De Balkanroute
Luxemburg
We zijn vertrokken voor een reis naar de Balkan. Wegens omstandigheden zullen we de reis behoorlijk inkorten. Als we na drie weken in Zuid-Duitsland zijn, besluiten we niet naar de Balkan te rijden maar via Frankrijk weer richting huis gaan. In de laatste reisweek komen we in Luxemburg aan.
We verlaten Frankrijk en rijden 500 meter door Duitsland, voordat we Luxemburg binnen gaan.
We komen door de bekendste plaats van dit landje, op de hoofdstad na. Als plaats stelt het niet veel voor, maar Schengen heeft voor veel mensen een bekende klank. Het is niet voor iedereen duidelijk of het getekende akkoord nu het begin of het einde voor Europa betekent.
Als we bij de recreatieplas staan, begint het te regenen. Voorlopig zitten we binnen.
Zondag 18 augustus
Van de voorspelde regen komt niet veel. We verlaten het recreatiepark en toeren al slingerend langs de grillige oevers van de Moezel. In Wasserbillig laat ik de tank weer vollopen met diesel. Deze kost hier in Luxemburg €1,44. Dat is toch ruim twintig cent beneden de Franse prijs. We bestrijden menig pittig heuveltje en genieten van het ruime uitzicht als we op de top zitten.
We parkeren in een hele brede berm bij een meer vlakbij Echternach. We trekken de stevige schoenen aan en gaan ook dit meer helemaal rondlopen. De Luxemburgers hebben het ons wel een beetje gemakkelijk gemaakt, want rondom het meer ligt een keurig geasfalteerde weg, alleen bedoeld voor wandelaars en fietsers. Op en langs het meer is veel te doen. Het is dan ook behoorlijk druk. We passeren een reuze trampoline, vol met kinderen. Het pad wordt een kade en zo staan we op de waterrand tussen de zwanen en nijlganzen. Even later dient zich een echte speeltuin aan. Alle toestellen zijn bedoeld om zelf iets te doen. Niets wordt hier aangedreven door motorische kracht. Het pad verandert van bestrating en we lopen over mooi gevormd plaveisel. Steeds spelen we met het meer. Dan weer gaan we vlak langs het water, om even later meer in het bos te lopen, met slechts een kleine glimp. Op het water drijven weer de bekende vermaakboten in de vorm van een banaan of een zwaan. Na een uur staan we weer op het beginpunt.
Ik loop nog even door naar de Romeinse villa die hier ooit in volle luister heeft gestaan. Nu liggen er alleen nog maar restanten, met een paar opgerichte zuilen. Maar de overgebleven fundamenten tonen wel de grootte en de architectuur. Daarop afgaand kun je ook spreken van een Romeins paleis.
Er is een klein museum ingericht om het leven in de villa een gezicht te geven. Een paar levensechte taferelen geven mij in ieder geval een goed beeld. Ook liggen er enkele gevonden gebruiksvoorwerpen en enkele fraaie versierselen, die ergens aan een poort of gevel hebben gehangen.
Dan zoek ik ook de camper weer op. Het is gezellig in de grote berm. Er staan meerdere reiswagens uit diverse landen. Het overnachten gaat hier ook wel weer prima lukken.
Maandag 19 augustus
Het is nog fris in de ochtend. Sinds tijden zet ik het terras niet naar buiten voor het aangename koffie-uurtje. Vanachter het raam laten we de dag naar wasdom groeien. Dan vertrekken we richting Mullerthal. Dit is een van de mooiste stukjes Luxemburg. De camper kunnen we op een ruim veld parkeren. De wandelschoenen komen aan en gewapend met rugtas en filmcamera trekken we het bos in, op aanwijzing van een infobord.
We komen niet ver. Na zo’n driehonderd meter wordt ons wandelpad versperd door een groot hek en de mededeling dat het verderop een privé weg is. We hebben geen keus en vragen het infobord opnieuw om raad. Het wordt een bospad in tegengestelde richting. We lopen opgewekt het ongewisse avontuur tegemoet. Het is een ruim pad, wat op bepaalde plekken wat modderig is. Verder blijft het een bospad. Nu heb ik Mullerthal als een rotsachtig terrein in mijn geheugen. Waar krachtige waterstromen doorheen gaan, met hier en daar een waterval. In mijn gedachten zijn er hangbruggetjes voor de wandelaar om droog aan de andere oever te komen.
Ons pad voldoet niet aan dit beeld. Gewoon een pad door het bos. Soms moeten we een beetje klimmen, om daarna weer te dalen. We passeren een wei met zwarte koeien. We komen veel wandelaars tegen, die de andere kant op gaan. Een paar keer komt een stromend watertje dicht bij het pad en zorgt voor een beetje variatie. Tot tweemaal toe lopen we langs een min of meer los rotsblok. Daarmee zijn de hoogtepunten wel benoemd. Natuurlijk waren er de leuke doorkijkjes op de Luxemburgse heuvels en werden onze neusgaten verwend door heerlijke bosgeuren. Maar de sensatie blijft uit.
We reizen verder naar de camperplaats van Redange. Op de foto lijkt het een heel leuke plek. Bovendien kun je daar grijs water lozen en fris water tanken. Aangekomen valt het toch tegen. Heel schuin asfalt met aangegeven vakken. Dat moet beter kunnen. Via P4N zie ik dat er een leuke plek is in België, net over de grens. Daardoor verlaten we Luxemburg eerder dan verwacht.
We toeren nog een paar dagen door Belgie. Dan rijden we op 24 augustus naar huis.