spaanse winterzon

 

Het is winter in Nederland. Dit betekent vaak een afwisseling tussen koude en natte dagen. De temperatuur blijft onder de 10 graden en is niet te beroerd om zo nu en dan flink onder de 0 graden te schieten. Tot nu toe accepteerden wij de grillen van de winter. De camper staat veilig geborgen in de winterstalling en wij zitten rondom de kachel om het een beetje aangenaam te houden.

 

Maar dit jaar (2025) gaan we het anders doen. Al in januari komt het fraaiere weer op gang. Alleen niet hier. Daarvoor moet je (ver) naar het zuiden. Onze pas aangeschafte andere camper biedt veel leefruimte. Daarin kunnen we prima vertoeven. Wij hebben het plan om direct na de jaarswisseling naar Spanje te trekken om daar de zon op te halen. Eind maart of begin april slepen we deze mee terug naar Groningen. Daarmee ontlopen we een groot deel van de donkere en natte dagen en kunnen we heerlijk vitamine D opslurpen in een prettige omgeving.

 

Uiteraard maken we verslag over onze belevenissen van deze reis. Zowel met een blog als in een vlog.

 

Nu zijn wij niet de enigen die naar het zuiden vertrekken in deze periode. We horen allerlei verhalen over topdrukte en volle camperplaatsen. Dit houdt ons echter niet tegen. We willen dit met eigen ogen waarnemen en eventueel op zoek gaan naar de plekken waar wel ruimte is. We willen gaan rondzwerven en de regio's bezoeken waar het weer prima is.

 


Woensdag 15 januari

De camper snort door een mistig veld. Alles in de omgeving is grijs. Het vocht slaat tegen de grote voorruit, maar de ruitenwissers vegen dit weer resoluut weg. Zonder prachtige panorama’s vinden we ons pad naar Staphorst. Ik draai de camper daar het terrein van de dealer op, waar we de wagen hebben gekocht. Ook nu worden we weer uitstekend geholpen. De dieseltank krijgt een nieuwe dop. De oude was wel erg gemakkelijk te verwijderen, omdat er een bevestigingslipje was afgebroken. De afstandsbediening voor de stelpoten doet het prima, maar er kan maar 1 worden ingelezen. De andere is een gewoon reserve, tot de dag dat hij nodig is.

 

Door de grijze massa proberen we Utrecht te vinden, wat wonderwel ook nog lukt. Daar begint de trek nogal opstandig op te spelen. De boodschap komt aan en ik parkeer de camper tussen de grote vrachtwagens, die hier hun verplichte rust staan af te nemen. Even later werken we een zeer smakelijke lunch naar binnen.

 

De volgende etappe is de langste. Al turend door de mist nevels weet ik de reiswagen bij de Belgische grens te krijgen. Antwerpen probeert onze snelheid te temperen, maar de opgeworpen file ontstaat net te laat zodat we redelijk vlot onder de Kennedy-tunnel door duiken. In de buurt van Gent vinden we het genoeg voor vandaag. Via een smal weggetje komen we bij een prachtige parkeerplaats uit, waar we de nacht willen gaan doorbrengen.

Om de lange zit wat kwijt te raken, trekken we kort na parkeren erop uit. We lopen het dorp Destelbergen in. Eigenlijk heet de plaats Heusden, maar dat weten alleen de lokale bewoners. We wandelen langs enkele prachtige huizen. Goed onderhouden en met een chique oprijlaan. Moderne bouw wisselt af met historische panden. Aan de overzijde bevindt zich een leuk natuurgebied, zodat we een gevarieerd beeld meekrijgen.

 

Als het donker wordt trekken we ons terug in ons huisje op wielen. De eerste maaltijd vieren we met een glas wijn. Buiten is het heerlijk stil, we zijn de enigen die hier geparkeerd staan.


Donderdag 16 januari

Het slaapt goed in Destelbergen, want wij slapen door de wekker heen en staan pas om kwart over negen op. Na de ochtendrituelen vertrekken we. Ik heb in mijn hoofd dat de diesel duur is in Frankrijk en daarom wil ik nog in België tanken. Het treft, want er is een station vlakbij. Als we voor de bewuste plek staan is er in geen velden of wegen een benzinepomp te zien. Een zoektocht te voet brengt het antwoord. Het tankbedrijf zit op een kleine binnenplaats en om er te komen moet ik door een smalle poort. Ontmoedigt rijden we verder.

 

De snelweg brengt ons al snel een stuk verder en als de Franse grens zich aankondigt, rijden we een parkeerplaats op voor de koffie, maar je kunt ook diesel tanken. Ik maak een berekening; langs de snelweg worden hoge prijzen gerekend, maar is het toch goedkoper dan de dure Fransen. Voor €1,80 per liter, vul ik de tank met 50 van deze eenheden. We waren lang nog niet leeg, vandaar.

Een kaart leert mij later dan in Frankrijk je heel goed voor €1,65 kunt tanken. De koffie smaakt er niet minder om.

In het noordwesten van Frankrijk heeft een behoorlijk pak sneeuw gelegen, want wij zijn getuige van de resten. Er zijn nog hele witte velden en hier en daar ligt een enorme bult als gevolg van sneeuwruimen. Via de tolvrije A28 rijden we richting Rouen. In het dorp Saint André sur Caily parkeren we bij een wonderlijke sportschool. Slechts vier uur in de week is deze open. Toch is het een imposant gebouw. Ik vrees dat een abonnement serieus geld kost.

 

Omdat de lange reis in de benen zit, besluiten we een eind te gaan lopen. Het is koud met maar 3 graden op de thermometer. Stevig doorstappen lost dit probleem op. De omgeving is agrarisch. We komen langs kale akkers, waarvan het gewas allang veilig in een schuur ligt. Als de duisternis zijn intrede doet, trekken we ons tactisch terug in de camper. Buiten is het heel stil, zodat we moeten oppassen, niet weer door de wekker heen te slapen.


Vrijdag 17 januari

Al vroeg in de ochtend loopt onze sportschool vol met dames en een heer, om zich heerlijk over te geven aan een partijtje yoga. Wij slaan de uitnodiging af, want we willen verder.

We worden dwars door Rouen gestuurd en de stadsdrukte geeft eventjes oponthoud. Daarna gaat de reis vlot. Na Evreux komt een mist opzetten, zodat we met wel heel weinig uitzicht door het Franse platteland snellen. Als we bijna in Tours zijn, verdwijnt de mist plotsklaps. Zo komen we de stad binnen in volle zonneschijn. De camper koerst aan op de gratis camperplaats in de stad met veel voorzieningen. Als we daar arriveren zien we een stel uitgeleefde reiswagens staan, die overduidelijk niet worden bewoond. Het bederft onze pret niet en ik parkeer doelbewust ons paleis op 1 van de weinig overgebleven plekken.

We willen een frisse neus halen en trekken daarvoor de stoute schoenen aan. We lopen een park in wat is gecreëerd tussen de waterpartijen van de rivier de Cher. Het is winter en de aardig ogende wandelpaden blijken kletsnatte blubberbakken te zijn. Deze blubber heeft hetzelfde effect als kleefsneeuw. We groeien per stap een paar centimeter. Als we weer op geasfalteerde paden komen, proberen we de troep kwijt te raken, maar dat lukt maar deels.

Het waterrijke park is overigens heel mooi. Er zijn sportattributen en een speeltuin aangelegd, overal staan picknickbanken. Verschillende soorten bomen wisselen elkaar af, wat zorgt voor een prachtige biotoop. In het zijwater van de rivier zwemmen een paar zwanen. Door de kou houden we ons parkbezoek kort. Bij de camper moet ik eerst de schoenen reinigen, maar daarna wacht ons warm verblijf en is er koffie.


Zaterdag 18 januari

Het sneeuwt lichtjes. Het is voldoende om een mooi wit tapijtje over de daken en de stilstaande auto’s te leggen. Eenmaal op de grond smelt het weg, zodat we met het rijden er geen last van hebben. Een druk ochtendprogramma hebben we af te werken. Eerst gaan we op zoek naar een voordelige pomp, die enigszins op de route ligt. Bij de Intermarche slagen we daar ruim voldoende in. Hier en daar ontstaan lege plekken in de kasten en dat betekent dat er ook boodschappen gehaald moeten worden. Onderweg is de Lidl altijd favoriet omdat die een garantie op een ruime parkeerplek geven. Ook nu worden we daarin niet teleurgesteld en even later kunnen we een tas vol heerlijkheden wegstoppen op de lege planken.

 

Het eerste stuk gaat over een mooie route. Een goede en brede provinciale weg slingert zich over en langs heuvels en we zien heidevelden, agrarisch land, bossen en pittoreske dorpen passeren. Ons koffiemoment beleven we op een uitmuntende plaats; in de bosrand met uitzicht over glooiende velden.

Daarna kunnen we beginnen met kilometers maken. We zijn op zoek naar warme oorden en die vinden we zeker niet in Frankrijk. Vandaag komt de temperatuur nauwelijks boven nul uit. Het is dus zaak om snel in Spanje te komen. Na Poitiers wisselen we de romantische kronkelroute in voor de snelweg. Zonder van het gas af te hoeven, kan ik 180 kilometer in 1 stuk doorrijden over de befaamde N10.

 

Het dorp Marsas hebben we uitgezocht als nacht plaats. Slechts een kilometer van de snelweg kunnen we op het dorpsplein parkeren. Het is niet een bijzonder mooi dorp. De kerk komt robuust over en vlak ernaast huist de ‘ Marie’. Op een klein erf staan allerlei bijzondere spullen. Van een oude schoolbus tot aan een kleuterdraaimolen. Een lange bar en opgesteld meubilair nodigt uit om er een gezellige boel van te maken, maar de grijsgrauwe lucht en een ijzige temperatuur werken dit duidelijk tegen.

 

We zetten de kachel een tandje hoger, sluiten de gordijnen en vermaken ons in ons eigen reispaleis.


Zondag 19 januari

Het vriest. De schaatsen kunnen in het vet blijven, want het is een schamele 2 graden onder nul. Als ons ochtendritueel klaar is, rijden we weg. Opnieuw de N10, opnieuw vlot doorrijden op deze vierbaans autoweg. Het enige wat we van Bordeaux meekrijgen zijn de passages van de rivieren de Dordogne en de Garonne. Een koffiestop tussen de vrachtwagens verbreekt de rit eventjes. Het is mistig en koud, de temperatuur weet niet boven de nul graden uit te komen.

 

Als er tolpoortjes verschijnen op de A63, waar we inmiddels op zijn beland, verlaten we even de snelweg, om er verderop weer op terug te komen. Bij Dax proberen de Fransen het opnieuw, maar ook nu glippen we tijdig van de snelweg, nu definitief. Zo rijden we Biarritz binnen. Kilometerslang rijden we door de bebouwing met een aangepaste snelheid van 50 km. De zomerse sfeer is uiteraard geheel afwezig op deze koude winterdag.

 

Dan naderen we de brug die de rivier Bidasoa oversteekt. Halverwege de brug passeren we de Spaanse grens en kunnen we het kille Frankrijk achter ons laten. Al enige tijd rijden we in de volle zon en onder een blauwe lucht. Het wordt ook warmer!

In Spanje kunnen we de snelweg weer op en vrij snel daarna rijden we Hernani binnen, waar we op een gratis camperplaats willen overnachten.

 

Vijftien graden met een blauwe lucht, Spanje begroet ons op een wijze die bij het land past. Lopend gaan we naar het centrum. De Spanjaarden lopen allemaal met een winterjas aan, maar deze heb ik in de camper gelaten. Een trui is meer dan voldoende. De stad bezit een oud centrum met enkele historische gebouwen. Een kerkgebouw is helemaal ingemetseld tussen voorname huizen. Het centrum is een grote wandelpromenade en staat vol met middenstand. Op zondag zijn er veel gesloten. We verbazen ons over de elektra-aansluitingen die open en bloot aan de buitengevel hangen.

 

Het is lekker rustig op de camperplaats. Dit komt voornamelijk doordat de eigenaren van de overige campers lokale bewoners zijn, die het wel handig vinden dat ze hun wagentje hier gratis kunnen stallen.


Maandag 20 januari

De wind is gedraaid en de stank van het industriegebied trekt nu optimistisch over de camperplaats. We waren toch al van plan te vertrekken. Omdat de tank weer moet worden gevuld, rij ik eerst naar een pomp waar de diesel maar € 1,43 kost. Echter de inrit is zo gesitueerd dat ik de draai onmogelijk kan krijgen. Iets verderop laat ik hem vollopen voor € 1,52.

 

Dan wordt het snelweg. De hele rit gaat vandaag over de Spaanse snelwegen. Via Burgos door naar Valladolid. Gelukkig worden we wel getrakteerd op prachtige uitzichten. Het eerste deel gaat door een bergachtig landschap wat ons mooie panorama's voorschotelt van vale bergtoppen, scherpe kloven en schitterende doorkijkjes. Iets opmerkelijks is dat er autowrakken langs de weg in een greppel liggen. Na het ongeluk nooit meer weggehaald, sommige moeten er al jaren liggen. De topper onder de wrakken is wel een geschaarde auto / caravan combinatie. Het verkeer raast langs de gesneuvelde vakantiepret alsof er niets is gebeurd.

Na vier uur rijden komen we in Tordesillas aan. We kunnen op een achteraf parkeerterreintje de camper neerzetten, met uitzicht op de rivier de Douro. Het weer is een stuk slechter geworden, de lucht is grauw en grijs en zo nu en dan valt er een druilerregen. Toch willen we een frisse neus halen en lopen de stad in. Een mooie wandelroute langs de Douro brengt ons naar het oude centrum. Het centrale plein is een plaatje. Geheel in het vierkant omzoomd met galerijen heeft het een warm en gezellige uitstraling, hoewel die door de miezerregen vandaag verloren gaat. De middenstand heeft het hier moeilijk daar veel panden een nieuwe huurder of eigenaar zoeken.

 

Op een kruispunt staat de trots van Spanje, een beeld van een goed doorgefokte en volwassen stier. Het beest kijkt onverschrokken naar de passanten en lijkt ze allemaal uit te dagen. We gaan het gevecht uit de weg en lopen weer terug naar ons woonpaleis op wielen.


Dinsdag 21 januari

In Tordesillas ga ik op bezoek bij het museum Tratado de Tordesillas. Hier wordt uit de doeken gedaan op welke wijze er afspraken tussen Spanje en Portugal werden gemaakt nadat Columbus Amerika had ontdekt. Tot op de dag van vandaag zijn de afspraken van toen nu nog relevant.

Dan wordt het opnieuw snelweg. We passeren Salamanca en rijden verder naar Caceres. We zien de buitentemperatuur oplopen en beseffen dat ons doel meer warmte te ervaren nu echt vorm begint te krijgen. Als we stoppen om een broodje te eten, staan we op een prachtige plek met een geweldig uitzicht. In Caceres moet ik de dieseltank voor de vijfde keer vullen op deze reis. Maar met deze bel energie moet ik de zuidgrens kunnen halen.

We rijden door naar Badajoz. Daar is een geweldige camperplaats in het centrum met twintig plekken en de nodige service-mogelijkheden. Gelukkig is er nog voldoende plaats, maar uiteindelijk komt de plek helemaal vol te staan.

Hanna en ik lopen de stad in om een brood te kopen. De oude stadsmuren vormen nog steeds een mooi decor en daarachter zien we een rivier stromen. De bakker is niet ver. Als we taart of ander lekker spul hadden willen kopen, waren we op de juiste plaats geweest. Het gaat nu echter om brood. De keuze voor ons is een kleine of grote stokbrood. We gaan voor de grote.

Bij de rivier word ik omringd door een grote groep ganzen. De beesten zijn kennelijk gewend om wat toegeworpen te krijgen als een mens bij hen komt. Ik kan ze nauwelijks van me af slaan. 

Vanaf nu gaat het tempo uit de reis. De betere temperaturen hebben we bereikt, nu gaan we ons vermaken.


Woensdag 22 januari

Het is aangenaam in Badajoz. De temperatuur loopt op naar 18 a 19 graden. Hier komen we voor. De vele reisdagen liggen achter ons. We staan prima en besluiten vandaag in Badajoz te blijven. Na uitgebreid ons ochtendritueel inclusief koffie op een waardige manier te hebben afgesloten, gaan we eropuit.

We lopen via de historische brug, die alleen door voetgangers mag worden gebruikt, naar het oude centrum. Nadat we wat hebben rondgedwaald in nauwe straatjes, komen we op een klein pleintje. Een gebouw met een prachtige voorgevel geeft de plek enige importantie. Een kerk of kapel heeft de deur openstaan. Onze nieuwsgierigheid wint het weer van de noodzaak en even later staan we een schitterend interieur te bewonderen. We zijn niet de enigen, enkele zeer devote inwoners vergezellen ons. Zij komen duidelijk voor de innerlijke rust, terwijl wij openlijk van de opsmuk staan te genieten. Een oude dame in tranche schrikt op als haar telefoon gaat en sluipt gegeneerd naar buiten.

We lopen door naar de oude vestingstad. Deze is door de Moren gebouwd, maar hebben het prijs moeten geven aan de kruisridders. Het bouwwerk wordt nog wel de Alcázaba genoemd. De oude vestingmuur staat nog steeds overeind en op plekken waar dat niet meer zo was, is het weer gerestaureerd. Hanna en ik lopen de muur op en kunnen de volledige rondgang maken. Het enige wat ons bedreigt is een forse regenbui. We schuilen onder de eeuwenoude kantelen. Diverse opgravingen laten iets van het historische gebruik zien. Ook nu vinden er uitgebreide herstelwerkzaamheden plaats, zodat de burcht ooit weer zijn oude luister zal herwinnen.

De rest van de dag hangen rond bij de camper. Zonnige momenten worden afgewisseld met soms pittige buien. We ervaren de warmte in deze tijd van het jaar als bijzonder en hebben nu al een tevreden gevoel over onze reis naar het zuiden.


Donderdag 23 januari

Er wacht ons een drukke morgen. De to-do list bestaat uit drie uitdagingen. De watertank met heerlijk zacht Veendam water begint leeg te raken, de grijswatertank daarentegen begint juist vol te raken, wat dan wel weer heel begrijpelijk is. Onze camperplaats geeft de mogelijkheid om dit probleem op te lossen. Met behulp van een lijmtang houd ik de waterdruk knop ingedrukt, zodat Spaans water de tank weer vult. Het afvoerputje slurpt gulzig ons afvalwater op.

Door naar het gasstation, de koude Franse dagen hebben beide gasflessen vrijwel leeg getrokken, zodat bijvullen noodzakelijk is. Het LPG station blijkt net de verkeerde kant op te liggen, zodat we door het drukke stadsverkeer moeten. Na het geratel en gepuf van de pomp kunnen we er weer weken tegenaan.

Ook de uitgezochte Lidl blijkt voor ons op een onlogische plaats te liggen, waardoor we nog uitgebreid van de architectonische schoonheid van Badajoz kunnen genieten. Na talloze rotondes vinden we dan eindelijk de weg naar Portugal. Ineens is alles een uur eerder. We rijden door een prachtig groen landschap. De velden liggen er blakend bij en runderen en schapen doen zich tegoed aan het ruim voorradige gras. Maar ook de bomen zijn groen. Deze exemplaren behouden hun blad in dit jaargetijde. 

Romeins Aquaduct Elvas

Romeins aquaduct Evora

We rijden door Elvas en gaan onder het historische Romeins aquaduct door. Later in Evora rijden we opnieuw onder een klassiek aquaduct door. Dat zijn er twee in 1 rit.

Het landschap is sterk heuvelachtig wat garant staat voor een prachtige route met mooie uitzichten.

In Evora vinden we een geschikte staplaats. Geheel kosteloos met toch belangrijke voorzieningen, zoals water en afvoer. Evora heeft een paar leuke plekken om te bezoeken. In een bloes met korte mouwen loop ik met Hanna naar het oude centrum. In het historische stadshart komen we door smalle steegjes met veel kleine winkels die kurk-producten verkopen. Hoeden, tassen en prullaria, van kurk kun je alles maken. Op de rit naar Evora hebben we talloze ontklede kurkbomen gezien, dus ergens is het aanbod geen verrassing.

Op het hoogste punt bewonderen we de restanten van een Romeinse tempel en kunnen we eindeloos over het Portugese land kijken. Daarna bezoeken we de kathedraal, waar een heel programma klaar ligt voor de bezoekers. Via de toren kunnen we op het dak, we passeren de kloostertuin met mooie gewelven, we bekijken een museum met allerlei katholieke voorwerpen en uiteindelijk ook de kathedraal zelf.

Voor we de camper weer opzoeken, lopen we een grote stadstuin in. Vijvers, pauwen en een hoge fontein zijn hier de hoogtepunten, maar eigenlijk valt daar ook nog de oude ruïne onder. De camperplaats staat helemaal vol als we terugkomen


Vrijdag 24 januari

Ons doel is de kuststrook van Portugal tot Barcelona. En daar zijn we nog niet. Het weer is de komende dagen nog instabiel; veel bewolking, niet altijd droog en een temperatuur die op 16 graden blijft steken. Daarom vertrekken we uit Evora, hoewel de plaats een reden kan zijn om wat langer te blijven.

 

In het begin gaat het lekker vlot. Dan moeten we door een dorp, waar de hoofdstraat een stijgingspercentage van 15% heeft. Geen probleem voor de Niesmann, maar als we het dorp uitrijden komen we op een allerbelabberdste weg. Deze moeten we twaalf kilometer volgen. Ik rij stapvoets. Op de betere stukken kan ik net de 30 km per uur aantikken. Gelukkig is de omgeving mooi. Zover we kunnen zien, dat is in heuvelachtig terrein maar beperkt,  staan er in de ruige natuur allemaal kurkbomen opgesteld. Zo nu en dan zien we een aangelegd veld met olijfbomen. Gedurende de twaalf kilometer zien we geen woonhuis, hooguit wat schamele schuren. Aan alles komt een eind, zo ook aan deze rammelweg. Meer beproeving wat wegen betreft heeft de dag niet voor ons in petto. 

We rijden nu op de N2. Dat is voor Portugal een soort route 66. Deze gaat midden door het land van noord naar zuid. Ter hoogte van Ervidal slaan we af, richting een stuwmeer. Daar parkeren we in een soort recreatiegebied, aangelegd op de oever van dit meer. Hier en daar staan andere campers, verspreid over het hele gebied. Wat een heerlijke rust na de drie stedelijke dagen.

 

In de middag willen Hanna en ik de stuwdam op zijn degelijkheid testen. Het is een lange rechte streep, hoewel het voor dit type waterwerken bij voorkeur een kromming in zit. Maar de Portugezen vertrouwen op hun bouwinzicht. Wel is aan de droge zijde een gigantische hoeveelheid aarde tegen de muur aangeplakt, zodat het de tijd die wij hier doorbrengen wel niet zal doorbreken.


Zaterdag 25 januari

We worden lekker lui wakker. De dag laten we traag op gang komen. Het is vrij zonnig en we laten de stralen heerlijk de camper verwarmen. Eigenlijk hebben we helemaal geen reden om verder te trekken. De omgeving is fraai, we staan in een park bij een groot stuwmeer en het belooft een mooie dag te worden.

Tijdens de wandeling naar de waterrand ontmoeten we een geitenhoeder. Hij zit uiterst relaxed op een bankje, terwijl zijn groepje geiten vredig loopt te smikkelen van het verse gras. Het blijft vooral bij het elkaar een goede morgen wensen. Portugees is best lastig voor ons. In het veld bloeien meerdere bloemen. Hun kleuren maken deze dag nog mooier. In de bomen zijn de zangvogels actief.

Nadat we een broodje hebben gegeten gaan de stoelen naar buiten. We nemen wat lees- en puzzel materiaal mee naar ons tijdelijk privéterras. De zon voelt warm aan.

In de middag komen meer campers naar deze plek. Bij ons komt een Engelsman staan. Wanneer we hem in zijn taal een goede dag wensen, antwoordt hij keurig in Nederlands. Hij heeft een camper met Engels nummerbord, dat is voordeliger voor de belasting is zijn korte maar duidelijke reactie.

Als het tijd wordt voor het avondeten, wil ik onze nieuwe tafelgrill uitproberen. Het is een klein en compact toestel waar een kleine gasbus in past. Eigenlijk wil ik deze gebruiken als we buiten eten, zodat je vanaf de tafel de gerechten de nodige aandacht kunt geven. Het apparaat doet zijn werk prima. De stukken kippenvlees sudderen en grillen zich naar een voortreffelijke smaak. Omdat het tegen de avond weer frisser, maar ook donker wordt, gaat de buit mee naar binnen.

Bij het wegwerken van alle heerlijkheden, komen we tot de conclusie dat we ons niet bekocht hebben aan de mini barbecue. Een koel glaasje rosé completeert de maaltijd.


Zondag 26 januari

We verlaten de prachtige camperplek aan het stuwmeer. Een camperaar wil altijd verder. Ook kunnen de accu’s wel weer wat input gebruiken, want van de zon krijgen ze niet veel. We rijden de N2 verder af naar het zuiden. Een prachtige route, zeker de eerste kilometers die door een mooi natuurgebied gaan. Al slingerend krijgen we de fraaiste landschappen te zien. Wat opvalt is dat we hier geen enkele kale boom zien. Lover of naalden maakt niet uit, alles is gewoon groen.

De camperplaats bij Almodovar hebben we uitgezocht als landingsgebied. Een reviewer in P4N deed zijn beklag over de langparkeerders daar. We zijn dus voorbereid. Direct bij aankomst overzien we het slagveld. Alle plekken zijn bezet, de isolatiematten hangen nog half voor de ramen. Tuinsetten, motoren en fietsen staan vastgeklonken aan het hek. Deze camperaars zijn niet van plan nog te vertrekken, hoewel het gemeentelijk bord meldt dat het maximale verblijf 72 uur mag duren. Gratis stroom en alle voorzieningen geeft hen definitief een thuis gevoel. Feitelijk kan de camper worden ingewisseld voor een tuinhuis.

We parkeren op een ruime plek ertegenover. Ook prima. Ik heb gelezen dat de omgeving geschikt is voor mooie wandelingen. De middag is nog jong, dus zoek ik wandelschoenen en heuptassen bij elkaar en maken we ons klaar voor een tocht van zo’n 10 kilometer.

Het eerste stuk gaat langs de weg, maar dan trekken we het ruige Portugese veld in. Het pad is een brede zandweg met hier en daar forse waterplassen. Olijfboomgaarden laten weten dat ze niet betreden willen worden. Van ons hebben ze niets te vrezen, wij volgen de opdrachten van ‘routeyou’ en die ordonneert dat we het pad moeten volgen. Een grote vlakte is omheind en een grote kudde schapen moet er zijn kostje bij elkaar scharrelen. We lopen een vrij hoge heuvel af en we naderen het dal. Daar stroomt een leuk watertje, wat we tijdje mogen volgen. Dan moeten we van de App rechtsaf slaan. Maar daar stroomt de beek! Stapstenen willen hulp bieden, maar daarvan liggen de belangrijkste ook onder water. Ik doe meerdere pogingen een oplossing voor de oversteek te bedenken maar uiteindelijk moet ik afhaken. Alleen schoenen en sokken uit en broekspijpen flink oprollen zou een optie zijn. Maar zelfs dat is niet een garantie om de overkant droog te halen. Deze oversteek is in de zomer bij veel minder water waarschijnlijk een peuleschil.

We keren om. Hetzelfde pad ziet ons opnieuw langskomen. We troosten ons met de gedachte dat als je terugloopt, het er toch allemaal weer heel anders uitziet.

Op het pleintje tegenover de camperplaats hebben zich intussen vier andere campers gemeld, het zijn allemaal landgenoten.


Maandag 27 januari

Als we de gordijnen opentrekken, zien we hoe een miezerregen de mensen, die buiten zijn, onaangenaam aan het nat sproeien is. De enkeling die zich dit laat ondergaan is gewapend met een paraplu, zodat de kansen gelijk zijn. Wij besluiten binnen te blijven.

Het buitje is wel een doorzetter, want het blijft de hele morgen nat. Na de koffie zijn we gaan rijden richting Silves. Ook nu rijden we weer door een schitterende omgeving. Stevige heuvels, voor ongeveer de helft begroeid, geven het landschap prachtige vormen. Hier en daar lopen wat schapen, maar verder is het kilometerslang niemandsland, geen huis, geen schuur, zelfs geen brievenbus is er te ontdekken. We voelen ons ontdekkingsreizigers in een nieuw land.

In Silves gaan we eerst boodschappen doen bij de Lidl. Het is de eerste maal dat we een winkel van dit concern bezoeken, zonder dat er groot parkeerterrein aan verbonden is. Wel is er een parkeergarage, maar daar passen we niet in. Een heel eind verderop kunnen we de reiswagen stallen. We slaan flink in, zodat het een hele inspanning vergt om de zware tas door de straten te zeulen.

Iets verderop kunnen we ons karretje stallen voor een langer verblijf.

Een stad maakt ons nieuwsgierig. Ook hier gaan we op onderzoek om de mooie plekjes te ontdekken. Gelukkig is het de hele middag zonnig en droog. We slenteren samen richting het centrum. Er is een overaanbod aan restaurantjes. De halve straat is in gebruik als terras. De meeste stoelen zijn echter onbezet. Voor lekker buiten de deur eten ligt de piek duidelijk in een ander seizoen.

Ook Silves is gebouwd op en rondom een heuvel. Traditiegetrouw staan helemaal op de top het kasteel en de kathedraal. De laatste heeft zijn deuren potdicht, zodat we het met de buitenkant moeten doen. Het kasteel heeft het heel anders geregeld. We betalen de senioren entreeprijs, wat voor ons beiden neerkomt op € 2,80. Eigenlijk bestaat het kasteel alleen maar uit een volledig omsloten buitenmuur met kantelen. De binnenzijde is een groot vlak terrein met bomen, wandelpaden en een paviljoen. Wel zijn er op meerdere plaatsen restanten te zien van het oude binnenwerk, die samen met de informatieborden ervoor moeten zorgen dat de bezoeker doorheeft dat hij een kasteel bezoekt.

We wandelen via de oude buurten weer terug naar de Niesmann. De dag nadert haar einde alweer, zodat we ons binnen gaan vermaken, wat overigens geen enkel probleem is


Dinsdag 28 januari

De lange reis door het koude en natte België en Frankrijk heeft op de buitenzijde van ons voertuig diepe sporen achter gelaten. We herkennen bijna de eigen camper niet meer. Ik breng vanochtend wat vuilnis naar de container en sta dan plots oog in oog met een wasstraat, waar ook grotere wagens een poetsbeurt kunnen krijgen.

We besluiten eerst de koffie weg te werken en dan rijden we onze vieslak richting de poets inrichting. De wasbox is hoog genoeg en even later sta ik het Portugese instructiebord te bestuderen. Gelukkig is er ook een Engelstalige versie naast afgedrukt. De wasbeurt moet jezelf uitvoeren. Dat gaat in drie ronden. Voor twee euro wordt een ronde vrijgegeven. Eerst ga ik rond met een hogedrukspuit waar warm water uitkomst voorzien van een wasmiddel. De volgende ronde monteer ik een borstel op het wapen en kan ik al schuimend grondig gaan boenderen. De laatste kan ik weer voluit met de hogedruk aan de slag, ditmaal voorzien van warm onthard water. We zijn trots op het resultaat. Het gewicht van de camper is weer een stuk lager.

We rijden spin tevreden naar Parchal. Als we daar bijna zijn, kom ik tot de ontdekking dat ik onze geldpot met euromunten bij de wasstraat heb laten staan. Het gaat best om een kapitaaltje. We besluiten te keren. Wat kunnen we, een half uur na vertrek, nog verwachten. Het potje is een Niesmann accessoire. Misschien hebben ze deze nog laten staan, is onze minimale hoop.

We arriveren opnieuw bij het wasgebeuren. Ik loop naar de plek waar ik onze muntvoorraad heb neergezet. Deze staat er nog onaangeroerd. Ik had de Portugezen al hoog zitten, maar ze zijn in mijn achting nog verder gestegen.

We naderen Parchal voor de tweede keer. De camperplaats heeft nog voldoende parkeergelegenheden. Ik prik de Niesmann aan de stroom en het bijtanken kan beginnen. In de middag maken we een korte wandeling door de omgeving. Deze kan echter niet echt boeien.


Woensdag 29 januari

Het gaat een sombere dag worden. De weersvooruitzichten zijn goed, maar dat geldt niet voor vandaag. Vanaf elf uur gaat er een heerlijk nat winterregentje vallen, die volgens de prognose het tot vier uur ‘s middags gaat volhouden. Om deze reden graven wij ons in. We verlengen de periode op de camperplaats tot morgen. De leesboeken en puzzelblaadjes komen op tafel, want het wordt een binnendag.

De prognose is perfect. Met de regen tegen de ruiten werken we een relaxprogramma af. Menig puzzeltje weet ik op te lossen en Hanna werkt haar social media bij, kijkt haar serie en weet de doorlopers te kraken.

Als het droog wordt in de loop van de middag, gaan we op stap. Een ander deel van Parchal is nu de pineut. Als we een straat met veel middenstand inlopen, staan we plots voor de Chinees. Dit winkeltype is een begrip in Spanje en Portugal. In een op zich nog best aardige ruimte weet de Chinese eigenaar zoveel spullen te stoppen dat er nauwelijks looppaden overblijven. Werkelijk alles is er te koop. Alleen zijn de producten in de meeste gevallen niet meer dan prullaria. Hanna weet toch nog wat bijzondere linten te vinden die ze goed voor haar bloemschikken kan gebruiken, ik koop een klein rubbermatje. Met een klein stukje hiervan wil ik proberen het rammelen van het hefbed te stoppen.

Daarna lopen we nog even naar de rivier de Arade. Deze is bij Parchal eigenlijk al een brede zeearm en scheidt deze plaats van Portimao. Er staat veel wind bij het water maar het uitzicht is mooi. Een opvallend oude schuur staat pal naast een gloednieuw hotel. Dit soort tegenstellingen kan alleen in Portugal.

Voor het avondeten slaag ik erin om via een te downloaden app pizza’s te bestellen, die ook nog afgeleverd worden.


Donderdag 30 januari

Voorlopig hebben we de laatste slechte dag, wat weer betreft, gehad. We ontwaken in volle zonneschijn en de belofte is, dat dit de hele dag zo zal blijven. Onze camperplaats biedt de mogelijkheid voor storten van grijs en zwart water en inname van schoon drinkwater. We grijpen deze kans aan. Dan vertrekken we richting de golfbaan van Gramacho. Ik sta al weken stil en wil wel weer eens tegen zo’n klein balletje aan huffen, 

 

Hanna blijft achter in de camper, terwijl ik schoorvoetend een immens golfresort betreed. Rondom hole 1 staat een ring van kapitale woningen met zwembad. Ik word ingedeeld in een flight van vier. Mijn teamgenoten zijn ook Nederlanders, maar vertoeven veel in Portugal. Een prachtige baan ligt voor ons. Behoorlijke hoogteverschillen en omzoomd met palmbomen. We zijn lekker aan elkaar gewaagd en kunnen heerlijk onder een prettig zonnetje de baan afwerken.

Terug in de camper drinken Hanna en ik eerst nog wat en daarna vertrekken we richting Pera. Een kort ritje door een fraaie omgeving. Als we bij Pera zijn aangekomen moeten we door het centrum met smalle straatjes. De grote camper vraagt veel van de hier en daar krappe ruimte. Dan moet ik een zijstraatje indraaien. Een anticiperende automobilist ziet dat het te krap word en rijdt om, ruimte te maken, achteruit. Hierbij ziet hij echter de achter hem staande auto over het hoofd. Een aanrijding volgt en daarna is het even chaos. Ik sta half ingedraaid maar kan niet verder omdat de twee botsers eerst de schade willen afhandelen. Het overige verkeer is hiermee volledig geblokkeerd. Uiteindelijk kan ik met veel passen en meten toch voorbij de twee beschadigde auto’s komen en rijden we door naar een onverhard plein in een buitenwijk.

Daarna valt de avond al snel. Hanna kookt een heerlijke maaltijd bij elkaar, die we daarna met veel smaak oppeuzelen.


Vrijdag 31 januari

Het terrein waar we op staan geparkeerd in Pera is een rommeltje. Een oude bouwkraan is onze buurman, het is onvlak en begroeid met hoge grassen naast de looppaden. Met liefde nemen we dan ook weer afscheid. Het is een korte rit naar Albufeira. Dit is een bekende Portugese badplaats. In een buitenwijk vinden wij een achteraf parkeerterrein. Wel zijn er nog grote plassen in verband met het natte weer van de afgelopen tijd. We vinden een geschikte hoge plek langs een parkje.

 

Nu de Atlantische Oceaan dichtbij is, willen we hem ook ontmoeten. Het is best een stuk lopen, dus komt de scooter voor het eerst naar buiten. Ik tuig hem weer volledig op, zodat hij klaar is voor de rit door de stad.

In de middag stappen we op en scheuren we naar de boulevard. Het is er al heel gezellig. Het heeft een hoog Benidorm gehalte, maar de scootmobielen ontbreken.

De stad ligt zelf aan de kust nog vrij hoog. Dit zorgt voor een mooi uitzicht over de oceaan. Het heerlijke geluid van aanrollende golven klinkt ons weer als muziek in de oren. Over het water kun je de eindeloze verte in staren. Gelukkig zijn hier niet van die malloten die er een zwaaipalen-kerkhof van maken.

Om op het laag gelegen strand te komen heeft de stad roltrappen aangelegd. Wij laten ons door dit stuk mechaniek omlaag brengen en even later lopen we in t-shirt langs de kustlijn onder een warm zonnetje en een strak blauwe hemel. Deze momenten maken de overwintering al tot een succes. Vanaf het strand geeft het een mooi beeld om naar de stad te kijken die hoog op de heuvel ligt, met alleen maar witte huizen met rode daken. Na wat omzwervingen vinden we het tijd worden voor een terras. De ober brengt het bestelde drankje en met de zon in ons gezicht, een aardig muziekje uit de luidsprekers en gezelligheid om ons heen voelt het aan als zomer.

De scooter brengt ons plichtsgetrouw weer terug bij onze reiswagen. De zon is nog niet klaar met schijnen zodat we de relaxstoelen buiten zetten en nog even kunnen nagenieten. Daarbij kunnen we zien hoe een achttal mannen bezig is een betonpad te herstellen. Een paar zijn aan het werk, de rest houdt toezicht.


Zaterdag 1 februari

Als we wakker worden, staat de zon alweer op ons dak te schijnen. In het parkje staan we best leuk en we willen Albufeira nog wel een keer bezoeken. Zo valt tijdens de koffie het besluit dat we blijven staan. Wel moeten er hoognodig een paar boodschappen komen, maar de trouwe BSA staat klaar voor actieve dienst. De Lidl is niet ver en gehelmd rijden we naar de ingang. In de achterkoffer en buddyseat kunnen veel spullen worden opgeborgen, zodat we de volle tas voedingsmiddelen een plekje kunnen geven.

Wel redden we en passant het barbecuefeestje van een Italiaanse familie. Ze zijn voor ons bij de kassa maar vergeten een grote zak houtskool mee te nemen, welke ze even hadden weggezet. Met wat gebrabbel en handgebaren kunnen we hen nog net waarschuwen voordat ze wegrijden.

 

In de middag tuffen we weer naar de kust. Ons vervoermiddel zetten we nu bij de haven neer. Langs de stad loopt een wandelpad vanwaar we een prachtig uitzicht hebben op het laag gelegen strand. Hier en daar zijn uitzichtpunten ingericht, compleet met een kunst sculptuur en bankjes. De oceaan is vrij rustig en de ruime blik over oneindig water geeft me weer het echte vrijheidsgevoel. Ook vandaag zijn er weer veel mensen op het strand.

We slenteren door de autovrije straten. Veel flink op leeftijd zijnde echtparen schuifelen er rond. Met de zon is het weer warm in de stad. Alles is op het massatoerisme in de zomer ingesteld. Gelukkig zijn er best veel terrassen open, maar veel vermaak en drinkgelegenheden zijn nog gesloten met de rolluiken naar beneden.

Winkeltjes die vakantie prullaria aanbieden hebben hun deuren open en vooral de hele stoep behangen met hun koopwaar. Op meerdere plekken zorgen straatartiesten voor een gezellige sfeer. Het zorgt ons een heerlijk relaxed vakantiegevoel. We strijken op een terras neer bij een groot plein. De bomen zijn volledig in het groen. De meeste tafels zijn bezet en de uitbater heeft een goed humeur.

Als de dag vordert, zoeken we de scooter weer op. Via nauwe straatjes door de binnenstad leidt Maps we weer terug naar ons van wielen voorziene appartement.


Zondag 2 februari

We breken op. We verlaten ons mooie plekje in het park en rijden richting het oosten. In het aan Albufeira geplakte plaatsje Ferreira lozen we zwart water bij de Intermarche en kunnen daar ook voordelig diesel tanken. Omdat het in Spanje veel goedkoper is, vul ik slechts 25 liter bij. Daarna maken we een prachtige rit door het binnenland. Een kronkelige weg stuurt ons langs de mooiste plekken van Portugal. In sommige dorpen zijn de wegen zo smal, dat het passen en meten is om er doorheen te komen. Het einddoel vandaag is Loule. 

Voordat we op onze plek staan, mogen we dwars door het centrum toeren. We krijgen zo al veel van de stad te zien. Op een ruime parkeerplaats, waar een aantal vrachtauto’s en een schoolbus staan, is nog voldoende plaats. We vinden een vlak stuk pal naast een zandauto. Het is vandaag iets minder zonnig dan de afgelopen twee dagen. Prima weer om de historische binnenstad met een bezoek te verrassen. 

Het valt ons op dat hier veel panden staan, die dringend onderhoud nodig hebben. Ze steken pijnlijk af tegen de enkele goed onderhouden soortgenoten die goed zijn gestuukt en strak in de saus zitten.

Het is duidelijk geen toeristenplaats. De terrassen zijn leeg op een paar autochtonen na. We komen door een doodse winkelstraat. Het is zondag en het merendeel van de winkels is gesloten. Uiteindelijk komen we voor het kasteel te staan. Indrukwekkende muren stralen nu nog steeds iets onoverwinnelijks uit. Maar het is slechts schijn. Een deel van de burcht is verdwenen en stadse gebouwen staan tot op de binnenplaats.

Even later lopen we door een geinig miniparkje met uitzicht tot aan de oceaan. Er staat een robuuste kerk tegenover maar die houdt z’n deuren potdicht, zodat we niet mogen genieten van ongetwijfeld een rijk interieur.

We slenteren terug naar de parkeerplaats, waar een paar jongelui de boxen van hun auto proberen op te blazen met hun favoriete muziek. De term a-muzikale herrie zou ook niet vreemd staan voor het gebodene.


Maandag 3 februari

De vrachtwagen pal naast ons is om zeven uur vertrokken. Dat kregen we mooi even mee. Een uur later begint voor ons de dag. Omdat we geen grootse plannen meer hebben in Loule, besluiten we om te vertrekken. We verplaatsen ons tinyhouse naar Alhao, een kustplaats iets ten oosten van Faro. In dit gebied wonen meer mensen dan op de plaatsen waar we tot nog toe waren, want het is druk op de weg. In Alhao is plaats zat. Er zijn daar enkele grote terreinen die veelvuldig door het campervolk worden gebruikt. Er staat dan ook een hele vloot campers ons op te wachten bij aankomst.

In de middag lopen we naar de kust. We komen bij een immens grote jachthaven aan, die voornamelijk vol ligt met zeilboten. Het haventerrein ziet er tiptop uit. Alles is nog behoorlijk nieuw. De kleine jeugd kan zich vermaken met minibotsauto’s, voor de wat grotere zijn boksballen en een voetbal aan een arm opgesteld. Met de laatste kan je laten zien hoe hard je kan trappen. In een langwerpig gebouw zitten meerdere horecazaken en wat winkeltjes. Echter alles is in ruste, want het vaarseizoen is nog niet begonnen.

Het camper-overwinterseizoen daarentegen wel. Langs de kade schuifelen diverse echtparen op leeftijd rond om hun tijd te verdrijven. De meeste zullen thuishoren in een van de mobilhomes om ons heen. Ook is hier een jeudesboules-baan aangelegd. En dat is een schot in de roos. Alle Franse reizigers zijn er naar toe getrokken en met spanning op hun gezicht werpen ze hun stalen ballen met de hoogst mogelijke precisie naar een klein onschuldig balletje.

Het weer voelt heerlijk zacht aan, hoewel het niet erg warm is voor Algarve-begrippen. We lopen op ons gemak langs alle havenactiviteiten en genieten vooral van het weidse uitzicht wat we hebben over de Portugese wadden. De oceaan houdt voor de kust hier een eb-en-vloed spelletje met grote zandbanken.

Als het donker is geworden en er een serene rust neerdaalt op het camperkamp, stoken een groep mensen vlak bij een flink vuur op. We kunnen alleen gissen naar het waarom; zijn het daklozen, die warm willen blijven, zijn het jongeren die zich vervelen, het antwoord zal wel op zich laten wachten.


Dinsdag 4 februari

De nacht in het camperdorp is heerlijk rustig verlopen. We willen hier nog een dag langer blijven. We leven nu tussen honderden lotgenoten. Dat geeft een band zonder dat dit wordt uitgesproken. Er moeten wel boodschappen worden gehaald. De Lidl is te belopen, maar terug moet je dan wel het volle gewicht meezeulen. Gelukkig staat in onze garage de motorscooter.

 

Even later zijn we onderweg. Niet goed voorbereid, want we vergeten de boodschappentas en de winkelwagenmunt. Aangekomen pakken we een rolmand met handvat in plaats van de winkelkar.. Als we bij de kassa staan wil ik mijn tijdelijk karretje meenemen naar de scooter om de gekochte waar over te hevelen. Hanna is bang dat de kassajuffrouw moeilijk gaat doen.  De keuze valt op een papieren tas die je bij de kassa kunt kopen. We laden de buit over in ons voertuig, om daarna meteen de pas gekochte tas in de vuilnisemmer te deponeren.

In de middag willen we het dorp verder bekijken. Opnieuw lopen we langs de jachthaven en over de boulevard. Nadat we tegen een serieuze binnenhaven aanlopen, gaan we richting het oude centrum. Mooie smalle wegen met volop middenstand komen we op terecht. Hier kan je zien dat Olhao al heel wat jaren meegaat. Een grote kerk bepaalt het beeld op een plein. Ook deze is gesloten. We sneupen nog wat en ploffen dan neer op een terras. Heerlijk in de zon en geen last van de wind, die trouwens maar zwak is vandaag. Ook hier horen we van meerdere kanten onze moerstaal.

Terug bij de camper is er nog een belangrijke klus te doen. De toiletton zit nagenoeg vol. In het dorp, bij de haven, heeft de Intermarche een afvoerputje voor dit soort gevallen. Ik start opnieuw mijn racemonster. Met de ton veilig tussen mijn knieën geklemd, doorkruis ik het dorp totdat ik aankom op de loosplek. Met een lege ton kom ik even later weer terug bij ons paleis.

 

Als de avond valt, komt opnieuw de groep zwervers een vuurtje stoken. We zien nu dat ze op deze wijze hun eten voorbereiden.


Woensdag 5 februari

Wasdag. De wasmand zit vol. Vlakbij het camperdorp is een grote wasserette. Direct na het ontbijt togen Hanna en ik naar deze plek. We hebben pech. Een flink deel van de Franse kolonie had de waskorf ook vol en was ons net iets voor. Optimistisch kondigt een van de machines aan dat hij nog 14 minuten door moet draaien. Maar gemeten in echte klokuren blijkt dat minstens een halfuur te zijn. Uiteindelijk komt het apparaat vrij. Als onze was lekker staat te stampen, besluit ik de thermoskan met koffie op te halen. De klokken in de wasserette nemen een loopje met de tijd en de beloofde 30 minuten loopt ook weer gigantisch uit. Maar wij zitten heerlijk aan de koffie, terwijl de rest met een zuinige blik het toekijken heeft. De droger doet daarna zijn taak bijna perfect. Maar hier en daar ietsje vochtig deert ons niet en Hanna vouwt de schone was weer in ordentelijke staat.

Ik start de motor. We nemen afscheid van Olhao. In de verte wacht Castro Merim. We toeren door een mooi gebied, waar de veldbloemen volop in bloei staan. Ook enkele bomen tonen een prachtig bloesem. Als we onze nieuwe plek bereiken, schrikken we van de viezigheid. Grote waterplassen, diepe kuilen staan op ons te wachten. Voorzichtig leid ik de Niesmann door deze blubber, verderop lijkt de grond droog en vlak. Het tweede deel is inderdaad stukken beter. Er is nog een plek op dit deel vrij, zodat onze keus snel is gemaakt. Een camper die na ons komt aanrijden, heeft ook hoop op een droge plek, maar moet voor een parkeerplek echt terug naar de kuilen.

 

Het is volop zomer. We trekken de korte broek aan en zitten heerlijk in de zon. We willen ook wat van de omgeving zien. Daarom lopen we richting de beide kastelen. Het zijn geen middeleeuwse burchten maar duidelijk van een latere tijd. Enorme dikke muren hielden de vijand wel even tegen. De poort zit dicht zodat we alleen de buitenkant aan een onderzoek kunnen onderwerpen. We lopen over de vestingmuur die buiten het kasteel gewoon nog een flink stuk doorloopt.

Terug richting het dorp krijgen we een indrukwekkend kerkgebouw in het vizier. Het spierwitte gebouw steekt prachtig af bij het groen van de bomen en het blauw van de lucht. We zitten daarna weer lekker in de zon bij ons reispaleis. Als we willen eten, haal ik de tafelbarbecue weer tevoorschijn en braad twee kalkoenfilets tot een geweldig hoogtepunt.


Donderdag 6 februari

Onder de veilige bewaking van de twee reuze forten hebben we heerlijk kunnen slapen. Opnieuw lijkt het een prachtige dag te gaan worden. De lucht is wolkenloos blauw. De wind stelt niets voor. Als we de koffiepot leeg hebben, verlaten we onze nachtplek. Niet veel later rijden we over de brug die de beide oevers van de rivier Guadiana met elkaar verbindt. Maar de rivier is ook de grens en zo zijn we weer terug in Spanje. Ik stuur de camper naar een benzinestation waar je ook je vuilwater en toilet kunt lozen. Spanje biedt de diesel veel voordeliger aan dan de Portugezen. Voor €1,43 laat ik de tank weer vollopen.

Dan gaat het richting Huelva. Een groot deel van de rit maken we gebruik van de snelweg. De omgeving is best mooi met in bloei staande bomen, rotswanden en golvend landschap. Ten zuiden van Huelva is een themapark waar ook de drie replica’s liggen van de schepen waarmee Columbus zijn beroemde tocht naar Amerika maakte.

Ik parkeer de reiswagen op het parkeerterrein dat heel natuurlijk is aangelegd. Er is veel ruimte en maar een beperkt aantal campers zodat de plekken voor het uitzoeken zijn. De stoelen gaan naar buiten en het zomertenue komt aan, want we willen van het fraaie, zonnige weer genieten. Op het terrein staat ook een modern amfitheater, verder kan ik er nog een kleuterspeeltuin ontdekken.

Dan wordt het tijd voor een klus. We zijn terug in Spanje en voorlopig blijven we hier nog wel even. Dat betekent dat ik mijn mifi-router wil inschakelen. Daarvoor ben ik een simkaart nodig. In Huelva heb ik een Orange-winkel gespot. Ons racemonster komt weer naar buiten. Niet veel later snel ik richting de stad.

Een jongedame staat mij vriendelijk te woord en voor €20,— kan ik een kaart aanschaffen, waarmee we 30 dagen internet hebben. Als ik de deal wil afhandelen, vraagt ze naar mijn paspoort.  Tja, die ligt nog in de camper. Dat betekent een keer extra op en neer naar de stad. Maar het heeft resultaat. De router wordt opgestart en regelt vanaf nu het dataverkeer van al onze apparaten.


Vrijdag 7 februari

Onze racemachine slaat weer moeiteloos aan. Hanna neemt plaats achter op, mijn mobiel weet de route en ik draai langzaam het gas open. Het asfalt trekt snel onder ons door. Huelva komt opnieuw snel dichterbij. Dit keer is de Lidl ons doel. We parkeren de BSA bij de voordeur. Niet veel later laden we de buit in. Zowel de achterkoffer, als de ruimte in de buddyseat dienen voor opslag. 

 

Via internet regel ik de kaarten voor het middagprogramma. Slechts 100 meter van onze staplek af is het museum ‘De ontdekking van de Caribbean'. Goedgemutst stappen we hier op af. Het is februari en dus totaal niet druk. Als we door de poort zijn, staan we oog en oog met de Nina, Pinta en de Santa Maria. Dit zijn de drie schepen waarmee Columbus in 1492 zijn expeditie uitvoerde om een vaarroute via de west naar Indie te ontdekken, maar per ongeluk op het werelddeel Amerika stuitte.

De drie replica’s liggen eigenwijs in een kleine waterpartij. De boeg naar voren, alsof ze ieder moment voor de volgende opdracht kunnen uitvaren. Schoorvoetend lopen we naar de kleinste van de drie. Op de Nina zien we dat deze boot dringend onderhoud nodig is, evenals z’n twee kornuiten. Maar goed het geeft een goed tijdsbeeld. Daarna is het vlaggeschip aan de beurt, de Santa Maria. Hierop voer Columbus zelf. Deze schuit heeft meerdere dekken, heeft een hoge mast met kraaiennest en er is een vertrek voor de commander. De rest van de 40-koppige bemanning moest maar een plek zoeken. In het ruim is plaats voor veel voorraad. Vooral water en voedsel was essentieel. Als laatste stappen we bij de Pinta aan boord. Deze is weer wat eenvoudiger. Deze schepen zijn gebouwd in de 15e eeuw. Ze zijn veel simpeler dan de Hollandse galjoenen van twee eeuwen later.

We neuzen nog even wat rond op de kade. Aan de ene kant is de vertrekhaven nagebootst, compleet met scheepstakel en diverse tonnen met allerlei benodigdheden. Aan de overzijde is de ontdekte nieuwe wereld nagebouwd. Eenvoudige hutjes, met primitieve mensen, maar wel met producten uit die wereld zoals aardappelen, mais en paprika. In het hoofdgebouw zijn in een kleine tentoonstellingsruimte nog enkele bijzonderheden over de reis uitgestald.

We lopen weer terug naar de camper. Het was heel interessant om over deze geschiedenis wat meer details te vernemen. Aan het einde van de middag slaat het weer om. Donkere wolken brengen weer wat regen en het wordt snel frisser, omdat de zon nu volledig wordt afgedekt.


Zaterdag 8 februari

We gaan nog 1 keer naar Huelva. Ditmaal met de camper want de lpg flessen zijn hard op weg om leeg te raken. Uiteraard is de goedkoopste ons mikpunt. De lpg-slang zit in een 1 richting straatje, maar wel voor ons aan de ‘verkeerde’ kant. Nadat we het straatje zijn door getuft, draaien we om en gaan we tegendraads naar de pomp. Ik krijg de sluitmond van de slang maar niet aangekoppeld, ook niet na tien pogingen. Er is niemand die advies kan geven, dus hang ik de slang terug. Dan maar naar zijn duurdere collega. Maar daar heb ik hetzelfde probleem. Hier duikt wel meteen hulp op en de pompmedewerker zet in 1 keer de sluitmond vast. Wel heb ik de truc afgekeken; iets harder knijpen.

Dan vertrekken we richting El Rocio. Dit is een bijzonder dorp. Alle straten daar zijn namelijk zandwegen. Op het moment dat we daar het parkeerterrein opdraaien, is de parkeerwacht net even te lunchen. We gaan op onderzoek. We zeulen door de zandpaden. Wat tegenvalt is dat er overal auto’s geparkeerd staan. Volgens de overlevering zou dat niet zo zijn. Dit dorp is het domein van de paardrijders. Eigenlijk is dat het vervoermiddel. Ieder huis heeft een balk waar het paard aan vast kan worden gezet. Maar de auto schijnt ook hier toch onmisbaar te zijn.

 

Op een zandplein staan veel aanspanningen. De wagens zijn bedoeld om rondgereden te worden. Deze opzet slaagt uitstekend. De koetsjes rijden met blije toeristen diverse rondjes over de zandpaden. Het is geen klein dorp. Er zijn veel straten, die ook nog eens een keer van flinke lengte zijn. Een andere attractie is om een paard te huren. We zien vele ruiters en amazones El Rocio doorkruisen.

 

Het dorpsbeeld is een beetje western-achtig. In het centrum staat een mooie kerk, waar een dienst aan de gang is. Ik lees het bordje dat je niet mag filmen of fotograferen te laat, zodat ik veel op beeld heb kunnen vastleggen. Ook staan hier vele marktkramen barstensvol met souvenirs. Horeca heeft ook een flink deel van de panden in handen en de terrassen zitten vol, maar wel op het zand. Het dorp is duidelijk populair bij de Spanjaarden, gelet op de drukte.

Omdat we best wat stroom en water kunnen gebruiken en de ton weer geleegd moet worden, gaan we op zoek naar een camping. In Aznalcazar krijgen we een plekje. We zitten nog even heerlijk buiten in het namiddag-zonnetje.


Zondag 9 februari

De camping ontwaakt langzaam. De zon is er alweer vroeg bij. De camper heeft de hele nacht aan de stroom gestaan, dat betekent dat beide huishoudaccu’s tot de nok vol zitten met spanning. Na de koffie breken we de boel op. Hanna rekent af met de receptioniste. 

Eerst toeren we nog over een aantal binnenwegen, maar twee dorpen verder gaan we de snelweg op. We moeten richting Sevilla omdat over de rivier Guadalquivir pas daar de eerste brug ligt. Over een lengte van meer dan 100 kilometer is dit water niet over te steken, of je moet al willen zwemmen.

Na Sevilla gaat het richting zuiden. Bij de stad Cazabas willen we water tanken, maar dat loopt op een mislukking uit. Ik denk een leuke plek bij de plaats Leblija te hebben gezien, als we daar arriveren staan er heel wat auto’s. De plek blijkt het parkeerterrein van het park ertegenover te zijn. Het is zondag, dus komen alle Spaanse families bijeen in het park met een koelbox vol met eten en drinken. Het blijft de hele middag een komen van auto’s. Ze worden overal geparkeerd. Tussen de bomen, op een smalle reep grond of voor de ingang van een afgelegen fabriek, het maakt niet uit.

We vinden op het terrein een mooi plekje om heerlijk in het voorjaarszonnetje te zitten. Voor ons is het korte broeken, de Spanjaarden denken daar anders over. In de middag willen we iets van de omgeving zien en lopen we een zandpad op. We komen een afgraving tegen en enkele verlaten fabrieksterreinen. Even later staan we in het dorp en kunnen we via de hoofdweg weer terug naar de basis.

Op een crossbaan vermaken opgeschoten jongens zich uitstekend. Van hun beweringen snappen we geen moer, maar het is de baasjes zeker naar de zin. We zitten tot zes uur van de zon te genieten, maar dan verdwijnt deze achter de bomen en wordt het snel frisser. In het park heeft iemand geroepen dat het gedaan moet zijn, want uit de poort komt plotseling een lang aanhoudende stroom mensen. Auto’s worden gestart, over en weer klinken er woorden, er wordt geclaxonneerd maar dan is in een ommezien het hele parkeerterrein leeg, op een camper na.


Maandag 10 februari

Medewerkers van de plantsoenendienst kloppen bij mij aan. Ze hebben wel trek in een kopje koffie, tenminste dat is mijn vertaling van hun gebaren en onverstaanbare teksten. Helaas hebben wij de pot leeg. 

We vertrekken richting Cadiz. Onderweg komen we een service station tegen. Een prachtige gelegenheid om de watertank te vullen en het grijze en zwarte water te lozen. Zulke gemeenten zouden er meer moeten zijn. Via de snelweg gaat het vlot naar de kust, waar de eilandstad Cadiz achter ligt. Het uitgezochte plekje is weer een topper. Een klein terreintje met picknickbanken en aan het strand. We hebben mooi uitzicht op de hoge brug over de zeearm, die de bewoners van de stad de mogelijkheid biedt om op het vasteland te komen.

 

De motorscooter komt weer uit de garage. Dan slaat de schrik me om het hart. Ik zie dat ik de vorige keer de rubbers en schroeven voor de spiegels niet heb teruggeplaatst. Als die weg zijn, heb ik een serieus probleem. Ze liggen altijd op de treeplank als ik ze demonteer. Ik zie het al voor me dat de belangrijke schroeven bij het binnenschuiven van de scooter in de garage eraf zijn gevallen en nu ergens ver weg in het gras liggen. Ik heb deels geluk. In de garage vind ik de schroeven terug, maar een ring en een rubber zijn definitief weg. Ik bedenk een alternatief en zo kunnen we op weg naar Cadiz.

 

Het ligt er werkelijk prachtig. Een breed strand, het blauwe water, de aanrollende golven en de hooggelegen witte stad. We wandelen langs de boulevard naar het centrum. Daar gaan we de kathedraal bezichtigen, wat een ongelofelijk groot gebouw. De galm in de kerkzaal klinkt seconden lang door. We mogen ook in de kelder en in de kerktoren. Daarna gaan we op een terras wat drinken. Een straatmuzikant gaat op straat zitten, speelt gitaar en zingt een liedje. Dan gaat hij staan en loopt met z’n pet langs alle terrasgasten om een kleine bijdrage. 

 

We zoeken ons brommertje weer op. We moeten de hoge brug over. Vooral het steile gedeelte omhoog kost het machientje duidelijk moeite. Naar beneden gaat daarentegen weer geheel soepel.

De avond valt, als we terug zijn, alweer snel. Toch zijn de dagen hier aanmerkelijk langer dan thuis. De gordijnen dicht, muziekje aan en gezellig napraten, puzzelen en de weblog bijwerken zorgen voor een vol avondprogramma.


Dinsdag 11 februari

Bij het opstaan bedenken we dat het wel lekker zou zijn om een ochtendwandeling te maken. Zo stappen we amper wakker de prachtige wereld van zeearmen, bos en strand in. Er ligt een loopbrug, die de start vorm geeft van onze trip. Op de scheiding van land en water zitten meerdere mannen met een stokje of schepje in de grond te porren. Zo nu en dan verschijnt er een triomfeerlijke blik in hun ogen en even later ketst er een nieuw resultaat bij de oude in een plastic zakje. Hanna vermoedt mosselen.

 

Het is eb en veel afgemeerde bootjes liggen nu droog op een zandbank. Als bezitter moet je wel het geduld hebben om op de vloed te wachten, voordat je kan uitvaren. Via een mooi bospad lopen we terug. Onder bijna iedere boom staat een picknicktafel. Spanjaarden houden van samenscholingen en de gemeente is hen gewillig.

We kiezen voor een nieuwe plek. Mede omdat we de boodschappen weer willen aanvullen. De uitgezochte Lidl biedt echter nauwelijks plaats aan grote voertuigen, zodat ik onze kampeerwagen half op de uitrit, half op een invalidenparkeerplaats neer moet zetten. 

Volgestouwd rijden we door naar Los Canos de Meca. Daar vinden we een parkeerplek, vol met gaten, dichtbij de kust. We hebben uitzicht op de oceaan. Vandaag staat er een stevige wind en dat trekt een bepaald soort volk aan. Over de duintoppen zien we de zeiltjes al door de lucht scheren. Daar onderaan hangt een mannetje op een kleine plank. Geen golf is hen te hoog, over water, door de lucht als de snelheid maar hoog blijft.

 

Hanna en ik trekken de wandelschoenen aan en maken een stevige strandwandeling. De wind blaast de haren in de richting die we lopen. Ons doel is een vuurtoren die zich verderop verstopt achter de duinen. Het loopt zwaar door het  zeer mulle zand. Onderweg kijken we naar de capriolen van de kite-surfers. We weten de vuurtoren te halen en komen onderweg zelfs de restanten van een Romeinse fabriek tegen .

 

Tegen de avond vertrekken de surfers en worden hun plaatsen overgenomen door huis, tuin en keuken camperaars.


Woensdag 12 februari

De oceaan heeft zich de hele nacht laten horen. Onze slaap heeft er niet onder geleden. Uitgerust ontwaken we onder het ritme van ruisend water. Na het ontbijt vertrekken we direct richting Vejer de la Frontera. Daar ligt een golfbaan, die hoort bij een hotel. Gisteren heb ik een reservering gedaan voor deze uitdaging.

Eerst drinken we samen nog even koffie, maar dan stap ik op de receptie af. De dame achter de balie zit te bellen en het gesprek duurt na mijn binnenkomst nog zeker tien minuten. Als de hoorn op de haak is gelegd, hoor ik dat er geen reservering staat op mijn naam. Het deert echter niet. Het is bijzonder rustig op deze golfcourse en ik kan starten wanneer ik wil.

Na wat ballen vanaf de driving range te hebben gemept, stap ik overmoedig op hole 1 af. Het is best klimmen en klauteren omdat de baan op behoorlijke heuvels is aangelegd. De fairways zijn smal en omzoomd met bossages. Menige bal verdwijnt in de struiken, maar dan ligt er gelukkig altijd weer een andere klaar, die niet door z’n eigen swinger is gevonden.

 

Als ik klaar ben met mijn achttien holes, heeft Hanna de thee klaar. Warempel een prachtig samenspel. We rijden een stuk verder naar het zuidoosten en komen op de fraai aangelegde camperplaats van Facinas. Een eigen oprit met een heuse toegangspoort. Het is vrij druk op de plek met busjes, maar ze vertrekken allemaal na onze aankomst(?). Wel komen andere campers hun plaats innemen. Een kudde koeien, vergezeld door een ezel, vindt zonder begeleiding via de camperplaats de grazige weide, die hen was beloofd.

Wij hebben ons heerlijk in de zon gesetteld met korte broek en T-shirt. Berichten van ons thuisadres over 10 centimeter sneeuw en matige vorst komen onwerkelijk over. Het overwinteren begint steeds beter te bevallen.


Donderdag 13 februari

Het plan is avontuurlijk. We willen via bergweggetjes de punt van Spanje oversteken en zo bij de Middellandse Zeekust uitkomen. We zijn twee kilometer onderweg en dan doemt er een rond verkeersbord op, wit met een rode rand. Verderop lijkt de weg nogal op een zandpad. De beide navi’s krijgen hun zin. Bij de start gaven ze al aan langs de kust via Gibraltar te willen gaan. Langer, maar veel sneller.

 

We rijden terug. Opnieuw zien we de honderden windmolens in het dal. Ze staan allemaal stil; geen zuchtje wind. We zien vooral geldverkwisting en milieuvervuiling. Alleen domme lieden kunnen zoiets bedenken. Dat de brave massa het hen laat doen, is onbegrijpelijk. De stelling dat een mens een verstandig wezen is, houdt hier geen stand.

 

Ons nieuwe pad leidt dus langs de kust. We zien de oceaan met aan de overkant het Afrikaanse continent. Het is hier verre van vlak en zo kunnen we alles van grote hoogte bekijken. Na een bocht duiken ook de contouren van Gibraltar op. Een niet te missen hoge rots in een vlakke omgeving. We hebben het zuidelijkste punt bereikt en rijden weer naar het noorden. Boven in de baai van Gibraltar hebben we ons volgende plekje bedacht. We komen aan een klein strand te staan op een onverhard plein, omzoomd met palmbomen.

Heerlijk in de zon en korte broek genieten we van het overwinteren. Op de kaart ontdek ik dat er een Romeinse opgraving vlakbij is, nog geen 800 meter lopen. Ook Hanna is in voor deze historische excursie en gewapend met fototoestel en camera gaan we vol verwachting op pad. We lopen tegen een dicht hek aan, maar zo stellen we ons gerust, we staan ook niet bij de juiste ingang. Ook bij de wel goede ingang zitten de hekken echter potdicht. Een bord vermeldt de zeer beperkte openingstijden en de boodschap dat bezoek altijd door een gids wordt begeleid.

 

Voor dergelijke gevallen heb ik een drone bij mij en nadat ik Hanna weer veilig bij de camper heb afgezet, besluip ik opnieuw de Romeinse veste. Even later stromen de beelden van de ruïnes van eens een glorierijke stad binnen. Tevreden pak ik het vliegtuig weer in.

De rest van de middag is het zonnen. We vermaken ons met puzzelen en lezen, terwijl we in de baai, behalve een hoge rotspunt, diverse zeeschepen zien die voor anker gaan. De branding is rustig, maar het zachte geruis van aanspoelende golven maakt het wel compleet.


Vrijdag 14 februari

We verlaten ons plekje aan de golf van Gibraltar niet op de manier zoals we die hadden voorgesteld. Ik moet tussen twee ijzeren vuilcontainers door en met het rechter achterspatbord schamp ik net langs de ene. Een klein krasje op de camper en in mijn ziel.

We rijden een kort stukje. Wel komen we langs de Middellandse Zeekust. De weg ligt best hoog zodat we een prachtig zicht hebben op het water. In Manilva gaan we een klein stukje het binnenland in en komen op een hoog gelegen parkeerplaats uit. Tot onze verbazing staat deze bijna volgeparkeerd met auto’s.

We vinden nog een redelijke plek en gaan daar staan in afwachting van het vertrek van het wagenpark. Het zullen wel werknemers zijn van 1 van de bedrijven hier in de omgeving, dus verwachten we rond vijf uur op een betere plaats.

De middag is nog maar net begonnen of er begint een enorme stroom auto’s naar de al volle parkeergelegenheid op gang te komen. Het blijft maar doorgaan. Sommige gaan ook alweer weg, merkt Hanna op. Als ik beter ga kijken, zie ik bij de toerit naar het terrein een politieagent het verkeer staan regelen.

Dat is nodig ook want het wordt echt menens. De toevoer stopt maar alle auto’s, ook die er al stonden, willen nu weer van de parkeerplaats af. Het fluitje van de agent snerpt voortdurend boven het gebrom van de vele wagens uit. Na korte tijd is de happenings over en staan wij op een volledig verlaten terrein. Hebben ze hier gratis geld staan weggeven, vraag ik Hanna met een knipoog. 

Het is weer een prachtige mooie en zonnige dag met weinig wind. We genieten van het mooie uitzicht op zee. Ik loop nog even rond om te zien of er een gelegenheid is voor een natuurwandeling. Maar ook achter onze heuvel is het 1 grote stad.

Tegen de avond komen twee andere campers ons vergezellen. Een halfintegraal en een vrachtwagen met wooncabine, bedoeld voor het ruigere werk. Toch hoor ik in een gesprekje dat ik met ze heb, dat ze gewoon Spanje aan het rondrijden zijn.


Zaterdag 16 februari

We hebben een drukke ochtend. Meerdere boodschappen staan op het rooster. Nadat we in alle gemak onze koffie hebben gedronken, gaat het programma los. Als eerste rijden we naar de supermarkt om de provisiekast weer aan te vullen. Daarna staat het kwijtraken van het zwarte water op het lijstje. Aan de Costa del Sol is weinig gelegenheid voor dit klusje. Ik heb de keus uit een particulier, die acht euro als dekking van zijn kosten vraagt. Als tweede komen we langs een camping en tenslotte rijden we ook voorbij een dure camperplaats. Ik kan de meewerkendheid van de laatste twee niet inschatten, maar ik gok op de camperplaats.

 

Adresgegevens ingevoerd, en we zijn onderweg. De weg is vrij druk, bovendien zijn de wielrenners los op zaterdag. Sinds kort is het wet in Spanje dat je fietsers met anderhalve meter tussenruimte moet passeren. De combinatie van een drukke weg en de nieuwe wet levert gevaarlijke momenten op. Een auto voor mij bedenkt op het allerlaatste moment dat de verplichte afstand in het geding komt als hij de wielrenner gaat inhalen. Ik reageer snel, met krachtig afremmen. Toch komt de auto heel dicht bij de voorbumper. Het loopt goed af, iedereen leeft nog en geen schade.

 

Als ik daarna op de navigatie kijk, ontdek ik dat we de afslag naar de uitverkoren camperplaats hebben gemist.  De volgende mogelijkheid om af te slaan ligt kilometers ver weg. Op het werkrooster zet ik een streep door zwart water lozen. Dan moet er bijgetankt worden met diesel. Een pomp biedt het spul aan voor €1,38 en dat wordt het volgende doelwit. Dat de prijs niets te hoog is, blijkt bij het station duidelijk. Het is er een drukte van belang. Na lang wachten pruts ik vervolgens onhandig om met het invoeren van de keuze en kaartgegevens, omdat het apparaat alleen Spaans spreekt en ik niet. Maar het lukt.

Dan kunnen we op weg naar Ojen. We rijden over een bergweg met veel bochten naar de plaats die acht kilometer ten noorden van Marbella ligt. Als we het dorp willen inrijden is het schrikken. De weg loopt vrijwel recht naar beneden. We besluiten een stukje terug te gaan en te parkeren bij een rustige zijweg, waar we ook hebben geluncht. Vandaar rijden we later in de middag met de scooter alsnog naar het bergdorp. Het is een mooie plaats met een super gezellig centrum en in een rotswand zitten enkele holen die bereikbaar zijn. Deze plekken worden als ontmoetingsplek gebruikt en ook zodanig door de gemeente ingericht. Echt, heel bijzonder.


Zondag 16 februari

Vandaag gaan we Marbella bekijken. De camper blijft staan op ons mooie plekje midden in de natuur. De ochtend besteden we aan rondlummelen. Dan wordt de scooter opgeroepen voor actieve dienst. Naar Marbella toe is voor het machientje geen enkel probleem. De weg loopt met een behoorlijk percentage alleen maar naar beneden. Waar passerende motorrijders dik in het leer zitten, rij ik daar rond met korte broek en polo shirt. Weliswaar een helm op het hoofd, maar enige voorzichtigheid is wel op z’n plaats. Hanna heeft nog een jas aangetrokken, want de temperatuur is lekker maar niet zomers.

 

Parkeren kun je een scooter overal en ik zet het ding weg voor een winkel. We lopen naar de boulevard. Het lijkt wel een zomerse topdag. Het is er een drukte van belang. Straatverkopers lopen de bekende waar aan te prijzen; tassen, zonnebrillen en populaire shirts. Op het strand is de nodige activiteit. Een paar dobberen in de zee, anderen liggen plat op een handdoek een zonnebad te nemen. Op de talrijke bankjes zitten zongenieters de passerende meute waar te nemen. 

 

Het plaatje is uit een reisgids. Zon, zee, strand en palmen. We gaan ook de jachthaven van nabij bekijken. Het is vooral race-spul, zeilboten en kleine jachtjes wat er ligt. De megajachten laten hier verstek gaan, maar zouden niet misstaan. We lopen langs een restaurant waar de mensen voor in de rij staan, terwijl zowat de hele boulevard uit eethuisjes bestaat. Het bordje waarop trots vermeld wordt dat ze in 2024 de beste strandtent van Europa waren, is hier waarschijnlijk debet aan. Er komt geen einde aan de weg langs de zee. We blijven in de verte allemaal mensen zien lopen, die op hun beurt, ons dan weer zien ronddolen.

 

Na anderhalf uur zwalken, ploffen we neer op een terras voor wat drinken. Maar geen enkele serveerster heeft aandacht voor ons, zodat we na een kwartier het een terras verderop proberen. Even later staat er een koel drankje voor ons klaar. Voordat we richting de camper gaan, willen we een stukje van de oude stad zien. We komen door smalle stegen, leuke pleinen en historische gebouwen. Veel winkels zijn open en ook hier hangt een enorme gezelligheid. Een kerk heeft z’n deuren open en we glippen nog even naar binnen om ons te vergapen aan het interieur.

 

 

Dan snorren we weer terug naar ons rollende tinyhouse. Daar kunnen we nog even van de aangename zonnestralen genieten, maar als de zon achter een bergrug wegzakt, is het tijd om naar binnen te gaan, want het koelt dan snel af.


Maandag 17 februari

De dag begint met een teleurstelling. Het plan is om vandaag de Caminito del Rei te gaan beleven. Dit is een spectaculaire wandelroute door een kloof over een hoog opgehangen loopbrug. Om de laatste informatie erover te lezen, open ik vanochtend de website. Daar lees ik dat de kaarten alleen digitaal zijn te bestellen, maar als ik vervolgens de kalender open, blijkt dat de kaarten tot en met april al zijn verkocht. Deze tocht is wel heel populair. We stellen de plannen bij en besluiten naar een stuwmeer te rijden dat in dezelfde omgeving ligt. 

Het eerste stuk rijden we over een uitdagende bergweg. Veel bochten en een best klimpercentage geven de Niesmann behoorlijk wat werk. Later is het weer vlakker en rechter. Het stuwmeer ligt er prachtig bij. Het water kleurt turquoise af bij de helderblauwe hemel. De grillige vormen zijn mooi om te zien. De uitgezochte plek biedt nog volop plaats, zodat de vernieuwde missie niet weer schipbreuk leidt.

Kort na aankomst besluiten we onze eigen caminito te organiseren. We bewapenen ons maximaal voor het ruwe terrein rondom het water. De heuptassen gaan om, gevuld met water en sportkoek. De bergschoenen gaan om de voeten en we trekken er op uit. Het water staat laag en dat is voor een stuwmeer in het vroege voorjaar niet de bedoeling. Wil de energiecentrale de hele zomer op volle kracht doorstomen, hoort het waterpeil hoog te zijn.  De zielige windmolens op de bergrug kunnen ook niet veel betekenen, want de wiekjes staan weer stil. Het is behalve zonnig, ook nog eens windstil op onze nieuwe domicilie.

Langs de oude waterrand ligt van alles. Flessen, schoenen, auto-onderdelen; je kunt het zo gek niet bedenken, of het ligt er. Door de aanstromende rivier meegesleurd en nu kansloos opgesloten in het waterbekken. We passeren een schaapskooi en niet veel later zien we de, door de herder begeleidde, kudde knagen aan het spaarzame groen wat hier op de rotsbodem poogt te groeien. Na een heel eind de kuststrook te hebben gevolgd, besluiten we om te keren voor het tweede deel. Het meer is veel te groot om eromheen te lopen.

Hanna is tevreden over het aantal stappen wat deze expeditie heeft opgeleverd. Het is prachtig weer en we zetten de stoelen buiten en genieten de rest van de middag van het fraaie uitzicht en de zon.


Dinsdag 18 februari

Het is nog prachtig bij het stuwmeer. De hele ochtend gebruiken we nog om het fraaie beeld te laten wennen. Maar Hanna heeft een afspraak in Antequera. Direct na het middaguur gaan we rijden. Er wacht ons een boeiende bergweg in een spectaculaire omgeving. Het weggetje is feitelijk een 1-baansweg. Tegenliggers laten passeren kan, maar met de nodige aandacht. Anders wordt het als er een touringcar van de andere kant aan komt rijden. Met veel passen en meten, strak tegen de berg, maar net niet helemaal en kruipend langzaam, lukt ook dit uiteindelijk.

 

Dan kunnen we weer even van de ongelofelijk mooie bergweg genieten, maar dan volgen er nog twee van die bussen. Al dat grote verkeer is onderweg naar het beginpunt van de caminito del rei. Vol met toeristen die wel op tijd een kaartje hebben gekocht. Naarmate we verder rijden, wordt het rustiger met de tegenliggers. Via veel slingerbochten, haarspelden en steile wegdelen komen we aan bij het dorp Abdalajis.

Alle uitdagingen van de nu gereden kilometers komen we opnieuw tegen in dit dorp. Een haakse bocht naar rechts, een auto op het hoekpunt geparkeerd en een enorm steile weg naar beneden. Helaas gaat het niet goed. Ik zie in de spiegel dat mijn zijkant niet van de bumper van de zo handig geparkeerde wagen af kan blijven. Terug en maximaal ophalen, lukt het een tweede keer wel. Dan lijkt het dat de weg is afgesloten. Blokken beton en rood lint zorgen voor dit gevoel. Het zweet van de gedachte alles nog een keer en dan in z’n achteruit is bijna uitgebroken, als ik door krijg dat er een zand/grind pad is aangelegd voor voertuigen die hier toch langs willen.

 

In Antequera gaan we eerst langs de Lidl. Als we daarna op een officiële camperplaats vlakbij willen stoppen, blijkt dat deze nagenoeg vol staat met lokale campers die hier heerlijk gestald zijn. Op de enkele plaats die over is, staat al een reiziger. We rijden terug naar een fraaie plaats net buiten het dorp, die we zagen bij aankomst. We vinden een plat stukje en de camper komt op zijn stelpoten te staan.

Later op de middag wordt het echt gezellig, als twee Engelse senioren de gitaar en banjo pakken en beginnen te spelen. Al gauw is er een groep om hen heen komen staan. Andere camperaars met een muziekinstrument sluiten zich erbij aan en een heel orkest staat uiteindelijk sfeervolle blues uit de jaren zeventig te spelen.


Woensdag 18 februari

Vandaag blijven we in Antequera. Eergisteren heeft Hanna via internet een afspraak gemaakt met een kapper hier. Vanmorgen om half elf moet ze aantreden en zich overgeven aan Spaanse handen, waarmee ze niet kan communiceren. De scooter doet weer z’n werk. Galant als ik ben, breng ik haar tot de voordeur van de kapperszaak.

Om twaalf krijg ik een opgeluchte vrouw aan de telefoon. De operatie is al met al best geslaagd. De retourvlucht wordt weer verzorgd. De komende weken is Hanna weer gerust op haar kapsel.

In de middag gaan we Antequera eens nader verkennen. Een grote burcht, door de Moren ooit gebouwd, eist het grootste blikveld op. Als we door een nauw straatje er naar toe lopen, zien we iets opmerkelijks. De straat is opengebroken en er wordt druk gewerkt. Het probleem is duidelijk de riolering. Maar het lijkt of de buurtbewoners zelf de renovatie uitvoeren. Mannen en vrouwen staan met oud en niet altijd geschikt materiaal in de handen en de aanpak lijkt heel informeel.

In het centrum staat een grote kerk, maar deze valt in het niet bij het kasteel. We zien een restaurant dat zich in een historisch pand heeft gevestigd. De terrassen eromheen zitten vol. We klauteren naar het kasteel. Deze is gebouwd met grote blokken steen en lijkt de tand des tijds moeiteloos te hebben doorstaan. Toch vermoeden we wel enig restauratiewerk. Achter het kasteel staat nog een groot kerkgebouw, waar de deuren openstaan. We lopen de andere kant op en komen door de oude stadspoort. Het grootste deel van Antequera ligt in een dal en kunnen we vanaf het hoge burchtterrein volledig overzien.

Tegen de avond rij ik nog een keer met de scooter naar de stad. Nu met de ton met zwart water. In het centrum is een camperplaats met alle service mogelijkheden en daar maak ik op deze wijze gebruik van.

Laat op de avond komt er nog een camper binnen, die zich tussen ons en de buurman wringt. Hij staat niet meer dan 20 centimeter bij ons vandaan. Een dergelijke brutaliteit hebben we nog nooit eerder meegemaakt.


Donderdag 20 februari

Onze aardige buurman die met z’n camper zo fijn tegen ons aankroop, is alweer vroeg vertrokken. We hebben geen woord kunnen wisselen. We nemen de tijd en starten de dag lekker relaxed. Na de koffie gaan we naar de verzorgingsplaats in het centrum en laten daar de watertank vol druppelen, want er zat helaas niet zoveel druk op het water. Het grijze water laten we als dank achter.

Vis een mooie route door het berglandschap rijden we naar de volgende plek. We komen in de omgeving van Vinuela terecht. Een kleine parkeerplek in het open veld, hoog boven een stuwmeer gelegen. Nadat een Engelsman is vertrokken kunnen we de camper vlak neerzetten op de toch behoorlijke scheve ondergrond.

Het uitzicht is prachtig. Het meer ligt diepe onder ons maar aande overzijde rijzen de bergen weer hoog de hemel in. Meerdere witte dorpen liggen op de helling en vangen  de volle zonneschijn. Bij ons staat een dame uit Vlaamse België. We praten uitvoerig met haar en horen van haar avonturen. Ze reist in een kleine bestelauto, die ze als camper(tje) heeft ingericht. Ze houdt zich voornamelijk met wandelen bezig, maar heeft vandaag een rustdag.

In de loop van de middag komt ook een Duits stel ons vergezellen. Ze hebben een vrachtauto, waar een leefcabine achterop is gebouwd. Het type rollend huis dat je steeds vaker begint te zien. Wel staan wij op van ons zonnige plekje, om hen ruimte te bieden om te kunnen staan. Omdat er ook nog twee VW-busjes bij komen staan is het kleine parkeerplaatsje behoorlijk gevuld voor de nacht.

Het lekkere weer maakt het mogelijk dat we de hele middag buiten doorbrengen. Met rondkijken naar de mooie omgeving, puzzels oplossen en wat wetenswaardigheden lezen, vliegt de tijd voorbij en zien we de zon achter een bergrug wegzakken. Tijd om naar binnen te gaan.


Vrijdag 21 februari

Halverwege de ochtend start ik de motor van ons hotel op wielen. We rijden eerst langs het meer, maar dan gaan we de bergen in. Met scherpe bochten, haarspelden en stevig klimwerk bedwingen we meerdere cols. De bergweg is prima te rijden, goed geasfalteerd en voldoende breed voor een enkele passage. De koers is ingezet op het dorp Sedella. Als we daar aankomen, kunnen we parkeren op een groot plein, net even buiten de plaats

.

De BSA komt naar buiten. Om bij de startplaats van de wandeling te komen, hebben we onze handige tweewieler nodig, omdat daar nauwelijks ruimte is om te parkeren. We snorren de bergweg weer af. Door de vele bochten hangen we meer schuin dan rechtop. Als de helmen opgeborgen zijn in de achterkoffer, lopen we naar de trap die de berg oploopt. We volgen een breed pad en komen bij een mooie waterval uit. Voorzichtig schuifelend over een smalle strook beton, kunnen we er aan voorbij. Weer watergekletter maar nu van een niveau hoger. Maar het meest verontrustende is, dat het pad ophoudt. Stap voor stap balancerend over de smalle richel trekken we ons weer terug. We staan weer bij het begin.

Een ander Nederlands stel dat aan komt lopen vertellen we onze ervaring. Gelukkig is er nog een pad. Echter, meer geschikt voor de steenbok, die hier ook schijnt rond te dwalen, dan voor senioren. Maar wij zijn jong van geest. Het pad wordt steiler en lastiger te onderscheiden van de ruige omgeving. Als de bomen achterblijven, is de omgeving rotsachtig. Over de losse bolkeien moeten we verder omhoog. Een pad is eigenlijk niet meer te onderscheiden. Al klimmend bereiken we toch een redelijk wandelpad. Als we daar net een stukje zijn gelopen, zien we 50 meter onder ons de hangbrug, waar de reis eigenlijk om te doen is. We veronderstellen dat we fout zijn gelopen, want we hadden erbij uit willen komen. We lopen het wandelpad verder af en moeten over een stuk loopbrug wat tegen de rots is gemonteerd. Dan blijkt dat er trappen naar beneden lopen. We stappen er op af.

Het wandelpad gaat via de hangbrug aan de andere kant van de kloof verder. Maar we willen niet verder. Ons doel is bereikt. Om weer terug bij de scooter te komen, zit er niets anders op dan dezelfde weg terug te nemen. We worstelen ons bij de trappen omhoog, passeren weer de loopbrug en komen daar het andere stel weer tegen. Ook zij hebben zich bij de steile berg omhoog gewerkt over de losse stenen. Dit pad moeten wij nu terug. Naar beneden gaan is gemakkelijker, maar op een steile wand over losliggend gesteente is dit toch nog een uitdaging. Het gaat goed. De scooter brengt ons weer terug naar de camper, waar we kunnen bijkomen van de geleverde inspanning.

Ons uitzicht op het dorp Sedella


Zaterdag 22 februari

Regen. In de nacht al begonnen, maar het zal het nog de hele ochtend weten vol te houden. Zo’n douche hebben we op het Iberisch schiereiland nog niet gehad. Het zicht is beperkt, wat best jammer is, want we hebben vandaag weer een lange bergrit op het programma staan. We gaan terug naar de kust. De voorraadkast wil weer aangevuld worden en onze supermarkt heeft in deze strak alleen vestigingen in de kunststeden.

 

De rit gaat prima. Het weinige verkeer wat op de weg is, maakt het niet bijzonder lastig. Het is opnieuw een zeer kronkelige route. Ik rij alle windrichtingen op, maar het meest naar het zuiden. Als we bij mee kust aankomen, kunnen we nog een stuk snelweg meepakken. We parkeren op het Lidl terrein en halen daar de nodige proviand.

De kustweg heeft enkele plekken waar we in het laagseizoen met de camper mogen staan. Een zo’n plekje zoeken we op. Niet ver van Torrox parkeren we achteruit in en staan zo met de neus naar de Middellandse zee. Deze is nog geen twintig meter verderop. De regen is gestopt en nu is het de tijd voor blauwe luchten. De wolken verdwijnen als sneeuw voor de zon.

De schoenen gaan aan en we maken een fikse wandeling naar het centrum. Langs de hele weg is het een lintbebouwing van grote appartementencomplexen. Waar nog een gaatje zit, staan de hijskranen klaar om ook die op te vullen. Aan de andere kant is het strand en de ruisende zee. Of het bewust is, weet ik niet, maar de Spanjaarden zijn (nog) niet zo gek om de ruime zee aanblik te verknallen met nutteloze windmolens. Dit alleen al is een reden om voortaan alleen hier het strand op te zoeken.

Hier moet dichtbij een kasteel zijn en met camera in aanslag, ga ik op zoek naar dit bouwwerk. Achter een rotspunt ontdek ik het bouwsel. Het ding is amper een meter hoog. Maar mooi gemaakt en op een uitstekende rots geplaatst is het toch een blikvanger. Iets verderop is een herinneringsrots op het strand. Allerlei steentjes, schelpen, en andere voorwerpen zijn er aangeplakt met een tekst voor een overledene.

Kijk, Haagse Hufters, zo hoort een zeekust eruit te zien!


Zondag 23 februari

De zon is allang op, als we de luiken opendoen. Voor ons weerspiegelt hij in de zee. Het is een prachtplek en we besluiten nog een dag dit uitzicht te willen hebben. Nadat de ochtend is omgevlogen, gaan we ‘s middags op stap. We trekken de bergschoenen aan en stoppen het nodige proviand bij ons. Eerst lopen we een heel eind langs de kust. Op het zwarte(?) strand zijn verschillende badgasten, maar ook enkele zeevissers proberen hun geluk uit. 

We passeren het grote kasteel op de rots. Op meerdere plaatsen langs de kust hebben camperaars zich geïnstalleerd. Het is druk op het wandelpad met kuieraars en hardlopers. Op de parallelle weg flitsen sportfietsers in hoge vaart voorbij. Dan komen we aan bij het volgende dorp. De uitgezochte route stuurt ons nu een landweg op. Deze gaat bij een fikse heuvel omhoog. Nu komt het aan op spierkracht en conditie.

Langs de weg staan de mooiste panden, hoe hoger we komen, hoe nieuwer ze worden. Helemaal op de top zijn de woningen nog in aanbouw. Het asfalt stopt en het pad kent nu enkel verharding met losse stenen. We worden nog hoger de heuvel opgestuurd. Helemaal boven krijgen we een prachtig uitzicht over de kustlijn. Even kunnen we prettig doorlopen, maar dan begint de afdaling. Die is onverwacht steil. Met houden en keren gaan we moeizaam naar beneden, hoedzaam voor de losse ronde stenen, die een loopje met je willen nemen.

De laatste kilometer kunnen we weer langs de kust lopen. Het heerlijke ruisen van de aanspoelende golven klinkt rustgevend in de oren, de heerlijk ruime blik over de open zee zorgt voor een gevoel van vrijheid. Terug bij de camper nestelen we ons eerst in de schaduw omdat het best warm is vandaag. Als de middag vordert, daalt de temperatuur en zoeken we met stoel en al weer een zonnige hoek op.


Maandag 24 februari

Ons bezoek aan Torrox zit erop. We genieten nog even van de fraaie blik over de zee, voordat we definitief wegrijden. Bij een benzinestation is een loosplek voor zwart water. Dankzij een aanwijzing van een andere camperaar kom ik erachter waar de loosput zit verstopt. Dan gaan we de snelweg op. We passeren mooie rotsgebergtes. De rotswanden kleuren rood/oranje. De weg is er als het ware doorheen getrokken. De bergrug is even onderbroken voor de weg, maar gaat daarachter weer gewoon verder.

 

Voor de volgende boodschap moeten we in Motril zijn. Daar bevindt zich een LPG station. We leven alweer een tijdje op de tweede fles, zodat bijvullen wel eens heel verstandig kan zijn. Dit station zit wel heel ver in de plaats verstopt. Dan zien we een aanbod van diesel voor €1,30. Deze kunnen we natuurlijk niet afslaan, hoewel de tank nog maar half leeg is.

 

Bij het LPG bedrijf is het spitsuur. We moeten via een poort eerst een terrein oprijden. Daar staan een paar duizend gasflessen opgestapeld. Een onachtzaamheid en heel Motril is niet meer terug te vinden. In een hoek staat de LPG-voorraadtank. Met moeizaam manoeuvreren krijg ik de goeie kant bij de slang. Ik mag in de winkel afrekenen, maar daar ben ik nog lang niet aan de beurt. Hier verkopen ze allerlei gasbenodigdheden en vandaag is daar veel behoefte aan, kennelijk.

Uiteindelijk kunnen we weer verder. Omdat het al ver na twaalven is, stoppen we bij een rotonde om wat te eten. Dan vervolgen we ons pad naar Adra. Het is in deze omgeving lastig om een leuke plek te vinden. Maar in Adra is de hele havenpier beschikbaar voor de rondreizende campers. We parkeren langs het strand. Opnieuw hebben we uitzicht op zee, in de haven liggen veel vissersschepen. Op de kade liggen de netten te drogen en een paar vissers zitten vol geduld een net te repareren. Aan het eind van de dag wordt het nog druk op de pier. Het komt aardig vol te staan en de reizigers wandelen de landtong op en neer, zodat we vaak een goede dag moeten wensen.


Dinsdag 25 februari

We zetten onze tocht onder de Spaanse winterzon weer voort. We nemen afscheid van de fraaie landtong bij de haven en rijden naar een volgende gekozen stek. De snelweg zorgt ervoor dat het eerste deel lekker vlot gaat. Maar om bij ons nieuwe paradijsje uit te komen, moeten we eerst doorrijden tot Almería en dan acht kilometer terug over een andere weg. Maar het wordt nog gekker. Als we aankomen bij de door de navigatie aanbevolen afslag, hebben we beiden snel besloten dat we niet op het voorstel ingaan. Een onverhard, smal pad verdwijnt in de diepte. Er rest slechts de keus om door te rijden. Het eerstvolgende keerpunt hebben we pas bij de volgende plaats die zeker nog wel vijf kilometer verder ligt. Dan kunnen we de dertien kilometer weer afleggen richting Almería.

Bij een parkeerhaven stoppen we voor de lunch. Het geeft een vrij zicht op de Middellandse zee, waar een schip zich een weg naar de haven ploegt. Na heroriëntatie kiezen we voor het parkeerterrein van de Ikea in Almería. Vandaar uit kunnen we naar het centrum lopen om de stad te bekijken. 

We lopen een twintig minuten en dan staan we voor de Alcazada, het eeuwenoude kasteel van de Moren. Hier in zuid Spanje zijn vrijwel alle kastelen door de moren gebouwd. Ook deze burcht staat hoog op een heuvel en domineert zijn omgeving. Nadat we het bouwwerk uitvoerig hebben bekeken, wandelen we door naar de Kathedraal. Ook dit zijn altijd indrukwekkende gebouwen, waar vaak honderden jaren over gedaan is om het gereed te krijgen. De voorzijde is prachtig aan een wit marmeren plein gelegen. Op de deur lezen we dat er pas vanaf vier uur de binnenkant kan worden bezocht. We kiezen een terrasje en bestellen wat te drinken. Dan proberen we de Kathedraal nog een keer. Tegen een betaling van veertien euro kunnen we nu het interieur bewonderen. We krijgen een geluidscassette mee, die in het Nederlands uitlegt, waar we naar staan te kijken. Het apparaatje legt met veel woorden uit hoe dese Katholieke kerk tot stand is gekomen.

Terug bij de camper besluiten we naar het restaurant van de Ikea te gaan, om daar een warme hap te scoren. Via een scherm kunnen we opgeven wat we willen eten, de rekening dient gelijk te worden betaald en bij het afhaalloket komt je nummer vervolgens na enige tijd voorbij.


Woensdag 26 februari

De Lidl is een probleem. Het is onze favoriete super in het buitenland omdat ze altijd een groot parkeerterrein hebben en het nooit een probleem is om de camper te stallen. Nu dus wel. Het terrein staat helemaal vol met auto’s. Ik parkeer op een verdrijvingsvlak, laat de motor lopen en blijf zelf in de camper. Hanna gaat snel naar binnen om brood te kopen. Als ze terugkomt blijkt het toch lastig voorbij de schappen te lopen zonder iets te pakken. De tas zit aardig vol.

 

Wij rijden het woeste binnenland ten noorden van Almería in. Grillige bergruggen en onbegroeide heuvels vormen het decor. Hier en daar een lage struik, verder is er niets aan leven te bespeuren. In dit desolate landschap bevindt zich een wonderlijk dorp. Vlak bij Tabernas ligt het plaatsje Fort Bravo. Eigenlijk woont er niemand. Het is een westerndorp gemaakt voor filmopnames van cowboy-films. Maar als er geen filmcrew bezig is, kan het publiek de plek bewonderen. De camping biedt plaats voor 20 campers en dan is er nog het terrein voor dagbezoekers. Wij hebben voor een nacht de camping geboekt.

De jonge dame zegt dat ik in het gebouw verderop moet zijn voor het aanmelden, maar dat kan pas om 1 uur omdat de show op het punt van beginnen staat. Ik haal Hanna snel op want voor dit vermaak zijn we hier gekomen. We nemen plaats in een donkere ‘saloon’. De muziek gaat aan en drie wulpse can-can danseressen zetten de show in gang. Maar daarna wordt het wild=west. Cowboys komen binnen, kaarten, vechten en schieten er op los. Alles is met een humoristische inslag, maar we begrijpen niets van de Spaanse taal, zodat wij niet met het publiek mee lachen.

Even kunnen we terug naar ons tinyhouse maar om half drie worden we voor de bank verwacht. Deze gaat dan beroofd worden. Keurig op tijd voegen we ons weer bij de meute. Eerst worden de helden voorgesteld, allen te paard. Dan gaat het los. Ook hier kan weer gelachen worden, als je redelijk goed Spaans kunt verstaan. Wij niet. Na veel gegaloppeer, knallende pistolen, judo en karate hebben de booswichten het opnieuw verloren en is het bankkapitaal weer veilig gesteld.

We zwerven nog wat over het park. Schitterend hoe de sfeer van het wilde westen is neergelegd in de fragiele bouwsels. Iets verderop staat een fort, zoals het Amerikaanse leger deze in die tijd had. Ook weer prachtig nagemaakt. De dreiging gaat uit van een hele set wigwams die op een berghelling staan. De vier wachttorens van het fort bieden een goed uitzicht.


Donderdag 27 februari

Vanochtend ben ik eerst even met de camper zoet. Het zwarte en grijze water willen we graag kwijt. De watertank moet weer nodig bijgevuld worden. Het elektra moet weer afgekoppeld worden en de adapter terug gebracht naar de saloon. Ik krijg hulp van mijn Duitse buurman bij de onwillige waterkraan. Mijn aankoppelstuk knalt er steeds af en hij plaatst zijn versie, die het inderdaad beter doet.

We gaan weer, zoals we kwamen. We rijden via een onverhard pad terug naar de bewoonde wereld. Vandaag willen we de plaats Vera bezoeken en ik heb een ruim parkeerterrein bij het stierenstadion in gedachten. Onderweg komen ons zandauto’s tegemoet, niet een paar, maar wel tegen de honderd. Ergens in Spanje zijn ze een groot en diep gat aan het graven.

We vinden de uitgezochte plek en kunnen de buitenkant van de arena bewonderen. Menig toros heeft hier het loodje moeten leggen maar de hoogtijdagen zijn voorbij. Voor de stier is dat maar een schamele troost, want zijn nieuwe tegenstander is de slager en die heeft nog nooit verloren.

In de middag gaan we op verkenningstocht. De stad is smal, maar lang. De hoofdstraat is omzoomd met palmbomen en een andere boom, waar de tuinman met de heggenschaar op is los gegaan. De bomen zijn keurig geknipt in een ronde vorm, waarbij de onder- en bovenkant plat zijn gemaakt. Het Plaza Mayor is het absolute centrum maar feitelijk maar een heel bescheiden pleintje met wat bankjes. De terugweg gaat via een andere route. In een straat staat een complete tribune gebouwd, alsof de koning langs gaat komen. We kunnen geen aanwijzingen vinden waar de gebeurtenissen uit gaan bestaan.

Als we terugkomen zijn de zandauto’s weer vertrokken. Deze hadden ons nagenoeg ingesloten, voordat we op stap gingen. Op de toeristische schaal krijgt Vera van ons maar 1 ster. Eigenlijk is het een plattelandsstad zonder enige uitstraling.


Vrijdag 28 februari

We hebben heerlijk geslapen naast de stierenarena. Na de koffie gaan we op pad. Ik heb een plekje op de golfbaan in Mojacar geregeld. Onderweg komen we langs een Lidl waar we enkele noodzakelijke boodschappen kunnen halen. De rit is maar kort. We komen in Garrucha aan en willen stoppen bij de supermarkt. Tot onze verbazing is het terrein afgesloten en rondom de zaak is het doodstil.

We hebben geen keus en rijden door naar de golfbaan. Als ik Google raadpleeg met de vraag waar hier in de buurt een winkel zit is het goede nieuws dat er eentje is op 5 minuten lopen. Het slechte is echter dat deze tijdelijk gesloten is. We wagen toch een poging, maar treffen inderdaad een verlaten ruimte aan. Wel kunnen we nog even op het strand uitwaaien en een wandeling door de omgeving maken.

Even na eenen loop ik naar de golfbaan. Het is even zoeken en doorvragen maar na een tijdje ben ik bij de receptie. De dame achter de balie weet echter van geen reservering. Lekker dan, dat is de tweede keer dat een Golfamore reservering niet aankomt. Maar ik kan wel starten als ik wil. Het is redelijk druk maar ik kan me bij een flight van twee voegen. Als echter deze spelers niet komen opdagen, word ik alleen op de holes losgelaten. 

Het wordt een vervelende ronde. Voor mij zijn er vier spelers in een buggy, die ervoor zorgen dat ik voor iedere slag vijf tot tien minuten moet wachten. Daarnaast staat er een harde wind die het spelen lastig maakt. De overwegend op leeftijd zijnde mede golfers hebben allemaal zo’n karretje want je moet tweemaal een bergrug over wat een hele klim blijkt te zijn. Na twaalf holes hou ik het voor gezien en zoek ik de camper weer op.

Vlak bij het inderdaad op vrijdag gesloten Lidl-filiaal hebben we een vlakte gezien waar enkele campers stonden geparkeerd. Het plan is om ons daarbij te voegen. Maar dit terrein is nu helemaal leeg en we zien geen toegangspad. Omdat Vera niet ver weg is, besluiten we om maar terug te rijden naar de stierenarena.


Zaterdag 1 maart

Ook deze nacht hebben we geen last van de stieren gehad. Waar we wel mee te maken kregen, is getik op het dak. Iets wat we lange tijd niet hebben meegemaakt. Regen, de hele nacht door. Na ons ochtendritueel gaan we naar de Lidl van Vera. Ze zijn daar goed uitgerust van hun wekelijkse vrije vrijdag en ze presenteren hun waar dan ook met verve. Helaas is ons favoriete brood vandaag niet gebakken. We stappen snel richting de op het achtereind geparkeerde camper, want de regen is nog niet opgehouden.

 

De weersvooruitzichten doen de Spaanse winterzon geen goed. Het blijft de hele dag regenen met nul uren zon. Ik vrees voor de elektriciteitsproductie van het zonnepaneel en ga daarom op zoek naar een plek waar de stekker in het stopcontact kan. Niet ver van Vera ligt Cuevas del Almanzora. Daar is een plek waar je voor €10,— kunt staan, inclusief stroom.

 

We komen terecht bij een breed water waar een waterski installatie boven is gehangen. Een lier trekt de watergasten snel rond, terwijl ze allerlei kunstjes kunnen doen. Ondanks het bar slechte weer zijn er een paar flink bezig. Bijzonder is dat de plek en de baan pas vandaag weer open zijn na een lange winterrust. Het blijft regenen, heel veel andere keus dan binnen blijven hebben we niet.

Wij halen een nieuw record met puzzels oplossen en informatie lezen. Gezellig in de cabine met het continue getik van de regen op het dak. In de avond gaat het een tijdje droog blijven maar, zo is ons beloofd, vannacht gaat het concert weer gewoon verder.


Zondag 2 maart

Nog steeds slecht weer. De hele ochtend regen en in de namiddag buien bij een temperatuur van slecht 13 graden. We vermaken ons in de leefruimte van ons karretje. De waterskiërs trekken zich niets van de regen aan en scheren alweer over de baan. Aan het eind van de ochtend horen we iets raars. Het dak van ons huis geeft geen tik meer. Verbaast kijken we elkaar aan. Deze stilte hebben we al meer dan een dag niet gehoord.

 

Ik kijk naar het water buiten en zie dat ook daar geen kringen meer ontstaan. Ongeloof overheerst. Zou het dan toch echt? Voorzichtig doet Hanna de deur open en bevestigt ons voorzichtige optimistische vermoeden. Het is droog.

 

Meteen glippen we de deur uit en lopen over het terrein waar we al een hele tijd staan, maar nog niets van gezien hebben. Het is een heel complex. Het grote parkeerterrein vertelt ons dat hier, bij mooi weer, veel mensen kunnen komen. Een koffietent is wel open maar het terras is leeg. De uitbater weet nog van veel betere tijden. De skiclub heeft het goed voor elkaar.  Een keurig gebouw dient als hoofdkwartier, maar verder zijn er kleedkamers, douches en een drooghok voor de natte plunje. Een kleine oefenbaan ligt er rustig bij, maar ik stel mij voor dat klein grut hier de eerste beginselen van het waterskiën wordt geleerd.

In de middag maken we een wandeling om het waterbekken, waar de skibaan ook in is gelegen. Alles is kletsnat maar van boven vangen we zelfs zo nu en dan een zonnestraal op. Vreemd genoeg is het ski-plezier tot stilstand gekomen. Een grote groep jeugd hangt wat verveeld rond. Als ik binnen een batterij wil opladen, ontdek ik dat de walstroom is weggevallen. Als ik informeer, hoor ik dat de hele streek zonder elektriciteit zit, omdat door het vele water een transformatorhuisje het heeft begeven.

 

Ik voel de opluchting van de onrustige jongeren als de stroom weer terug is. De baan draait weer als vanouds en grote waterbogen maken duidelijk dat er veel ervaring ronddraait. Helaas komen in de namiddag de buien. Het geroffel is weer terug. Paraplu’s en regenjassen passeren weer met grote haast onze ramen. De weerkaart laat zien dat er voor komende week weinig verbetering in het vat zit.


Maandag 3 maart

We verlaten onze schuilplaats. Het doel voor vandaag is Mazarron. Daar is een groot gebied waar vroeger mijnbouw plaats vond, maar nu is het verworden tot een groot buitenmuseum met ruïnes. Onderweg rijden we over een prachtige bergweg. Hier en daar ligt er een flinke hoop vuil op de weg. De vele regen van het afgelopen weekend heeft kleine modderstromen tot gevolg gehad, waarvan het resultaat nu op de doorgaande wegen ligt. Als we in Mazarron aankomen, staat op het grote plein een kermis opgesteld. Dat is een tegenvaller, want dat was eigenlijk onze parkeerplaats.

 

We zullen nu een andere plek moeten zoeken. Langs het strand van La Azohia vinden we een groot ruig terrein waar veel campers ruim uit elkaar staan. Het is even lastig om van de weg af het terrein op te rijden. Hier en daar zit een vlak stuk en ik vind achterin nog een prima plekje.

Inmiddels is de zon volop gaan schijnen, wat voor ons wel zo aangenaam is. De stoelen kunnen weer naar buiten en we zitten heerlijk te genieten van warmte en zon. Langzamerhand begint de wind wat meer op te spelen, per uur komt er een Beaufort gradatie bij. Ik moet mijn leesboek goed vasthouden, anders ligt ie zo bij de buren onder de camper.

De zee heeft een kalme branding, want de wind is aflandig. We lopen langs de kustweg, waar maar weinig verkeer is. Er is een brede wandelstoep aangelegd die de hele baai volgt. De palmbomen staan ook hier keurig op rij, de wind zorgt ervoor dat alle palmen richting zee wijzen. Direct achter het dorp rijzen de bergen omhoog. Het is mooi lopen zo langs de zee met direct vanaf de kust de bergen aan de andere zijde. Deze streek lijkt verborgen voor de rest van de wereld.

Als Hanna en ik terugkomen van de expeditie, raak ik in gesprek met mijn twee Duitse buurmannen. Ze vertellen dat ze hier al wekenlang staan. Ze geven op hun manier heldere uitleg over wat er allemaal te beleven is hier. Prachtige rotsformaties, robuuste kastelen en leuke wandelpaden door de bergen, het is duidelijk dat ze de streek inmiddels als hun broekzak kennen. 

Direct naast onze camperplek zijn een supermarkt en een restaurant gevestigd. Het restaurant houdt nog winterslaap, maar de supermarkt is iedere dag open. Wat dat betreft kun je het hier inderdaad lang volhouden.


Dinsdag 4 maart

We staan te schommelen. Dat doen we al sinds de afgelopen nacht. De wind is fors aangetrokken en stevige rukwinden geven het atmosferische geweld nog een extra tandje. Het is geen weer om buiten allerlei dingen te doen. We blijven met een kop koffie binnen in de camper. Om half twaalf loop ik naar de Spar voor bij de weg voor een paar boodschappen. De zaak is echter gesloten wegens persoonlijke omstandigheden, lees ik via google translate.

 

In de middag wagen we ons aan een wandeling. Het pad langs de zee is ook nu onze favoriet. De aflandige wind heeft geen grip op het water, wat rustig tegen het strand aan kabbelt. Het valt ons op dat hier grote en luxe woningen staan. Een pracht plek voor je (tweede) huis natuurlijk. In een mooie baai van de Middellandse Zee en lekker beschermd door een bergrug. Er zijn slechtere plekken op moeder Aarde.

Omdat de Spar is gesloten, schuif ik de motorscooter naar buiten. Een dorp verderop is een kleine supermarkt, waar ik de noodzakelijke spullen ook kan halen. Het blijkt nu ook weer dat het lastig is zo’n zaak te vinden. Vanaf de weg is een onderhandse winkel niet van een woning te onderscheiden.  Als ik na een tijd begin te twijfelen, blijkt dat ik al anderhalve kilometer te ver ben gereden.

Het zaakje is open en ik kan alle artikelen krijgen waarvoor ik kom. Dat is een meevaller. Er zijn zelfs krentenbollen. In geen enkele buitenlandse winkel zie je dit type brood, maar hier liggen ze gewoon in het schap. Ook deze bollen gaan mee op de reis terug naar ons plekje.

Vlak bij waar we staan is een restaurant, dat open is. Ik nodig Hanna uit om daar te gaan eten in plaats van in de camper. Ze hoeft niet lang na te denken. En zo lopen we even na zessen naar Villamares. Een paar mensen zitten op het buitenterras maar binnen zijn wij de enigen. Het is ook niet erg groot. Wel lopen er vier personen rond die op de een of andere manier een functie hebben. We bestellen een entrecote en een zalm.

Met de buik vol, lopen we weer tevreden terug naar de camperplaats. De wind is in de namiddag iets gaan luwen zodat het weer iets vriendelijker overkomt.


Woensdag 5 maart

Stevige rukwinden dreigen de camper omver te blazen. Maar de Niesmann staat stevig verankerd en het blijft bij vruchteloze pogingen. De regen is in vol ornaat terug gekomen en kleppert in een vast ritme op het dak. De lucht is zwaar grijs in welke richting je ook kijkt.

We willen een paar dingen doen vandaag. Hanna heeft aangegeven dat er weer een was moet worden gedraaid en we zijn een aantal boodschappen nodig, waaronder brood. De regen houdt ons echter binnen. Hoopvol bestudeer ik de weerkaarten. Deze voorspellen droge momenten. Maar een volgende blik geeft alweer een veranderde voorspelling. Het water loopt langs de ramen naar beneden, terwijl in het gangpad de wasmand klaar staat.

Bij iets minder watergeroffel trekken we de stoute schoenen aan. Ik ontdoe de BSA van zijn ketenen en maak hem reisklaar. Hanna komt met de was naar buiten. Alles past op het motortje. De tas met was komt voor mijn voeten en met Hanna achterop rijden we de regen in. Het is tenslotte maar 1,2 kilometer. Op de weg liggen grote en diepe plassen. Ons voertuig splijt zich er doorheen. Druipend van het water komen we bij de wassalon aan.

Er is een machine vrij en Hanna legt onze was in de trommel. We staan voor de betaalterminal en alles is niet direct duidelijk. We snappen uiteindelijk de clou en tikken de wasbeurt in. De betaalpas van de telefoon doet zijn werk en de machine begint te draaien. Plots beseft Hanna dat ze nog niet heeft opgegeven hoe warm het wasje mag worden. Te laat zien we de instructies, de machine gaat los en is niet meer te stoppen. Voor de betaling kun je het apparaat instellen, maar daarna niet meer. Onze was gaat nu op koud water proberen schoon te worden. Hanna baalt van de situatie en zegt de wasbeurt af te wachten en dan voor ronde twee de temperatuur wel goed wil instellen. Daarom vertrek ik alleen en doe een paar boodschappen.

Na een tijdje belt Hanna en zegt dat ze het wasgoed in de droger heeft gestopt en dat deze nu volop bezig is de taak uit te voeren. Het leek niet hopeloos met de natte spullen en ze heeft de conclusie getrokken dat koud water en zeep ook wel werking heeft en afgezien van een tweede wasronde.  Even later snorren we gezamenlijk weer terug naar ons vakantiehuis.

Het is blijven regenen en we zijn in de middag niet meer buiten geweest. Onze hoop is gevestigd op de weerprofeten die nu toch echt beter weer zijn gaan voorspellen.


Donderdag 6 maart

We zitten vol. De grijswatertank staat op 100%. De zwartwatertank zelfs op dubbelrood. Dat maakt het noodzakelijk om een plek te zoeken waar we dit netjes kunnen oplossen. Omdat het weer, ook vandaag weer, nogal donker is, denken we aan Murcia. Toch twijfel ik, want er staan daar honderden campers op een groot plein. Als een kwart daarvan hetzelfde probleem heeft als wij, dan kan het weleens een lange wachtrij opleveren.

 

Zo komen we op de kustplaats Los Alcazares uit. Daar kun je ook prima uit de voeten. Het eerste deel rijden we over een bergrug, wat heel fraaie panorama’s geeft. Daarna komt er een stuk snelweg aan te pas om ons op de juiste plaats te krijgen. Als we aankomen lijkt het terrein erg chaotisch met overal campers. Hanna neemt poolshoogte en komt terug met de melding dat er al zeven campers te wachten staan voor de serviceplek. Zo heb ik toch nog de toestanden die ik in Murcia had verwacht. We sluiten aan en accepteren dat het een lange middag gaat worden.

Zo’n beetje anderhalf uur later rij ik de plaat op.

We vinden de plek helemaal niets om te blijven staan. Het is een sfeerloze betonbak, vrijwel afgesloten van de rest van de wereld. Ik speur Park4night af voor een betere optie. Even later rijden we richting Los Narejos, een kwartiertje verder. Tegen een park aan staat het parkeerterrein al aardig vol met reiswagens. Waar je ook kijkt, overal zie je de witte koelkasten. Maar tussen de bakken door is hier en daar een plaats vrij en ik kan achteruit inparkeren.

 

We verkennen de stad. Het is erg vierkant gebouwd. Alle straten lopen recht en staan haaks op elkaar. De woningen zijn vrij recent. Dit keer geen hoogbouw met een flatje voor iedere inwoner, maar straten vol met laagbouw huizen. Na een fikse wandeling komen we bij de zee uit. Er loopt een brede boulevard, waar volop gewandeld wordt. Op het strand liggen grote hopen zand, bedoeld om het weggespoelde deel weer op te vullen. De stad leeft tenslotte van toerisme. In de namiddag scheur ik op de BSA naar een naburige stad om daar mijn Orange-kaart te verlengen voor weer dertig dagen internet.


Vrijdag 7 maart

Het is tijd voor boodschappen. Onze Niesmann tuft door de straten van Los Narejos en stopt voor de Lidl. Het is een grote supermarkt, zodat het vinden wat je zoekt niet een groot probleem is. De tas heeft een flink gewicht, als ik hem naar buiten sjouw. Een deel daarvan is toe te schrijven aan mijn twaalf blikjes bier, maar toch. We rijden langs een tankstation met een dieselprijs van €1,39. Maar weer even volgegooid.

 

Het plan is om iets noordelijk weer een leuk plekje aan zee te scoren. P4N heeft veel in de aanbieding. Bij de eerst uitgezochte plek staat niet 1 camper en een parkeerverbod verklaart waarom. Een nieuw doel is snel ingesteld, maar ook daar treffen we geen campers aan. Hoewel het parkeerterrein groot genoeg is voor een kleine honderd. Een bord of tekst die dit verklaart treffen we niet aan, maar iets zegt ons dat we er niet welkom zijn. Als ook een volgende keuze negatief uitvalt, besluiten we de kust te verlaten, voor een plek in het binnenland. Wel blijven we nog even staan voor de lunch, maar dan rijden we bij de zee weg.

Onze route kent enkele hele fraaie gedeelten. We komen langs mooi gevormde rotspartijen, geheel in het groen gestoken doordat het flink is begroeid met struiken en bomen, waarvan de meeste in dit jaargetijde gewoon hun blad houden.

We verdwalen nog bijna in een stad, die we moeten passeren. Maps wil ons een verboden weg opsturen en is niet van dit idee af te brengen. Toch vinden we op eigen kracht een uitgang, waarin de navigatie uiteindelijk ook schoorvoetend in mee gaat.

 

Ons nieuwe adres ligt in Benejuzar. Een mooi groot grindterrein bij een kloostercomplex. De zon breekt zowaar even door en de stoelen gaan naar buiten. Het mooie uitzicht rondom bevordert zeker het aangename gevoel. Flinke bergen vormen op de achtergrond het decor, maar eerst is er het glooiende gebied met veel bossages. Ook ons stadje heeft hierin een plaats gekregen. Naast ons staat een gigantische camper. Deze is van een Nederlands stel dat een uitgebreid praatje komt maken.


Zaterdag 8 maart

De dag begint met een spectaculaire vliegshow. De duivensport wordt in deze streek anders beoefend dan we gewend zijn. Het begint met de uitrusting van het duifje. De bezitter denkt na over een paar heldere kleuren. Daar maakt hij dan zijn eigen kenmerk van. Daarna gaat hij naar de winkel en slaat een aantal spuitbussen met verf in. Hiermee gewapend gaat hij zijn duiventempel binnen. Daar zitten leuke grijze duiven gezellig met elkaar de dag door te nemen. Een voor een komen ze echter de geldingsdrang van het baasje tegen, die ze in zijn gekozen kleurenpatroon spuit.

 

Terug naar vanmorgen. Een aantal auto’s stopt op ons grindterrein. Een paar grote kisten met de gespoten duiven gaat naar buiten. De luikjes gaan open. Vervolgens vliegen de helderblauwe, lichtgele, pimpelpaarse, vuurrode en licht oranje duiven diverse rondjes rondom de plek waar ze even de vrijheid krijgen. Als ze moe worden gaan ze over naar de landing. Met voer worden ze in een bergholte gelokt, waarna weer dagenlange opsluiting volgt.

We gaan wandelen. Ik heb een uitdagende route te pakken. Traject van 10 kilometer met een stijging van 300 meter. De route wordt als ‘moeilijk’ geclassificeerd. In de nieuwe heuptassen nemen we water en eetwaar mee en dan stappen we het avontuur tegemoet. Het meest lastige in het begin is de passage van de schietbaan, waar we op rondvliegende kogels moeten letten van een bord, dat er in de grond is geprikt. Gelukkig zijn er geen schutters, zodat dit gevaar niet te duchten valt. Dan beginnen de meters omhoog. Het pad is goed, maar wel steil en zonder einde. We bereiken de heuveltop tot onze opluchting. De plek heet ‘balkon van Benejuzar’. Inderdaad hebben we een fraai uitzicht over het veel lager gelegen gebied waar ook deze plaats in ligt.

We gaan door. Nu met een afdaling. Vervolgens moeten we, door een kaartleesfout, een heel stuk dubbel lopen. Dan wachten weer klimkilometers. Het pad wordt smal en gaat langs ravijnen. Het is fantastisch om zo in de natuur te kunnen zijn. We genieten van iedere stap. Uiteindelijk komen we al dalend bij het heiligdom terecht wat daar sinds 1939 staat. Deze kunnen we ook vanuit de camper zien, wat betekent dat we het heelhuids hebben gehaald.

De rest van de tijd gaan we lekker buiten zitten met een boek en gunnen we onze benen een gestrekte houding op de meegenomen voetenbankjes.


Zondag 9 maart

De reis gaat weer verder. Na afscheid van onze Nederlandse buren te hebben genomen rijden we naar Elche. Vanmorgen was de lucht helemaal blauw en was het zicht zeer goed. Pas na twee dagen hebben we nu de omgeving van Benejuzar kunnen zien. We rijden naar het natuurgebied iets ten noorden van Elche. Daar kun je werkelijk fantastisch staan, maar een enkele keer wordt de hele meute door de politie verzocht om te vertrekken. 

Onze nieuwe buurman is weer een Nederlander en die vertelt dat hij hier al een hele tijd staat. Dat is alweer een geruststelling. Na te zijn geacclimatiseerd haal ik de wandelschoenen weer uit het vooronder. Hier kun je prachtig wandelen en is een bijzondere waterval te zien. Buurman wijst nog even het beste pad en dan gaan we op weg. We lopen door een rivierdal, die tropisch aandoet. Meerdere palmbomen, omgeven door riet, dragen behoorlijk bij aan dit gevoel.

Het pad gaat op en neer. Een rots die in de weg ligt, kom je alleen voorbij door erover heen te klimmen. Nu heeft gemeentewerken het de toerist iets gemakkelijker gemaakt, door opgaande delen van traptreden te voorzien. Het riviertje stroomt snel door het dal wat uiteraard een flink ruisend geluid geeft. Het is zondag en daardoor zijn er veel Spaanse dagjesmensen de looproute ook aan het uittesten. Zo nu en dan is het pad smal, zodat bij het passeren er over nagedacht moet worden, wie eerst mag.

We komen uit bij de imposante waterval. Het is een kunstmatige maar dat mag de pret niet drukken. Er is een fikse muur gebouwd om een stuwmeer te creëren en het water kan vrij over de rand stromen om de rivier niet in z’n geheel te blokkeren. Maar in combinatie met de omgeving is het een prachtig schouwspel, waar we dan ook uitgebreid de tijd voornemen. Dan gaan we verder, want we hebben ons voorgenomen het stuwmeer rond te lopen. Het vervolg is minder boeiend, maar wel weer mooi op een bepaalde manier. Het lijkt een wandeling door de woestijn te zijn. Kale rotsen en een steenachtige bodem zijn nu de bezienswaardigheden. Maar de grilligheid van de rotspartijen, veroorzaakt door duizenden jaren van erosie, is ook heel bijzonder om te zien. 

Een sinaasappelboer wil ons de weg versperren door het pad met een hek te blokkeren. Maar we zijn op driekwart en vinden omkeren geen optie. Via een hazepad kunnen we langs het hek. Getuige de voetsporen zijn aanzienlijk meer wandelaars via dit paadje gegaan. Uiteindelijk komen we weer bij de waterval uit en kunnen vandaar weer terug naar de camper,


Maandag 10 maart

In de vrije natuur nabij Elche bevalt het ons prima en we hebben dan ook geen plannen om verder te trekken. De zon is er heerlijk bij en binnen warmt het snel op. In de ochtend is het buiten nog wel fris, zodat we de schoonheid van de omgeving van achter het raam bewonderen.

 

We gaan de stad Elche verkennen. De scooter wordt weer reisvaardig gemaakt, want het is zeker vijf kilometer lopen naar het centrum, die vervolgens ook weer afgelegd moeten worden als we weer terug gaan. Daarvoor hebben we de BSA op stal staan. Elche staat bekend als de palmen-stad. In de oudheid zijn 300.000 palmen rond de plaats geplant. Deze bossen bestaan nog steeds. De palmen zullen zich inmiddels wel ververst hebben, maar de bossen liggen er nog precies zo bij. Als we de stad binnenrijden is het ook allemaal dadelpalmen wat de klok slaat. De rivierbedding doet dienst als park en staat uiteraard helemaal met deze boomsoort.

Eerst lopen we naar een pleintje toe, waar een grote ronde kerk op staat. Het gebouw is fors maar spreekt ons niet echt aan. We gaan richting de basiliek, omdat we daar meer centrum verwachten. Het stratenplan is trouwens strak vierkant. Parallelle wegen en dwars daarop alle evenwijdige zijwegen. We zien zowat drie kilometer stoplichten in de hoofdstraat.

We steken de riviervallei over door middel van een brug. Het water is slechts een bescheiden stroompje door een nauwe geul. Maar in de vallei is niets gebouwd en de oevers zijn goed versterkt. Dit geeft aan dat hier het water ook in grote hoeveelheden doorheen kan bulderen. Het heeft er in ieder geval voldoende ruimte voor. 

 

De deuren van de basiliek zijn potdicht. Aan de buitenzijde maakt vooral de hoofdingang indruk met een langs de gevel opgetrokken beeldhouwwerk. We dwalen door wat nauwe straten en ontdekken nergens een autovrij voetgangersgebied. Achter iedere hoek kan zo weer een scooter of auto aan komen schieten. We komen langs een fraai park, waar we even naar binnen gaan. Mooie feeërieke prieelen  staan heel romantisch tussen de al genoemde palmbomen. We besluiten met een terrasbezoek in een rustig straatje. Het is er niet druk. De bij de drankjes gegeven pinda’s zijn ook een lekkernij voor de duiven, die zich massaal bij ons melden. We stellen ze niet teleur.


Dinsdag 11 maart

Lichte regen zorgt voor een vroeg ontwaken. Toch niet weer zo’n dag? De grijze lucht verdwijnt gelukkig nog voor we aan de koffie toe zijn en wordt afgelost door de zon. Deze is een volhouder en een groot deel van de dag zien we een blauwe lucht. We gaan boodschappen halen. De motor staat nog buiten en de Lidl is veel te ver lopen. Dat betekent dat Hanna en ik de helmen vastklinken aan onze hoofden en plaats nemen op het scheurijzer.

 

We kunnen vlot door het verkeer met ons snelle apparaatje. We snorren langs vrachtwagens, gaan vrijwel plat over de rotondes en kunnen vooraan bij de stoplichten. Ook deze Lidl heeft weinig plek voor hoge voertuigen zoals onze camper. Vrijwel het gehele parkeerterrein is overdekt om personenwagens in de zomer een aangename schaduw te geven. Maar de racescooter kunnen we overal parkeren. In dit geval voor de deur van de winkel.

De boodschappentas is tot de nok gevuld als we weer naar buiten komen. Het moet allemaal een plaats krijgen in de beschikbare ruimte. De buddyseat gaat omhoog en ontvangt een flink deel. De achterkoffer bergt de rest zonder probleem. Als Hanna weer op haar zetel heeft plaatsgenomen, stel ik de terugronde in en gaat het hurry up naar de mooie camperplaats in het natuurgebied.

Voor de rest van de dag ondernemen we niet veel actie meer. Het terras gaat naar buiten en neergezet op een plaats waar de wind moeite heeft om er te komen. We staan op het hoogste plateau en kunnen probleemloos gadeslaan wat er allemaal op het terrein gebeurt. Tegen half vijf begint de lucht te betrekken en in de verte klinkt gerommel. Iedereen op het terrein komt in actie. Stoelen worden opgeklapt, fietsen komen in de hoes, kleedjes bij de trap worden opgerold en binnen vijf minuten is alle gezelligheid naar binnen verhuist.

Ik werk de scooter in de garage en sjor hem weer vast. Ook onze terrasset wordt gevouwen en opgeborgen. De wind begint flink door te trekken maar nog voor de eerste drup zitten Hanna en ik binnen te genieten van een drankje. Vervolgens is het twee uur lang onrustig met regen en hagelstenen en knallende donderslagen. Maar op het moment dat het donker wordt is het weer rustig in de atmosfeer.


Woensdag 12 maart

Onze stroomvoorziening is niet ideaal voor lang kamperen in deze maanden. Het ene zonnepaneel op het dak slaagt er niet in de accu’s fatsoenlijk bij te vullen, ook al schijnt de zon zowat de hele dag. Eigenlijk hadden we nog een dag willen blijven staan, maar de huishoudaccu’s zijn nagenoeg uitgeput. Dan rest er maar 1 ding, een stuk gaan rijden en/of een stopcontact zoeken.

 

In het noordelijker gelegen Biar is een camperplaats met een stopcontact. Dit wordt het reisdoel. De plaats is ook hoger gelegen en wat dat betekent merken we als we na aankomst naar buiten stappen. Het is een stuk kouder. Onze plek is mooi gelegen op een helling met uitzicht over het landschap met bergen op de achtergrond. Biar heeft een kasteel, uiteraard hoog boven de plaats gelegen.

Deze burcht is een mooie prooi voor de drone en vanaf de parkeerstrook kan ik het machientje er wel omheen laten draaien. Het opstijgen gaat goed. Een opvallende kerk staat in het centrum en ik stuur de drone daar eerst op af. Ik regel een cirkelvlucht en de opnamen kunnen beginnen. Op het scherm van de controller kan ik mooi meekijken wat het vliegmachientje ziet. Dan, plotseling, komt er een rode streep in beeld, met de melding dat het contact verloren is gegaan. Nog nooit heb ik dit meegemaakt. Waar hangt mijn vliegende camera. Ik speur het luchtruim af maar zie niets. Ik loop naar de kerk met de hoop zo het contact te herstellen. Geen resultaat. Met valse hoop kijk ik bij de opstijgplaats, waar de drone automatisch terugkeert bij een storing. Niets te zien.

 

In de camper trek ik mijn schoenen aan en ga op grondig onderzoek. Ik weet de vluchtbaan en loop deze zo nauwkeurig mogelijk na. Het kasteel staat hoger dan verwacht en zou een hindernis voor mijn toestel hebben kunnen zijn. Met stevig klimwerk werk ik mij omhoog. De meerdere hoogtelagen bekijk ik aandachtig. Geen teken van leven. Inmiddels ben ik bij het kasteel en loop een smal paadje op. Om de hoek in het gras, vlak bij de afgrond, ligt mijn drone. De lampjes knipperen nog. Tot mijn spijt zie ik dat een draagarm is afgebroken. Zonder reparatie, vliegt deze nooit meer.

Later in de middag loop ik met Hanna door de plaats. We zien dat het een heel mooi stadje is. Smalle trapsteegjes lopen bij de heuvel op,met aan weerszijden aaneengesloten woningen. Ook komen we bij het kasteel uit. Deze blijkt gesloten maar ergens vinden we dat niet erg.

 

Tegen het donker worden krijgen we gedoe met een andere camperaar. Deze wil, samen met ons, op onze plekje staan. Met wat schuiven en meten moet dat volgens hen net lukken. Wij vinden van niet. Mevrouw is ontstemd en perst hun camper bij ons het vak in. Meneer zegt vergoelijkend dat ze over twee uur weggaan. Gelukkig doen ze dat ook.


Donderdag 13 maart

We reizen weer verder. De gratis stroom heeft onze energiedragers weer tot de nok gevuld. Het is fantastisch rijden door de bergen. In Onil lozen we grijs water en laten we de watertank weer vollopen. Na een stuk snelweg gaan we het laatste stuk weer door bergachtig gebied. De bergwegen in Spanje zijn meer dan behoorlijk. Voldoende breed en goed geasfalteerd. We dalen stukken met meer dan 9 procent. Op het laatste stuk van 20 kilometer zien we slechts drie medeweggebruikers.

 

Na nog een scherpe bocht naar links staan we op een alleraardigste terreintje in Relleu. Hier kunnen een handjevol campers staan. Van de vier campers die er uiteindelijk verblijven, komen er drie uit Nederland(!). Onze buren willen een huis in deze regio kopen en hebben vandaag een bezichtiging. De andere buren komen net als wij hier voor het eerst en houden een site seeing.

 

Vandaag moeten we alles tussen de regenbuien door plannen. Even na drieën lijkt het twee uur droog te blijven en die mogelijkheid grijpen we aan om het dorp te bezoeken. Hiervoor moeten we een flink stuk omlaag. Een prachtig gemetselde trap is ons hierbij behulpzaam. Ook Relleu is een bergdorp en ook hier lopen de straten alleen omhoog of naar beneden. We komen door steegjes die als een trap omhoog gaan. De huizen zijn aaneengesloten. De meeste hebben een bloempot bij de voordeur, waardoor de steeg een mooie aanblik krijgt.

Als we weer terug willen kunnen we via een slingerpad met slechts een lichte helling. Deze is ingericht als kruisweg. Om de tien meter staan er een zuil met een afbeelding uit het kruisigingsverhaal, allemaal in de goede volgorde. Helemaal boven staat een kapel om al het aangeboden beeldmateriaal nog eens goed te overdenken.

We gaan nog verder omhoog, hoewel dit pad onverhard en steiler is aangelegd. Deze leidt naar de ruïne die boven op de heuvel ligt. Van de oorspronkelijke burcht is vrijwel niets meer over. Hier en daar steekt nog een stuk gesteente omhoog, wat samen met de blootliggende fundamenten een aardige indruk geeft van wat het ooit was. Ook de tekening op het informatiebord helpt hierbij.

We gaan naar binnen. Het is grijs weer en zo’n 15 graden. Dan is het in de camper de beste plaats om te vertoeven.


Vrijdag 14 maart

Om weer van het parkeerterrein in Relleu af te komen, moet ik een hele scherpe bocht naar rechts maken die ook nog eens flink omlaag gaat. Maar het lukt zonder problemen. Dan volgt weer een schitterende route door de bergen richting de kust. Het weer is zeer matig. De lucht is zwaar grijs en de zon is nergens te bekennen. Tijdens de rit houden we het nog droog. We komen aan in Albir. Een groot parkeerterrein midden in de stad heet ons van harte welkom.

 

Maar we staan nog maar net geparkeerd als de zwaar grijze lucht zijn bedoelingen duidelijk maakt. Het getik en geroffel op het dak houdt een paar uur aan. Maar dan wordt het droog en de weerkaarten geven aan dat de droogte best wel eens een paar uur kan gaan duren. De schoenen gaan aan, vest en jas worden gepakt en de deur van de camper gaat open. We zijn vlak bij zee en willen de boulevard hier weleens gaan verkennen.

 

Het is niet ver. Na tien minuten staan we aan de kust. We zien in de verte Alteo liggen. Het brede grindstrand vangt soepeltjes de aanrollende golven op. Hier en daar lopen mensen. Iedereen heeft op deze kans gewacht. We kijken bij de waterlijn en genieten weer van het vrijheidsgevoel wat een ongeschonden zee aan haar bewonderaars kan geven. Ver op de zee stomen twee vrachtschepen naar hun bestemming.

 

We slenteren de boulevard af. Een mooi en strak aangelegd wandelpad loopt van hier helemaal door tot het verderop gelegen Alteo. Het pad is omzoomd met palmen. Aan de landzijde staat de horeca te roepen om klandizie. De deuren zijn open en de terrassen zijn afgeschermd met plastic wanden om de bezoekers uit de wind te houden. Er wordt matig gebruik van gemaakt. We passeren een camping en een camperplaats die beiden een opbeurend bord bij hun toegang hebben staan met het woord ‘completo’. 

 

We komen bij een jachthaven aan. Verschillende jachten liggen op het droge naar de zilte zee te smachten. In de haven dobberen vele kleine bootjes aan de landvasten. Als we nog wat verder lopen, komen ook de wat grotere schepen in beeld. Megajachten zoals we die in Monaco hebben gezien, liggen hier niet. We draaien 180 graden om en gaan weer terug naar waarvandaan we kwamen. Vanuit de andere richting ziet de wereld er heel anders uit.

We stappen de camper weer in en niet veel later begint het getik op het dak weer opnieuw. Het weet een paar uur aan te houden. Het is al donker als de rust weerkeert.


Zaterdag 15 maart

We hebben het druk deze ochtend. Al vroeg vertrekken we op de motor naar de Lidl. Het is niet ver maar toch nog ver genoeg om niet met een volle boodschappentas te willen sjouwen. Als we weer veilig in het reishotel zitten en etenswaar keurig opgeborgen in de daarvoor bestemde kastjes moet ik zelf aan de bak. De toiletbox moet met zeer hoge spoed geleegd worden. In Albir is een camping gevestigd en die heeft een geschikte plek om dat te doen. Opnieuw tuft de scooter met mij door de straten. Nu samen met het zwarte water. Op de camping is ongeveer 50% afkomstig uit Nederland. Zodoende krijg ik duidelijk antwoord op de vraag waar ik moet zijn. Het gaat verder heel voorspoedig en niet veel later scheur ik weer over de boulevard terug naar Hanna.

Dan komt het hoofdprogramma voor vandaag. We gaan een bezoek brengen aan Benidorm. Deze plaats ligt 10 kilometer verderop en ook daar draait onze snelle BSA zijn hand niet voor om. Ik parkeer de motorfiets in een hele lange rij soortgenoten. In maps plaats ik een speld, zodat een weerzien geen probleem hoeft te zijn. Met veel andere mensen lopen we richting het centrum en de kust. In de winkelstraten is het een topdrukte. Zoveel personen bij elkaar hebben we nog niet gezien op deze reis. Eerst willen we een stuk over de boulevard slenteren. De aanrollende zee is het mooiste wat er te zien is, qua natuur. Maar op de mensen op het wandelpad raak je niet gauw uitgekeken. Het is Benidorm, dus moeten we voortdurend opletten niet te worden aangereden door een scootmobiel met duozit.

Langs de hele kust is het 1 aaneenschakeling van horecapanden. Deze zijn ook allemaal open. Het zit er stampvol. Vooral Engelsen hebben deze stad als een tweede huis omarmd. Van ver zien we ze al aankomen. In T-shirt en korte broek, of korte rok. Waar de Spanjaarden gekleed gaan in lange jeans, trui en soms jas, zoniet onze westerburen. Tussen al het volk lopen of rijden ook altijd bijzondere exemplaren. We vallen van de ene in de andere verbazing. Bij een restaurant gaan we op het terras zitten voor een lunch. Mijn achterste heeft de stoel nog niet geraakt of de dienster staat al met het notitieblokje klaar. Met jobsgeduld wacht ze onze bestelling af, want eerst bestuderen wij de menukaart. Uiteindelijk genieten we van een heerlijk gerecht met vlees, vis en brood.

 

Halverwege de middag gaan we terug naar de camper. We moeten verkassen want het plein moet voor 12 uur vanavond leeg zijn, in verband met de markt van zondagmorgen. We rijden een stuk verder langs de kust en komen in Denia te staan. Vanaf het plein hebben we een mooi uitzicht op het historische kasteel.


Zondag 16 maart

Vandaag hebben we ontdekt dat Denia een hele leuke stad is. Gisteren na aankomst hebben we het camperterrein niet verlaten. Wel hoorden we steeds vuurwerk knallen. Op zich best een beetje vreemd want in nog geen enkele andere plaats was dat zo. Vanmiddag gaan we er op uit. Het weer is redelijk, al mocht het wel een beetje warmer. We lopen richting de haven. We merken dat er veel volk op de been is en zien in zijstraatjes allerlei activiteiten. In eerste instantie valt de haven een beetje tegen, alleen maar klein speelspul. Als we doorlopen merken we dat de haven veel groter is. Aan de kade ligt een hele serie luxe motorjachten en zeilschepen. Boten die met een paar miljoen niet betaald zijn. 

 

Dan gaan we de binnenstad in. Direct staan we voor een groots opgezette carnavaleske uitbeelding. Deze wordt op een kruispunt opgebouwd, waardoor de straat is afgezet. Mensen lopen erlangs en fotograferen de vreemde uitdossing. Verderop ontdekken we nog zo’n gedrocht. Het is duidelijk, hier speelt iets. We zien echter nergens aanwijzingen voor een naderend feest, maar de hele stad is in rep en roer. Het centrum is feitelijk 1 groot terras en vrijwel alle stoelen zijn bezet.

Het knallen van het vuurwerk gaat onophoudelijk door. We zien dat dit gedaan wordt door kleine jochies, vaak onder toezicht van moeder. We beginnen te begrijpen dat dit knallen een onderdeel is van een stadse traditie.

Het hoort bij de Fallas feestelijkheden die medio maart hier worden gevierd. Het gaat de hele komende week nog door. Er worden prijzen uitgereikt voor de mooiste Fallas, er komt een parade, er wordt een nieuwe prins gekozen, enzovoort. 

 

Op een terras laten we alle indrukken even tot rust komen. Bij het bestelde drinken krijgen we een schoteltje met versnaperingen. De drankjes kosten samen €3,90.

We dwalen nog even verder door de stad en komen door mooie straten, waar de gezelligheid voor het opscheppen ligt. Helaas begint het, tegen alle voorspellingen in, ook weer te regenen. Wij zoeken de camper weer op, maar het knallen gaat tot laat in de avond door.


Maandag 17 maart

Al in de nacht is het begonnen met regenen. Het houdt niet meer op. Ik speur de lijst met mogelijkheden af, wat er in deze omstandigheden te doen is. In Gandia is een paleis van een belangrijke hertogen-familie in oude luister hersteld en te bezichtigen, zelfs op maandag. Met de ruitenwissers op vol rijden we er naar toe. Parkeren kun je vlakbij het centrum, weliswaar op een met plassen bedekte zandplaat maar met 10 minuten lopen zijn we weer onderdak.

Ook Gandia is gegrepen door de Fallas-koorts. Ondanks de regen klinken harde knallen door vuurwerk. De jeugd valt niet te stoppen. Als we bijna bij het paleis zijn, zien we ook weer zo’n malle voorstelling met gekke reuzepoppen. Ik betaal braaf de gevraagde entreeprijs en met een Engels sprekende geluidsspeler stappen we nietsvermoedend de dure entree binnen. We mogen direct een antieke trap op naar de tweede verdieping.

Daar begint de historie. We staan in een belangrijke raadkamer van de hertog, die zelf zo ongeveer op ieder schilderij staat wat er aan de wanden hangt. De Engelse stem vertelt dat de hertog godvrezend was. Talrijke schilderingen aan wand en plafond hebben dan ook een religieuze grondslag. We komen terecht in een overdreven gouden gang met meerdere vertrekken. Alles is met goud versierd. Vooral rondom de deuren is voor een kapitaal geïnvesteerd. De ruimtes bieden alle zicht op de binnentuin die met speciale bomen is beplant.

Net als ik een beetje in het verhaal begin te komen, meldt de Engelsman dat we klaar zijn. Uiteindelijk hebben we een rondje op de tweede verdieping gelopen. Bij een paleis denk ik toch aan iets groters. Maar goed, we zijn onderdak en hebben de nodige culturele hoogtepunten meegekregen.

 

We rijden naar Calcioixete. Op het parkeerterrein van een groot winkelplein mag je daar met de camper overnachten. We maken van de nood een deugd en stappen opgewekt de Decathlon binnen. Hanna koopt daar een complete sportuitrusting en een zonneklep. Dat laatste lijkt vandaag volstrekt overbodig, maar ook in Spanje komt na regen zonneschijn.


Dinsdag 18 maart

Een complete regendag. Geen moment is het droog geweest. Na de koffie rijden we richting Valencia. Een flink deel van de route gaat over de snelweg zodat de rit vlot gaat. De uitgezochte staanplaats is op een normaal parkeerterrein. We staan tussen de geparkeerde auto’s maar door de regen vinden we het best. In de loop van de middag komen er meerdere campers bij ons op het terrein staan. Twee omgebouwde vrachtwagens uit Italië gaan vlak voor ons staan. Prachtig om te zien hoe eenvoudig camperen kan zijn. Koop een oude afgedankte vrachtwagen met laadruimte. Zaag er een deur en 1 of meer ramen uit. Tada: de camper is klaar.

Door Valencia loopt een park van noord naar zuid. Vroeger stroomde hier een rivier maar die is omgeleid. In de oude bedding is een langwerpige recreatieruimte ontstaan. Naast speelplaatsen voor de jeugd, voetbalvelden, een dierentuin is er ook plaats voor bomen en struiken met wandelpaden.

 

Ondanks de regen gaan Hanna en ik het park even opzoeken. Het is slechts vijf minuten lopen. Onder de paraplu ziet het er allemaal mistroostig uit. Een flink deel van de groene ruimte staat vol met picknickbanken. Op mooie dagen, en die hebben ze hier veel, kunnen gezinnen het park intrekken met de familie en daar heerlijk onder de bomen verblijven als de zon op volle kracht bezig is.

We lopen langs de dierentuin maar zien slechts een gesloten achterkant. Er zijn maar weinig mensen op straat. Een enkeling waagt zich net als ons even buiten maar is ook verstopt onder een regenscherm.

Onze uitstap is maar kort maar toch fijn om even buiten te zijn. We vermaken ons binnen met allerlei zaken en laten zo deze dag voorbij gaan. Wat weer betreft was dit wel het dieptepunt van de reis.


Woensdag 19 maart

De dag begint droog en voor de middag worden zonnige opklaringen voorspeld. Dit zijn weer goede berichten. We gaan boodschappen halen. De motor komt uit z’n hok en gewapend met tas en beurs knallen we even later naar de dichtstbijzijnde Lidl.

Als we daar aankomen, zien we een leeg parkeerterrein en een donkere winkel. Overkomt ons dit nu voor de tweede keer? Op een doordeweekse dag gewoon gesloten. Maps zegt dat de winkel om 9.00 uur opengaat op donderdagmorgen. Ik kies een andere Lidl. Opnieuw geeft maps aan dat 'ie morgenvroeg weer toegang biedt. Mercadona idem dito.

Dat daalt het besef in dat het vandaag de grote Fallas-feestdag is. Het vuurwerk horen we al dagenlang en het begint te wennen. Maar het gebeuren krijgt zijn apotheose op 19 maart. Alle bedrijven en winkels zijn dicht. Dit is de dag dat de hele provincie Valencia vrij heeft genomen. Ik klik alle winkelwagentjes aan op de kaart van Google. Het blijkt dat er een supermarkt gekoppeld is aan een tankstation en die is wel open. Daarvoor moeten we 10 kilometer brommen, wat 14 wordt omdat ik de verkeerde rijstrook op de snelweg inrij. De zaak is niet groot maar heeft alles. Met opnieuw een foute afslag duurt de terugreis iets langer dan nodig, maar onze koelkast is weer op niveau.

 

Het hele centrum van Valencia is afgesloten. Geen enkel voertuig komt door de zware afzetting van de guardia civil. In de ring is het feest. Het vuurwerk buldert als nooit tevoren. Als wij met de scooter aan komen rijden, wil ik het ding parkeren bij een rijtje soortgenoten. Maar ik heb even niet op de overijverige agent gerekend. Hij spreekt mij streng toe. Wat is het euvel? De rij geparkeerde tweewielers staan achter een dranghek waarop een inrijverbodsbord is geschroefd. Om mij aan te sluiten passeer ik deze opstelling. En dat kan niet volgens deze wetsdienaar. Ik moet en zal terug de rijbaan op, want dat bord is heilig en van het woord parkeren heeft de beste man nog nooit gehoord. Iets verderop moet ik nu bij de steile stoeprand omhoog. Als het plofte goed en wel staat, meldt de plichtsgetrouwe pet zich weer. De scooter staat niet goed. Hij moet iets verder naar voren want anders hebben de paar voetgangers die er lopen niet voldoende ruimte aan de vier meter breedte die overblijft. Sommige personen geven ze iets te snel een diploma.

 

Dan komen we in de feestvierende menigte terecht. Centraal zijn de immense gedrochten die opgebouwd zijn, maar ook is er veel straattheater. Na een paar uur ronddwalen gaan we weer terug naar de camper.


Donderdag 20 maart

We willen weer terug naar de kust. Onderweg kunnen we dan de plaats Sagunto aandoen. Daar staat een Romeins amfitheater en is een burcht op de heuvel gebouwd, die het dorp volledig overschaduwt. Net onderweg bedenk ik me dat het verstandig is de LPG-flessen te vullen, want we teren alweer een tijd op de tweede fles. In een voorstad kunnen we aan de slang en is de zekerheid van warmte in de camper en frisheid in de koelkast ook weer geborgd.

 

In Sagunto gaat het minder vlot. Hoewel beide navi’s dezelfde opdracht hebben, willen ze, eenmaal binnen de dorpsgrenzen, verschillende kanten op. Ik gun Maps het voordeel van de twijfel en dat had ik niet moeten doen. We komen in het centrum terecht, waar de straten smal zijn en dan ook nog een keer aan beide zijden vol geparkeerd. Het is passen en meten. Dan blijkt het grote parkeerterrein niet te bestaan. Opnieuw centimeter voor centimeter de straat doorschuiven. Door dit gedoe hebben we helemaal geen zin meer in deze tussenstop en toeren we door naar Moncofa.

Op een officiële camperplaats vinden we daar een redelijke plek. Weliswaar is het terrein modderig en vol met plassen, maar waar wij staan hebben we daar geen last van. We banjeren naar de kust, wat slechts tien minuten lopen is. Er staat een fikse wind en daardoor rollen best hoge golven het strand op. Dit soort beelden blijft prachtig omdat het de kracht van de natuur laat zien. We volgen het de strandlijn een hele tijd en zien dat de oude kern van Moncofa niets meer voorstelt bij de lange rijen vierkante appartementsgebouwen die er de laatste dertig jaar zijn bijgebouwd. Het lijkt erop dat iedereen aan de kust wil wonen.

Ook zijn er nieuwbouwprojecten waarvan voorlopig alleen de infrastructuur er ligt. Ook dit is prijs voor camperbezitters. De nieuwe, huisloze wegen staan volgeparkeerd met winterzonzoekers. Tegen de avond komt een politiepatrouille even op het terrein kijken maar vinden alles best zoals het er staat.


Vrijdag 21 maart

De camperplaats van Moncofa heeft een service-plaats waar twee campers naast elkaar kunnen staan. Als we zover zijn dat we willen gaan rijden, besluiten we hier nog even het grijze water te lozen en drinkwater te tanken. Op de plaat staat 1 camper, daar kan ik dus nog mooi naast. Tot mijn stomme verbazing zie ik als ik dichtbij ben gekomen, dat deze Duitse camperaar zijn camper dwars op de afvoerplaat heeft geplaatst. Daar kan niemand meer naast.

We kunnen niet anders dan geduldig wachten, denken wij. Er meldt zich nog een wagen die schoon schip wil maken. Dit zijn Spanjaarden en die zijn een tikje temperamentvoller. Zo wel meneer, als mevrouw stappen uit en maken het onze oosterbuur in niet mis te verstane woorden duidelijk dat zijn gedrag abnormaal is. Uiteindelijk vertrekt de Duitse camper. Even later sta ik met de Spanjaard op de plaat. Zijn chagrijn over de rare Germaan zit nog hoog want ook mij legt hij uit wat voor een uilskuiken de vorige gebruiker van het service-station wel niet was.

 

Via de snelweg snorren we naar Vilanova Alcolea. Dit een een mooi authentiek dorp in een bergachtige streek. De gemeente hier heeft ook een gratis camperplaats ingericht. Het is er niet druk en we parkeren op een mooie plaats. In de middag gaan we een wandeling door de omgeving maken. Via route-you heb ik een route van 6 kilometer gevonden die ons door de velden stuurt. Het weer is vandaag een stuk beter. Vanaf elf uur is het volop zonnig. We nemen wat eten en drinken mee en stappen met de stevige wandelschoenen het ruige pad op. De tocht gaat langs grote velden vol met olijf- en amandelbomen. Het is sterk heuvelachtig zodat we regelmatig de bergversnelling moeten inschakelen om op de top te komen. Naar beneden gaat dan weer heel soepel.

Aan het eind van de tocht besluiten we ook nog even door het dorp te lopen. De huizen staan aaneengesloten aan de smalle straten en hebben ieder een eigen pastelkleur. Het geeft een heel leuk straatbeeld. We gluren nog even binnen bij een best wel grote kerk, zeker als we naar de omvang van ons dorpje kijken.

Inmiddels is het weer bewolkt geworden, dus stappen we in de camper voor een drankje en even nababbelen over de schoonheid van dit gebied.


Zaterdag 22 maart

Het is een pracht van een plekje, maar we willen verder noordwaarts. Over niet al te lange tijd rijden we weer naar Nederland en dan willen we bij de Franse grens zijn. Dagelijks wacht nu een trajectje van 65 kilometer. Vandaag hebben we Peniscola op de agenda staan. Dit is een van de highlights aan de Spaanse kust. Voordat we daar op aan koersen, gaan we eerst nog langs een Lidl voor aanvulling van de voorraden. 

 

De uitgezochte plek blijkt flink aangetast te zijn door het natte weer van de afgelopen tijd. Het terrein ligt vol plassen en alleen met een zwemdiploma wordt je toegelaten. Maar kijk aan, we hebben geluk. Een andere camper vertrekt net op het moment dat wij aankomen. En die laat een droog plekje achter.

Na de lunch lopen we naar de kust. Peniscola is een heel oude plaats. Op een rotspunt die de zee insteekt is in 1300 een kasteel gebouwd, waar een klein stadje omheen is gepropt, want de rots was niet erg groot. De laatste honderd jaar is de stad op het vasteland verder gebouwd en is daar vele malen groter dan het oorspronkelijke plekje.

 

We komen bij de kust weer echt in een mondaine badplaats terecht. Een prachtig gelegen strand valt als eerste op, waar een zeer ruime boulevard/plein achter ligt. Ook hier is best veel volk op de been. Iets verderop ligt de historie. Hoog boven alles uit, prijkt bovenop de rots het oude kasteel. Rondom de route ernaartoe is al veel te doen. Hier moet het in de zomer erg gezellig zijn. We lopen het historische stadje op de rots binnen. Kleine, nauwe steegjes verbinden de huizen aan elkaar. Veel panden zijn in bezit genomen door de horeca, die het presteren in de smalle paden ook nog een terras te exploiteren. Wat geen horeca is, is een snuisterijwinkel of iets wat daarbij in de buurt komt.

In een kantoortje koop ik toegangskaarten voor het kasteel en dan kan het klauteren beginnen. De burcht staat er goed voor. Alles is in goede staat en oerdegelijk gebouwd door de tempeliers rond het jaar 1300. De binnenruimte zijn heel beperkt aangekleed met spullen uit het verleden. Wel zien we de krachtige ronde gewelven beneden, de vertrekken hogerop, en uiteindelijk de uitzichttorens in de top.

We dwalen daarna hoge even door de gezellige steegjes van de oude stad en nemen een kijkje in de oude vissershaven.


Zondag 23 maart

Na de koffie verlaten we ons modderbad in Peniscola. We gaan 90 kilometer noordelijker en dat doen we hoofdzakelijk op de snelweg de A7. Ons volgende verblijf wordt Hospitalet de l’Infant. Wat zoiets als kinderziekenhuis betekent, een beetje een rare naam voor een dorp. Ook hier vinden wij een gratis camperplaats met voorzieningen. Voor de Niesmann is het wel een probleempje om de hele zaak een beetje recht te krijgen, maar we accepteren een lichte helling voorover. De zee is vlakbij. 

Als we goed geïntegreerd zijn, gaan we een wandeling langs de kust maken. Ook deze plaats heeft een heel lang strand, een aantal hotels en appartementen flats. De Spaanse kust wordt op deze manier een beetje saai. De Middellandse zeekust is weliswaar lang, maar veel ruimte is er niet meer over. We lopen een tijdje over het strand en later nemen we de boulevard. Ook hier is een behoorlijke jachthaven met alleen maar plezierbootjes tussen de palen. Alles ligt nog stil. De watersporters nemen de tijd voordat ze het grote water weer opzoeken. Langs de haven is een hele rij restaurants gecreëerd. Bij sommige is het best druk. De Spanjaarden schuiven zo rond drie uur ‘s middag graag aan en laten zich een volledige warme maaltijd voorzetten.

 

We keren om en kiezen nu de dorpskant. De eerste rij huizen zien er perfect uit. Wat wil je ook, vrij zicht op de zee. Deze huizen zijn gelukkig nog wel de oorspronkelijke huizen, het lijkt er op dat de hotel- en appartement bouwers dit straatje met rust hebben gelaten. Het komt het dorp zeker ten goede. Overigens staan er best veel eengezinswoningen in de zone direct aan de zee grenzend.

Op de camperplaats wordt het tegen de avond een drukte van belang. Alle plaatsen raken bezet. Er blijft weinig ruimte over om te manoeuvreren. Een Engelsman plaatst zijn camper pal voor de onze, dit na overleg. Morgenvroeg vertrekken ze vroeg, zodat we geen hinder zullen ondervinden.


Maandag 24 maart

De Engelsman heeft woord gehouden. Als wij wakker worden is hij allang vertrokken. De meeste geparkeerde campers volgen z’n voorbeeld, zodat wij rond half elf een bijna leeg terrein verlaten. Vandaag gaan we weer iets het binnenland in. Als we bij Tarragona zijn slaan we linksaf en komen de hoogtemeters weer in beeld. Het landschap is hier anders dan zuidelijker. Bergen zijn heuvels geworden die volledig zijn begroeid. Dat geeft een ander plaatje dan kale, nakende rotsen.

 

We tuffen zo door naar Montferri. We rijden daar bij de heuvel omhoog en komen zo op het parkeerterrein van Santuari Montserrat. Dit is een heiligdom gebouwd voor de maagd Maria. Inwoners van Montferri gingen in het verleden altijd naar Montserrat op bedevaart, als dank voor de oogst. Een inwoner bedacht echter dat het handiger was om wat dichter bij een heiligdom te hebben. Omdat hij een connectie had met Gaudi, heeft die het gebouw ontworpen. In 1925 is het opgeleverd. Het staat op een heuvel vlak bij Montferri. 

 

Hanna en ik bekijken het gebouw van alle zijden. Het is een typisch Gaudi product. In veel lijkt het op de Sagrada Familia in Barcelona, alleen is het stukken kleiner. Rondom het bouwsel is nog een klokkentoren en een geheimzinnige grot gerealiseerd. De deur zit op slot en die gaat pas op woensdag er weer af. Voor ons blijft het dus een buitenzijde.

 

Daarna trekken we naar het dorp zelf, wat slechts een kilometer verderop ligt. We komen in een schitterend authentiek dorp terecht. De hoofdstraat is een plaatje. Oude huizen tegen elkaar aangebouwd, maar verschillend van vorm en kleur. Wij gaan door een poort naar binnen die daar al staat sinds dit dorp is gesticht. We kijken bewonderend rond. De kerk staat centraal en de toren priemt boven alles uit. Het is erg rustig in de straat, we hebben maar drie personen gezien tijdens het bezoek.

Als we terug naar de camper lopen, brengt de schoolbus de scholieren weer thuis. Waarschijnlijk komt dit de levendigheid op de hoofdweg ten goede.


Dinsdag 25 maart

We verlaten onze hooggelegen slaapplaats. Via wat gekronkel komen we weer op de snelweg richting Barcelona. Hoe dichter we deze stad naderen, hoe drukker het wordt. Zonder grote plaats in de buurt is het altijd erg rustig op de Spaanse snelwegen. Veel vrachtverkeer is bezig de elders nodige goederen te verplaatsen. Campers komen vanaf het noorden aan rijden, waarschijnlijk op weg naar een lang verblijf in Iberia. Ook richting Frankrijk gaan diverse reiswagens, voor hen komt er een einde aan het verblijf op het schiereiland.

 

Vandaag brengen we een bezoek aan het stadje la Garriga. Ik heb gezien dat je daar leuk kunt staan in een soort park. We parkeren de Niesmann langs de bosrand en hebben de hele middag om hier leuke dingen te doen. Nadat we de buik vol hebben van de lunch, begint het helaas te spetteren. Dat is weer verplicht binnen zitten, alhoewel met de paraplu op stap natuurlijk ook een mogelijkheid is.

 

We wachten de laatste regendruppel af en dan stappen we naar buiten. Vlakbij, nog geen tweehonderd meter, is een Romeinse opgraving. Het zijn de restanten van een Romeinse villa waar een zeer belangrijke meneer in moet hebben gewoond. Slechts een deel van de vaak overdreven grote oppervlakte is blootgelegd. De nodige borden vertellen over het leven van toen. Er staan kijkers opgesteld. Als je daar met een oog een blik in werpt, zie je een getekende situatie van hoe dat deel van het pand er uitgezien zou kunnen hebben.

 

Hanna is al terug naar de camper, maar ik struin daar nog even rond. Een inktzwarte lucht met een rollende donderslag vertelt mij dat ik het ook niet meer te lang moet maken. Ik ben nog maar net binnen of de bui komt boven ons hangen en verblijdt vriend en vijand weer met een uurtje regen. We laten de plannen om wat meer van de omgeving te zien maar varen.


Woensdag 26 maart

Een drukke ochtend in la Garriga. Hoewel we eerst alle tijd nemen voor onze ochtend gewoonten. Maar dan is het gedaan met de rust. Onze wasmand zit alweer behoorlijk vol en hier is een wasserette op loopafstand. Hanna propt alles wat een sopbeurt nodig is, in een grote tas. Mijn taak is het ding naar de wassalon te sjouwen. Een vriendelijke en behulpzame dame helpt ons de juiste machine op gang te krijgen met al onze vuile was aan boord. Het digitale infoscherm vertelt ons dat we drie kwartier geduld moeten hebben om het resultaat te kunnen bewonderen. 

 

Maar er staat meer op het lijstje. De vuilwatertank moet leeg. We gebruiken de wasduur om de camper van zijn grijze water te ontdoen. Veel tijd hebben we niet, dus moet het wel even vlot willen lopen. We zien net voordat we arriveren bij onze reistrots een buscamper de verzorgingsplaat oprijden. Ik manoeuvreer ons voertuig dichterbij en moet geduldig afwachten. Het gaat niet snel met onze voorgangers. Met een grote gieter wordt de watertank gevuld. Wat is er mis met een slang, hoor je mij denken. De klok tikt door en als we op het punt staan het op te geven, stapt de man van de gieter toch nog achter het stuur. We kunnen de plaat op. Als ook de laatste druppel is gevallen, rijden we de camper naar het parkeerterrein van de Lidl. Deze ligt vlakbij het wasbedrijf en we zijn ook boodschappen nodig. Maar eerst moet de was van wasmachine naar de droger. 

 

Opgewekt stappen we de wasruimte binnen. Goed getimed, nog twee minuten te gaan. Geduldig nemen we plaats op de stoelen die speciaal voor wachtenden zijn neergezet. Nog 1 minuut en er komt een mevrouw binnen met een tas. Ze loopt naar onze droger en activeert de machine met haar natte boeltje erin voor zeker twintig minuten. Ping, zegt ons wasapparaat blijmoedig en stopt met draaien.

 

Daar ga ik niet op zitten wachten. Ik overleg met Hanna en we besluiten dat ik naar de Lidl loop en begin met de boodschappen. Hanna doet eerst de natte was in een teil en zal zich dan bij mij voegen. Lidl heeft alles in de schappen liggen wat wij als noodzakelijke aanvulling zien en al snel staan we bij de kassa. Ik ga de boodschappen opruimen en Hanna gaat de droger veroveren. Net als ik het laatste pakje zijn nieuwe tijdelijke verblijfplaats heb gewezen, is zij weer terug. Gelukt, de droger draait. We besluiten de twintig minuten droogtijd te besteden aan de lunch. Dat is net even tekort voor Hanna, die tussendoor de droge was wil halen. Even later kan ze verder met het broodje, ze heeft de droger twintig minuten verlenging gegeven. 

Samen halen we de nu wel droge spullen op. Mijn taak is weer het sjouwen. Voor definitief vertrek gooi ik voor €1,28 per liter de dieseltank weer vol. Na niet zo’n lange rit draai ik de uitgekozen camperplaats op. Maar daar is geen plekje meer vrij. Niet verrassend achteraf, als je weet dat daar gratis stroom is. We rijden naar Sils, een dorp verder.


Donderdag 27 maart

Afgelopen nacht hebben we heerlijk liggen slapen en geen enkele trein gehoord. Sommige mensen kunnen echt van een mug een olifant maken. Het parkeerterrein loopt al weer snel helemaal vol met voornamelijk treinreizigers. Na de koffie houden we het voor gezien en draaien we de snelweg weer op.

Op de horizon zien we de reuzen van de Pyreneeën liggen, de hoogste compleet met witte hoed. Deze keer gaan we het gebergte helemaal uiterst rechts passeren. In Figueres tanken we nog een klein beetje diesel om de tank weer vol te krijgen. De €1,28 die we ook hier moeten betalen, zullen we nog met heimwee gedenken op de tankstations die we op de reis naar huis nog gaan bezoeken. 

 

We verlaten de snelweg en gaan naar het meest noordoostelijk puntje van Spanje. Daar parkeren we aan de zee. We hebben uitzicht over een baai die overgaat in de Middellandse zee.  We staan vrij in het buitengebied, maar de plek valt onder Colera. Aanvankelijk hebben we het weer mee. Al de hele ochtend schijnt de zon en bij aankomst gaan de stoelen dan ook naar buiten. Maar helaas blijven de omstandigheden niet zo. De wind trekt steeds verder aan, op het laatst staat de camper er zelfs van te schudden. Een grote partij aaneengesloten wolken slaagt erin om voor de zon te schuiven. Hierdoor wordt het buiten onaangenaam en verhuizen we weer naar binnen.

Veel meer ondernemen we niet vandaag. Het is voorlopig onze laatste volle dag in Spanje. Via een flinke slingerweg gaan we morgen richting Frankrijk, wat vanaf hier slechts enkele kilometers verderop ligt.


Vrijdag 28 maart

De onaangename harde wind schommelt ons wakker. Het is de reden waarom we opstaan. Het blijkt vroeger dan gedacht. Vandaag wordt de rijtijd een stuk langer dan we gewend zijn. Daarom is een vroeg vertrek uit onze winderige baai zo gek nog niet. De eerste 15 kilometer rijden we door de Pyreneeën, tenminste wat daarvan over is. De weg zit vol met bochten en slingert zich bijna onnavolgbaar om alle  bergjes heen.

Het is wel het mooiste deel van de rit. We krijgen nog prachtige vergezichten over de heuvels en de Middellandse zee. Soms rijden we op zeeniveau langs de haven van een stadje, om even later weer op een paar honderd meter  hoogte uit te komen. Ergens op een bergpas rijden we Frankrijk binnen. Na bijna twee maanden Spaanse winterzon spreken ze nu Frans om ons heen.

 

De slingers in de weg verdwijnen, het landschap wordt vlakker. Links en rechts verschijnen grote binnenmeren. Ook dit is niet vervelend toeren. Na een tijd stoppen we voor een pauze. De koffiepot komt tevoorschijn en de laatste Spaanse muffin wordt verorberd.

 

Het is op de Franse wegen drukker dan op die van hun zuiderburen. Voor rotondes ontstaan zo nu en dan mini-files. Net na twaalven arriveren we in Montblanc, een dorp ten westen van Béziers. De laatste meters gaan over een zeer smal paadje, maar we vinden een prachtige stopplaats. Gelegen tussen een parkje en een groot veld met druivenstruiken, lekker uit de wind en in de zon. Lekker half liggend in de stoelen laten we de warmte over ons heen komen.

 

We willen weten in wat voor buurt we zijn gestrand. Dus trekken we eropuit. Montblanc is een heerlijk authentiek Frans dorp. Weinig nieuwbouw om de sfeer te verpesten. Smalle straten, trapopgangen naar hoger gelegen delen en een robuuste kerk, helemaal op de top van de heuvel gebouwd. De meeste winkels zijn gesloten en er is niet veel volk op de been. Maar de mooie blauwe kleuren doen het goed in het straatbeeld.

 

We lopen buiten het dorp naar een groot pand wat er uit ziet als een oud adellijk pand. Het houdt het midden tussen een kasteel en een groot landhuis. Het lukt ons niet een goed beeld te krijgen van wat voor gebouw het is, doordat het behoorlijk verstopt is tussen hoog riet en verwilderde bomen.


Zaterdag 29 maart

We zitten naar de kaart van weerradar te staren. Grote paarse vlekken bewegen zich langzaam over ons reisgebied. Pas in de middag zijn ze definitief verdreven door blauwe equivalenten. Vertaalt naar toeren met een camper betekent dit dat er eerst sneeuwval is, dat overgaat in regen.  We verlaten ons vertrek want regen is aantrekkelijker dan sneeuw. Om 11 uur pak ik de actuele weerbeelden van buien-alarm er eens bij en zie tot mijn verbazing dat er amper neerslag is in Frankrijk en al helemaal niet in het Centraal Massief, waar onze reis vandaag naar toe is gepland.

 

Even later rijden we de snelweg A75 op. Maar daar krijgen we te maken met een ander minder leuk weer fenomeen: storm. In het hele zuidelijke gebied staat een storm met uitschieters naar kracht negen. Het wordt een bizarre rit. De storm buldert vanuit het noorden, dat is voor ons pal tegen. De sterke windvlagen trekken en schudden aan de camper waardoor ik het stuur extra omklem. De langs razende wind zorgt in de camper voor veel herrie.

 

We gaan door centraal Frankrijk, wat betekent dat we vandaag 8oo meter moeten klimmen. En dat met zware storm op de neus. Ik zie de wijzer die de inhoud van de dieseltank aangeeft, voor mijn ogen dalen. Zelfs afdalen gaat moeizaam en kost de motor extra energie. Voor de lunch zoeken we een ‘aire’ op wat even rust brengt.

 

We passeren de hoge dalbrug bij Millau. Hier reken ik helemaal op een gevecht met de storm. Maar het valt mee, het is niet erger dan de bergpassen hiervoor. Met kramp in de armspieren bereiken we het dorp Saint-Chely-d'Apcher. Op een parkeerplaats daar mogen campers staan en is er bovendien een verzorgingszuil.

De lente is hier echter ver te zoeken. De temperatuur is zeer laag, nog geen vijf graden en dat gecombineerd met de harde wind maakt het buiten zeer onaangenaam.


Zondag 30 maart

Saint-Chély-d'Apcher ligt op 1000 meter hoogte. Dat betekent koude nachten. De thermometer wijst dan ook -1 graden aan bij het opstaan. We rijden al snel en eerst moet de tank weer aangevuld na die slurppartij van gisteren. In het dorp kunnen we voor €1,59 terecht. Maar liefst 31 cent duurder dan onze laatste tankbeurten in Spanje. Maar voor Franse begrippen is dit juist voordelig. 

We rijden de A75 weer op. Niet heel veel verder parkeren we op een speciale ‘aire’. Vanaf deze plek hebben we namelijk een prachtig uitzicht op het Eiffel viaduct. Deze spoorbrug is door Eiffel ontworpen, dezelfde als die van de toren in Parijs. We combineren dit culturele panorama met Nederlandse koffie en zo is het een prettige onderbreking van de reis.

 

De Niesmann gaat vol gas richting Clermont-Ferrand. De Lidl is daar tot 12.15 uur open en dat kunnen we ruim halen, maar dan moet het niet tegenzitten. Maar op deze zondagmorgen is het heel rustig op de snelweg, dus komen we ruim op tijd aan. Na de boodschappen vinden we een leuk plekje om wat te eten. Vanaf nu geen snelweg meer want wat nu volgt is allemaal tolweg. Door deze te mijden verdien ik een tank diesel. Alleen doen we iets langer over een traject.

 

In Moulins is een gelegenheid voor campers gecreëerd. Een servicezuil en een aantal plekken staan tot onze beschikking. Maar net als in Chely is de waterkraan hier (nog) afgesloten. En de watertank begint nu toch gevaarlijk leeg te raken. Ik kijk in de planning en zie dat we morgen kunnen stoppen op een plek waar vanaf 15 maart weer water uit de kraan te halen is. Deze voorzichtigheid komt doordat het in deze regio flink kan vriezen.

 

De plek ligt ver buiten het centrum. Het enige vermaak is een bijzondere kerk. Deze staat hoog op een heuvel met een hele lange toegangstrap. Meerdere beelden rondom zeggen mij dat er een verhaal aanhangt. Het blijkt dat de bisschop van Moulins dit heiligdom heeft gebouwd als belofte aan de Pruisen, zodat zij de plaats met rust zouden laten.


Maandag 31 maart

We worden wakker onder een strakblauwe hemel en dat zou de hele dag zo blijven. Van deze dagen hebben we er maar bar weinig gehad. Als ik goed tel is dit volgens mij de eerste dag van de reis die wolkenloos voorbij gaat. We vertrekken uit Moulins en kunnen gelijk de N7 op.

Deze autoweg gaat niet veel later over in een snelweg, zodat de eerste kilometers weer vlot gereden zijn. Als we uiteindelijk, om voor de thuisreis op koers te blijven, toch afslaan en meer provinciale wegen voor de neus krijgen, wordt de rit veel leuker. Het landschap is typisch Frans. Mooi glooiende heuvels, vooral bekleed met landbouwproducten. Het koolzaad probeert voorzichtig al een beetje geel te worden.

 

We stoppen twee keer om wat te eten en de benen te strekken. Ons reisdoel is Sens, maar dit blijkt op het eind het dorpje Gron te zijn wat tegen deze Franse plaats aan ligt. Het eerste wat we doen is de watertank vullen. Deze is op een paar liter na helemaal leeg. Maar eerdere pogingen om te vullen strandden omdat de kranen afgesloten waren in verband met mogelijk winterweer.

 

We slenteren in de middag door de omgeving. De vrije camperplaats ligt in een klein parkje. Hierin zijn diverse sporttoestellen gezet, om de bevolking wat aan het bewegen te krijgen, denken wij. Prachtig bloeiende bomen, zoals de forsythia, kleuren het terrein vrolijk op. Hier en daar staan picknickbanken. Ook in deze streek is het heel gewoon om ‘s avonds of in het weekend met de hele familie het park in te trekken en daar een hele tijd zich te vermaken met het eten van allerlei lekkere dingen.

 

Het dorp is niet iets bijzonders. Zoals gebruikelijk staat de kerk centraal op de heuvel. De middenstand is bij elkaar geplaatst in vrij moderne, lage gebouwen. Hier en daar staat een mooie doorleefde woning met historie. We komen langs een huis dat de oprit en de tuin vol heeft staan met afval. Zoveel spaart een mens in z’n leven nog niet bij elkaar. Terug bij onze reiswagen zetelen we heerlijk in de volop schijnende zon. Dit soort dagen verveelt nooit.


Dinsdag 1 april

We verlaten Gron alweer na 1 nacht. Vandaag rijden we via een mooie route door een prachtig heuvellandschap naar Reims. Het is altijd heerlijk rustig op de Franse provinciale wegen. Ook de dorpen die we passeren blinken uit in stilheid. Als we door Reims rijden wil ik de dieseltank weer vullen, want na 600 kilometer is de bodem alweer in zicht. Na een station te hebben uitgekozen in een speciale app, rijden we vol vertrouwen de route die deze applicatie voorstelt. Het wordt een beetje vreemd als we een woonwijk in worden gestuurd. Op de plaats van het kruisje staat een fraaie bungalow, maar de nietsvermoedende bewoners hebben geen brandstofslang uit het raam hangen. Ook de andere app geeft hetzelfde adres. 

 

Een ander tankstation wordt door mij aangevinkt. We rijden de woonwijk weer uit en daar staat de vestiging van Leclerc waar we hadden willen tanken. Maar net op het moment dat we denken dat het is opgelost, gooit een hoogtebalk van 2.30 meter weer roet in het eten. Nu kunnen we definitief naar het volgende station. Deze ligt gewoon op de plaats waar hij volgens de navigatie hoort te liggen.

 

Naar onze eindbestemming is het dan nog maar een klein stukje. In het dorpje Caurel gaan we op het parkeerterrein van het dorpshuis staan. Daar is geen enkele activiteit want we staan er moederziel alleen. Nieuwsgierig als we zijn wandelen we even over de hoofdstraat. Ieder Frans gehucht heeft een ‘Marie’ en het exemplaar van Caurel mag er zijn. Hoewel nog niet zo lang geleden gebouwd, heeft het een nostalgische uitstraling. Het grenst direct aan een bijzonder gebouwd kerkje, dat er duidelijk al veel langer staat. In de tuin staan twee stokoude brandweer hulpstukken. Een handpomp om water te kunnen spuiten en een slangenwagen die gewoon door een persoon moest worden getrokken.


Woensdag 2 april

Voordat we Frankrijk uitrijden, bezoeken we de aire ‘Woinic’. Hier staat een reusachtig wild zwijn op een voetstuk. Het is vanaf de snelweg een zeer opvallende blikvanger. Het moet de kracht en vastberadenheid van de inwoners van de Ardennen uitdrukken. Het beeld is in 2008 geplaatst.

 

Als we België binnenrijden is het eigenlijk meer binnendenderen. Ze maken hun uitstekende reputatie als meest vervelende snelweg van Europa opnieuw met naam en faam waar. Na Charleroi is het gelukkig een stuk beter. Vandaag hebben we Waterloo uitgekozen als plek die ons mag ontvangen. Hier staat een enorm monument ter ere van de geallieerden die in een zeer bloedige strijd definitief hebben afgerekend met Napoleon. Het is nog wel even zoeken naar een recht stukje terrein, maar helemaal achterin bij het bussenvak vinden we wat we nodig hebben.

 

Als de camper goed staat, trekken we de schoenen aan en gaan het monument nogmaals bekijken. Jaren terug hebben we deze plek ook al eens bezocht en de prachtige 4-D film over de slag gezien. Ook hebben we toen het hoge monument beklommen en bij de leeuw gekeken, die daar dreigend bovenop staat. De kop naar het zuiden gericht, met de boodschap ‘Ik lust je rauw’.

Maar je kunt ook het slagveld bezoeken en dat hebben we de vorige keer overgeslagen. Manmoedig stappen we richting Hougoumont. Dit is een boerderij, bijna een half kasteel, waar destijds het zwaarst om is gevochten. Langs het pad staan informatieborden met de militaire bijzonderheden die op die plek hebben plaatsgevonden. Trouwens, de geallieerden waren de Engelsen, de Pruisen en de Nederlanders.

We lezen van de opstellingen van de troepen van Wellington, de bevelhebber van de alliantie en die van Napoleon, namens de Fransen. De boerderij is gesloten, zelfs voor mensen met een kaartje. We lopen om de stoere burcht heen en herinneren ons de beelden uit de 4-D film. Het is prachtig zonnig en droog weer, met een aangename temperatuur. Maar op 18 juni 1815 was het slecht weer en hevige regenval maakte van de vallei een moeras.

 

Als het avond is, komt een hondenschool vlak voor de camper zijn lessen afdraaien. Het is leuk om te zien wat een hond allemaal kan leren. Pijnlijk duidelijk wordt het verschil tussen de beginners en de gevorderden. Maar goed, met geduld en oefenen komt het uiteindelijk wel goed.


Hieronder brengen we onze actuele route in kaart:

Bekijk onze vlog en beleef de reis mee: