door Kroatië

(en Montenegro)


Na een lange en zonnige vakantie in Griekenland willen we de kortste route naar huis nemen. Dat betekent dat we van zuid naar noord dwars door Kroatië komen.


Zaterdag 24 augustus

Handelt een mens respectvol naar z’n medemens. Om deze vraag te beantwoorden rijden we naar de grens van Albanië met Montenegro. We zitten daar vanuit onze onopvallende camper de medemens te bestuderen. Een lange file voor de douanepassage. Zo’n rij stilstaande auto’s wordt onderworpen aan de eerste test. Een invalide man, aan een rolstoel gekluisterd, probeert z’n karige uitkering, wat net te weinig is om van te leven, wat aan te vullen met giften van de medemens. Hij zet z’n trots opzij en rolt moeizaam langs de auto’s om een kleine bijdrage te vragen voor zijn erbarmelijke leven. Pijnlijk is om te zien hoe automobilisten hem negeren door de andere kant op te kijken.

Gelukkig ontmoet hij ook medelijden. Een raampje gaat open en hem wordt een biljet in de handen gedrukt. Om meer op te vallen schuift hij z’n rolstoel voor een auto en met gebaren legt hij zijn ongelofelijk lijden uit. Met resultaat, meerdere munten worden hem geschonken. Na een tijd is hij te moe om door te gaan en met z’n laatste krachten bereikt hij het pand langs de weg waar hij verblijft. De rij auto’s kruipt verder en wij rijden voorbij de plek waar hij naartoe is gegaan. We zien hem uit de rolstoel stappen, het geld tellen en wegstoppen en vervolgens weglopen.

Onze tweede observatie vindt op dezelfde locatie plaats. De rij is lang, heel lang. Wij staan anderhalf uur stil om ons paspoort te mogen tonen. Die Engelse hebben groot gelijk met hun uitstap; lekker lang bij de grens staan wachten voor Piet Snot dat is veel leuker. De bussen hebben bij de grenspost een aparte controle. En die duurt lang en is heel omslachtig. De chauffeurs passeren daarom de file tegen het tegemoetkomende verkeer in zodat.de procedure maar kan starten. Nu vermoeden wij dat door deze drieste acties enkele automobilisten uit een land bij onze oostgrens wat begint met een ‘D’ op het idee komen om hetzelfde maar te doen. De bus is nog niet gepasseerd of hun Mercedessen gaat er in volle vaart achteraan. Toch maar mooi anderhalf uur tijd gewonnen.

Verbazing over Albanië. `Het zuiden is ruim en georganiseerd, het midden is veel drukker en daardoor chaotischer maar overal is veel bedrijvigheid. Mooie nieuwe panden verrijzen en op de weg veel dure auto’s. De meeste huizen staan er knap bij en zijn ruim van opzet. Gedurfde kleuren worden toegepast, van paars tot helblauw en van rood tot rose maar het misstaat niet. De gemeenten hebben geen planoloog in dienst wat rondom de steden wordt er kriskras gebouwd. Er ligt weinig rommel langs de weg, zeker in vergelijking met Griekenland. Aan niets doet het ons denken aan een armlastig land.

Zondag 25 augustus

Drie grenzen op het programma en met de ervaring van gisteren rekenen we op een lange dag. We vertrekken van onze hoge plek aan de kust. Door de verkeersdrukte waren we vroeg uit de veren en om acht uur (!) rijden we al. Montenegro is langs de kust van grens tot grens feitelijke een lange stad met steeds een andere naam. Ook de daarbijhorende drukte ontbreekt niet. Grens Montenegro-Kroatië gaat vlot.

Wat een mooie sprookjesstad is Dubrovnic eigenlijk. Witte huizen, oranje daken en liggend in het blauwe water. De oude vestingmuren liggen stevig in het water en torsen de stad. Maar ook veel toerisme, bussen op de weg en cruiseschepen op het water. We laten het bij een bezichtiging vanachter het camperraam. 

De grenswachters bij de twee grenzen tussen Kroatië en Bosnië zijn in twee jaar tijd heel wat soepeler geworden. Hadden we toen nog lange wachttijden en scherpe blikken nu wuiven ze ons gewoon door. Geen paspoort bekeken, geen blik in de camper geworpen, gewoon doorrijden. Worden de onderlinge verhoudingen hier op de Balkan soepeler?

Vanaf dit punt pakken we stevig door. Het wordt de tolweg. Een rechte streep door het bergland in plaats van duizenden bochten langs het water. We willen parkeren bij een prachtplek aan de rivier de Cerine. Bij aankomst staat deze mudvol en bovendien voorzien van het ‘gehate’ bord “No Camping”, compleet met een getekend campertje. We vinden een alternatief met meer ruimte aan dezelfde rivier vier kilometer terug.

Het is echt het strand van de lokalen. Gezinnen huizen op de oever en de jeugd vermaakt zich in het water. Wat behoorlijk fris is overigens. Een bar verderop trekt veel klanten zodat auto;s af en aan rijden. We krijgen een zeer luidruchtige familieclan naast ons. Volwassen kerels rennen en schreeuwen zich een uur door het koude water maar vertrekken daarna weer (gelukkig).

Maandag 26 augustus

We nemen afscheid van onze Duitse buurvrouw. Gisteravond hebben we gezamelijk een biertje gedronken en verhalen uitgewisseld. Het is een avontuurlijk ingestelde vrouw die in haar eentje met een camperbusje rondtoert. Maar ze staat niet graag alleen en nadat ze gisteren arriveerde, kwam ze ons vragen of we de nacht ook bleven staan.

Opnieuw gebruiken we de tolweg.on snel door Kroatië te reizen. Als we afslag ‘Senj’ nemen moeten we dertig euro betalen. Gisteren een tientje, zodat je voor veertig euro dit land in volle lengte kan doorkruisen. We willen in Drivenik kijken. Daar moet een stoer kasteel staan en je kunt op de parkeerplaats overnachten. Dat parkeren stelt niet veel voor maar goed, we hebben plaats. Er is een kraan waarmee ik de tank weer bijvul.

Dan loop ik naar het kasteel. Bovenop een rotspunt staat inderdaad een oerdegelijke burcht uit de middeleeuwen. In het vierkant gebouwd met op iedere hoek een ronde toren. Ooit was dit een zeer belangrijke plaats om te bezitten. Vanuit deze plek controleerde je de handelsroute naar het zuiden. De koning van Hongarije-Kroatië zelf heeft hier gewoond. Maar nadat de Habsburgers in de 16e eeuw de macht overnamen, is de Drivenik burcht in verval geraakt. Nu is het een onbetekenend plaatsje in Noord-Kroatië.