen staan binnen de muur. Achterin staat het bijzondere klooster. Een lange zuilengalerij geeft het gebouw direct al een voorname status. Hanna en ik dwalen over het grote terrein. Achterin bruist een waterval, vlakbij de restanten van een in het verleden afgebrand onderdeel van dit complex.

Om het binnenwerk te kunnen zien, moeten we een kaartjes kopen voor negen euro per stuk. We wurmen ons door het toegangspoortje, en staan dan in de binnengalerij. Een grote vierkante tuin is het hart. Daar rondom hebben alle benodigde ruimten een plek gekregen. We stappen de kloosterkerk binnen. Bouwtechnisch weer een schitterende prestatie. Glas in lood ramen zorgen voor gedempt daglicht. De inrichting is vrij sober. Meerdere ruime zalen zijn hierbij geplaatst. Het monnikenwerk moest tenslotte worden gedaan. Op het eind zien we de eetzaal, welke dichtbij de keuken is gesitueerd.

Dan staan we weer buiten op het grote plein. Het klooster wordt bezocht. De horeca spint er garen bij. Waar je ook kijkt, overal lopen dagjesmensen met camera of smartfoon beelden vast te leggen. 

 

Terug bij de camper zoeken we een plekje in de schaduw. We zien meerdere campers van het juiste formaat het hellende vlak oprijden. Daarna volgt telkens een worsteling met de oprijblokken.


Maandag 29 juli

We zijn het zwarte woud binnengetrokken. Hoge, beboste bergruggen geven aardig de grenzen aan. We volgen gehoorzaam de kronkellijnen van de wegen. Een riviertje stroomt krachtig de andere kant op. Onze eerste halteplaats is er 1 om door een ringetje te halen. We zitten aan de boorden van het water de Enz. Een schitterend overdekt loopbruggetje stelt ons in de gelegenheid om ook de andere oever te bezoeken. In de afstroom zien we het water zich een weg banen langs en over rotsen.

We willen in Bad Wildbad een supermarkt bezoeken maar Zenec is buitenspel gezet door een lange tunnel met een afslag. Zonder bereik kan ze ons niet mededelen dat we die afslag hadden moeten nemen. Geen ramp, verderop is er ook nog wel een winkel.

In Freudenstadt halen we eerst boodschappen en daarna rijden we door naar de camperplaats van deze stad. We treffen een bijzonder hellend terrein aan, waar al vele campers staan. Het is een gevecht met de verwachte parkeerders van het achterliggende natuurbad. Eigenlijk heeft de gemeente de eerste lus aan reiswagens gegund. Maar deze hebben inmiddels de tweede en derde lus ook al stevig in handen. Voor de zwembadbezoekers rest nu nog alleen de laatste lus. Maar er klinkt geen wanklank.

 

Ik loop met Hanna naar het centrum. Deze is heel bijzonder ingericht. Een immens groot plein is omringd met vele winkels, die allemaal prachtig achter een zuilengalerij schuil gaan. Op het plein zijn fonteinen, bloembakken, speeltuig voor kleine kinderen en nog meer aparte dingen geplaatst.

We kuieren knusjes langs alle winkelpanden. Grote en kleine zaken wisselen elkaar af. Al met al is er een enorm aanbod van goederen. Opvallend is dat er geen enkel pand leeg staat. Nadat we het rondje, eigenlijk het vierkantje, hebben volbracht, ploffen we op een terras neer. Met een heerlijk gekoeld Weissbier en een kop verse muntthee uit een zakje overzien we het grootste winkelplein van Duitsland.

 

In de avond vervalt ook de vierde lus aan de camperaars. Deze komen nog laat aanrijden en profiteren van het feit dat de zwemmers naar huis zijn gegaan.


Dinsdag 30 juli

Een warme dag in het zwarte woud. De temperatuur komt boven de 30 graden en dan is het in deze streken benauwd warm. We vertrekken uit Freudenstadt. Met een relatief korte rit van een half uur, komen we in Schiltach aan. Even is het zoeken voor de juiste ingang, maar dan komen we ook op een prachtplek te staan. Het terrein is vlak en grenst aan een ruisende rivier. Bovendien staan we zowat in het centrum van deze niet al te grote plaats.

Schiltach geldt als 1 van de mooiste dorpen van Duitsland. Dat is dan ook de reden van ons bezoek. Het heeft een historische kern met huizen uit 1200 en daar omtrent. Twee bergriviertjes voegen zich samen en stromen daarna eendrachtig samen. Vooral het oude centrum is volgebouwd met de typisch Duitse vakwerkhuizen. Het dorp ligt mooi verscholen in een dal, omgeven met hoge toppen van het zwarte woud.

Als je dit allemaal bij elkaar brengt, heb je echt wel een bijzonder plaatje te pakken. In langzame pas gaan we in de middag dit troeteldorp bekijken. Het is warm, tenslotte. De weg wringt zich langs de hoge vakwerkhuizen en is nergens recht. Op de stoep zijn kleine terrasjes gecreëerd, waar de dorstigen al een biertje te pakken hebben. Langs de rivier is veel activiteit. Kinderen zoeken verkoeling in het koude water, hun ouders staan niet zonder zorgen toe te kijken. Het dorp is aan weerszijden van het water opgebouwd. 

We lopen een steil straatje in, en komen op het marktplein. Een grote fontein is hier de blikvanger. Hier staat ook het raadhuis. Een gevelsteen maakt duidelijk dat de plaats al drie maal door brand is verwoest. We klimmen verder de steile straat op en komen uit op een uitkijkpunt. We dalen hetzelfde pad weer af. Moedige, de hitte trotserende, wielrenners verkoelen zich bij de fontein. Daar hebben wij ook wel behoefte aan, en zo slenteren we terug naar de camper, waar we met een koel drankje onder de luifel kruipen.


Woensdag 31 juli

De Duitse weerdienst waarschuwt voor een extreem risico. Het wordt, jawel, 30 graden in het zwarte woud. Waarom laten we ons leven leiden door dwazen? 

We starten de dag sportief met een ochtendwandeling. Het riviertje wijst ons de weg. Niet veel later staan we naast een ‘Hollander’. Een gigantische, geschilde stam ligt ons van onder een afdak aan te kijken. De begeleidende tekst verklaart de hele opstelling. In vroegere tijden werd er veel hout vanuit het zwarte woud naar Nederland geëxporteerd. Aan de boomstammen werden eisen gesteld. Deze behoorden minstens 18 meter lang te zijn en over de gehele lengte tenminste een diameter van 80 centimeter te hebben. Deze bomen werden daarom in de streek ‘Hollanders’ genoemd.

Na onze terugkeer is het tijd om te vertrekken. We volgen weer een prachtige route. De weg slingert zich door de bossen, vaak de grillen van een rivier volgend. Het is klimmen en dalen. De NB gedraagt zich prima in deze omstandigheden. In Nussbach parkeren we op een vrije camperplek. Een groot en vlak terrein ligt er verlaten bij. Wij zijn de tweede reiswagen die hier neerstrijkt.

 

Na de lunch maak ik de motorscooter gereed voor actieve dienst. Vanaf vier uur is er kans op onweer. Hanna geeft aan, dat ze dan bij voorkeur weer bij de camper wil zijn. Het wordt even spannend of ons machientje wil starten. Bij vertrek, ruim veertien dagen geleden, had ik al gezien dat de accu-spanning erg laag was. Een start is mogelijk, maar dat moet dan wel met de kickstarter. In de ‘hitte’ trap ik me suf, maar het motortje doet niets. Zelfs het instrumentenbord toont geen enkel leven.

De startkabels worden aan de startaccu van de camper geknoopt. Zo’n schok is voor dit moment genoeg. Het blok sputtert niet meer tegen en begint gezellig te brommen. 

 

Ik rij een rondje in de buurt om de accu wat bij te laden. Na terugkomst volgt de lakmoestest. Krijg ik het ding nu wel uit zichzelf aan de praat. Helaas, weer geen enkele medewerking.

De trip naar de hoogste waterval van Duitsland gaat niet door. Ook een huizenhoge koekoeksklok blijft voor ons nog even verborgen. De scooter kan terug in z’n hok, en ik zal de komende tijd ergens een accuutje op de kop moeten tikken, anders valt er weinig te toeren op de BSA.

Ik wandel door het dorp om te zien of er leuke plekjes te ontdekken zijn. Behalve een snelstromend beekje en een aardig kerkje valt er verder niets te beleven. Op de avond slaat het weer om. Onweersbuien trekken over en wij zitten binnen met regen op het dak.


Donderdag 1 augustus

Als het met de motorscooter niet lukt, dan doen we het met de camper. Na de koffie rijden we naar de grootste koekoeksklok van de wereld. De koekoeksklok is een product uit het zwarte woud. In het midden van de vorige eeuw was het een populair klokje, dat in veel woningen hing om de tijd aan te geven. Op die roem borduurt Triberg nog steeds voort. Daar staat een huis in de vorm van een koekoeksklok. Ieder half en heel uur komt de koekoek naar buiten. Wij staan er om elf uur, en inderdaad gaan de deurtjes open. Naast het huis is een enorme winkel, vrijwel geheel gevuld met dit type uurwerk. Modern gestileerd tot het klassiek model, dat vroeger bij mijn ouders boven de schoorsteen hing. Groot en klein, winters en zomers, complete plattelands taferelen en heel eenvoudig. Werkelijk van ieder denkbaar exemplaar hangt er ook een.

Door naar de hoogste waterval van Duitsland, die zich op het andere eind bevindt. Maar raak maar eens een camper kwijt in dit toeristisch bolwerk. We geven op en rijden door naar onze eindbestemming. Maar in een scherpe haarspeldbocht ligt plotsklaps toch nog een parkeerterrein, dat ook toegang tot de waterval geeft. Hier is nog wel plek. Eerst wachten we nog een onweersbui van een uur af, maar dan kunnen we erop af. Voordat je op de paden komt, die langs dit natuurspektakel zijn aangelegd, kom je langs een kassa. Voor acht euro per persoon mogen we naar vallend water kijken.

Een steil pad biedt ons de mogelijkheid om het wonder van verschillende hoogtes te bekijken. Het is druk op deze looproutes. We horen zo’n beetje alle talen van de wereld om ons heen. Maar het waterspektakel is zonder meer indrukwekkend om te zien. De waterloop is aangekleed met forse rotsen. Met veel geraas stort het water zich hierover naar beneden. Soms is de doorgang smal, wat een krachtige waterstroom tot gevolg heeft. Dan weer is het heel breed, waardoor het een waar douchegordijn kan vormen.

Via een mooie route komen we halverwege de middag in Vöhrenbach terecht. Een mooi open veld midden in een bosrijke omgeving. De waardering voor het veld wordt minder als blijkt dat dit productieland van een boer is, die het juist vanmiddag de tijd vindt om er een flinke portie gier over uit te rijden. We laten ons niet kennen en we weerstaan de bijbehorende geuren en vliegen.


Vrijdag 2 augustus

We worden wakker na een heerlijk rustige nacht op ons boerenweidje. Als we zover zijn dat we willen gaan rijden, kom ik tot ontdekking dat Park4night problemen geeft. Er worden geen plaatsen meer getoond in de App. Onze eerste trip vandaag is naar de Lidl in Loffingen. Via maps kom ik aan de coördinaten van deze zaak en we toeren er weer recht op af. 

Als de koelkast weer is gevuld, gaan we door naar de Wutachschlucht. De gegevens kan ik uit het routeboek halen, dus staan we een kwartier later aan de oever van de rivier de Wutach. Dit is het terrein van de echte wandelliefhebbers. Ruig met flinke hoogteverschillen.

 

De voettocht wordt weer professioneel aangepakt. Voedselvoorraad in de rugzak, wandelschoenen om de voeten. Als eerste gaan we naar de Lotenbachklamm. We duiken het nauwe pad in. De rivier komt naar beneden, dat betekent dat wij omhoog moeten. De aangelegde route vraagt alle aandacht van de wandelaar. Grote rotsblokken, gladde boomstronken en omgevallen bomen, waar je als een salsadanser onderdoor moet. 

 

Maar wat weer een fantastische ontmoeting met de natuur. Tweedekamerleden die zaniken dat de natuur op omvallen staat, hebben kennelijk nog nooit een stap buiten de randstad gezet. 

 

Het water komt enthousiast van boven. De beplanting rondom de waterstroom is intensief. Diep groene struiken, zwaar bemoste stammen, continue omgeven door hoge bomen van diverse soorten. Soms komt het water enkele meters naar beneden vallen, wat een enorm watergeraas tot gevolg heeft. We klimmen soms pittige stukken omhoog, telkens weer verrast door nieuwe doorkijkjes. Na een uur klauteren is het ergste wel geweest, maar wij moeten terug. Het is geen rondwandeling. Nu gaat het stuk gemakkelijker als je naar beneden kunt lopen, dus is de terugtocht niet zo’n opgave.

 

Daarna willen we de Wutachschlucht in. Het begint direct met de beklimming van een halve berg. Gelukkig zijn hier en daar traptreden gerealiseerd, wat er voor zorgt dat het haalbaar is. We komen uit op een breed pad, wat volgens ons er al eeuwen ligt, gelet op de vele kinderhoofdjes die we er in aantreffen. Het vervolg is echter wel oersaai. We kunnen rustig het pad afwandelen. Door het bos hebben we weinig uitzicht. Na een tijdje geloven we het wel en draaien ons om.

 

Terug in de camper moet ik een reisdoel uitzoeken. Maar nog steeds geen ondersteuning van Park4night. Nu merk ik pas hoe afhankelijk ik ben geworden van dit stuk digitale gemak. Ik sneup wat in andere apps. Campercontact van NKC weet alleen maar campings vanaf 35 euro. Stellplatz Radar helpt me aan een plekje, maar ik heb geen idee hoe het eruit gaat zien. We rijden en volgen de commando’s van Zenec op. Ons plekje blijkt op een enorm parkeerterrein van een zwemparadijs te liggen. Ik kan gelukkig op het laatste plekje inparkeren met de camperneus 10 centimeter vanaf de weg.


Zaterdag 3 augustus 

De tijdelijke vervanger van Park4night is Camping-App. Deze app heb ik ook al een tijd op mijn telefoon. Het bevat veel camperplaatsen en meldt daarbij veel informatie. Het toont zich een waardige vervanger. Park4night zelf meldt intussen dat ze hard werken aan het probleem.

Via Camping-App kom ik er achter dat vlak bij onze nachtplaats een servicestation is. Hier lozen we hoognodig het zwarte en grijze water. Ook pik ik onze volgende bestemming er uit. Dat wordt Oltingue in Frankrijk. Onder de huidige omstandigheden maken we dagelijks korte afstanden. Over drie weken willen we thuis zijn. Zou ik linksom gaan, dan zouden we Duitsland niet meer uitkomen. Maar we willen ook wel even een andere cultuur om ons heen. Dus gaan we rechtsom. We pikken ook nog een stukje Zwitserland mee, dan weer Frankrijk, Luxemburg en België. Zo is het een volwaardige Eurotoer.

De nachtplek was zo lelijk, dat we de koffie onderweg wel op een parkeerstrook nuttigen.

Dan gaan we door naar Rötteln, daar staat een burgruïne, die we aan een nadere inspectie willen onderwerpen. Het geeft nog even gedoe om er te komen. Maar dan stappen we vrijmoedig op de toegangspoort af. De ruïne staat hoog op een berg en torent ver boven z’n stedelijke omgeving uit.

Binnen de vervallen burcht zit ook nog veel hoogte verschil. Zo is er sprake van een onderburcht en een bovenburcht. Binnen de veilige muren moet vroeger een heel dorp hebben gepast. Nergens zit meer een dak, maar de overgebleven muren geven een aardige indruk van de historische roem. We beklimmen de hoofdtoren, wat een magnifiek uitzicht op de omgeving biedt. We sneupen door het museum om daar naast wat gebruikelijke ridderspullen een maquette te zien van de burcht in volle glorie.

 

Dan verlaten we echt het zwarte woud. We rijden de Rijn over en halverwege de brug zijn we in Frankrijk. Het landschap is ook meteen Frans. In Oltingue parkeren we de camper stijf achter de kerk. Daar heeft de gemeente een keurige ontvangstplek voor campergasten geregeld.


De reis gaat verder door Frankrijk, een stukje Zwitserland, Belgie en Luxemburg. Op 24 augustus zijn we weer thuis.