Bivakkeren aan het Zwet

Binnenkort vallen we de herfst binnen. De natuur is alweer zo ver. Eikels en kastanjes liggen verspreid onder hun moederboom en hopen ieder voor zich om straks te kunnen groeien tot een respectabele boom. De tragiek van het leven is dat de meesten zullen eindigen in de maag van een hongerig dier en slechts kort een rol hebben gespeeld in de kringloop van het leven.

We gaan naar het Zwet. Een romantisch watertje ten noorden van Wormer. Het is voor een paar dagen onze thuisbasis om het waterrijke gebied rondom goed te verkennen. Wij willen hier op zoek gaan naar de magische intrede van het najaar.

 

Donderdag 17 september

Met een onachtzaam oor vang ik nog net de filemelding bij Marum. De route wordt verlegd naar een mooie landelijke weg. Het komt de vakantiestemming alleen maar ten goede.

Het is niet druk. Met een ruime 100 cruisen we over de snelweg. De Rutte-schapen worden weer wat moediger. Was het bij onze Limburgreis nog zo, dat we menig autootje konden inhalen, nu zijn de rollen omgekeerd. Alleen verstokte stikstofgelovigen of top braverikken laten zich nog door de Hymer inhalen, maar de rest rijdt alweer best kloek door. Mijn complimenten, het verstand komt weer terug.

Bij de dijkwerker houden we een korte theepauze met ingenieur Lely op de achtergrond. De zee is rustig en dat word ik van de aanblik. In de verte vaart een zeilscheepje.

We parkeren bij camping ‘De Akker’. Een aardige mevrouw commandeert eerst haar twee luid blaffende honden naar binnen, hoewel de beesten net met haar naar buiten komen. Daarna worden we welkom geheten en krijgen we een definitieve plek op het terrein.

Strak tegen een loods aan geparkeerd, hebben we een klein grasveldje voor de deur. Het weekend is mooi weer voorspeld zodat we daar een aardige buitenzitplaats kunnen creëren.

Ik loop even naar het haventje aan het Zwet, terwijl Hanna het hete water in het koffiefilter giet. Het ziet er hier rustig en heel knus uit. De hectiek van de nabije Randstad gaat hier helemaal verloren.

Onze dochter Helen komt even buurten. Voor 4 dagen zijn we buren. Plannen voor een regelmatig ontmoeten worden op detailniveau besproken. De wandelschoenen gaan morgen hun nut bewijzen.


Vrijdag 18 september

Een klaphekje scheidt ons van het natuurgebied Wormer- en Jisperveld. De doodlopende weg stopt abrupt. Achter ons liggen een rij bovenmodale woningen. Fraai vormgegeven, waarschijnlijk met behulp van een architect. De achtertuinen grenzen aan het Zwet. Hanna duwt het poortje open.

We lopen door het polderland. Het water van de sloten staat tot aan de rand. Het land erachter ligt lager. Kleine windmolentjes draaien fanatiek rond op de matige wind. Alle zeilen moeten worden bijgezet om het weiland droog te houden. Op een hoger stuk grond liggen enkele koeien te genieten in de aangename najaarszon. Diverse watervogels houden zich bezig met de dagelijkse beslommeringen. Het draait vooral om het vinden van iets eetbaars.

Het landschap ziet er verrassend mooi uit. Vlakbij de Randstad zou je verwachten dat de stikstofcrisis keihard is toegeslagen. Zeker als je de bezorgde gezichten van onze leiders in herinnering haalt. Wij zijn opgelucht. Geen dode prairie maar gezonde weide waar het leven in al haar schoonheid vrolijk doordraait zoals het dat al eeuwen doet. 

We komen uit bij Oostknollendam. Een piepklein kerkhofje trekt onze aandacht. Hier moet het gezond leven zijn, veronderstellen wij. Op de Zaan varen plezierbootjes met een flinke snor voor de boeg. Het gegak van de grauwe ganzen overstemt het motorgeluid.

In de middag brengen we een bezoek aan de Poelboerderij. Een waterloop op schaal geeft uitleg over hoe je een polder bemaalt. Vijzels, pompen en sluizen tonen op mini-niveau hun waarde voor deze streek. We genieten van een kopje koffie op het terras. De uitbater heeft het niet druk. Het einde van het seizoen nadert, zo laat hij me weten. De voorraden worden niet meer aangevuld. Een moeder wil haar kroost nog de lokale vissen die in de aquaria horen te zitten, laten zien. Maar ook deze attractie staat al in de winterrust.

Op de terugweg bewonderen we het sluisje dat de bootjes van het Zwet naar de Zaan moet tillen. In combinatie met een nostalgische ophaalbrug levert dit het beeld wat je hebt van het waterland. De rode Tesla die over het weggetje scheurt, verbreekt de romantiek van deze plek op brute wijze.


Zaterdag 19 september

Het leven biedt iedereen gelijke kansen. Als de mogelijkheden zich voordoen, moet je ze natuurlijk wel grijpen.

Hanna en ik naderen het pontje. Het is maar een kleine oversteek en de gemeente heeft een doe-het-zelf systeem geplaatst. Al draaiend aan een groot wiel, trek je de veerpont naar de overkant. Een hele lading fietsers wordt onze kant opgebracht. Geduldig laten wij ze door.

Als we het platte bootje op willen rijden, zien we een meiske van een jaar of 11 geld wegstoppen in haar beurs. Dan staat ze op en wentelt het grote wiel in de rondte. Langzaam schuifelt het schuitje weer naar de andere kant. “Vandaag ben jij de veervrouw?” Ze knikt en heeft een rode kleur van inspanning. We halen de overkant en geven de mini-schippersvrouw een munt van twee euro. Dankbaar neemt ze het aan en stopt het bij de opbrengst van vandaag. Die komt er wel!

Wat zijn de dorpen hier middenin het waterhart leuk. We fietsen door Westknollendam. Prachtige huizen, waarvan sommigen geheel in Zaanse stijl, staan parmantig opgesteld langs een rustig slingerend laantje. Een oud gedeelte van Uitgeest ligt op de route en is al zo pittoresk. Regelmatig staat er een klassieke molen verdekt opgesteld in het riet. Het is zaterdag, dus draaien de meeste hun rondjes.

Nabij Akersloot staat een rood bankje aan de oever van het Alkmaardermeer. Een ideaal rustpunt. Zittend turen we over het water. Er dobbert een visboot voorbij, voortgedreven door de wind. De twee mannen aan boord hebben alleen aandacht voor hun dobber. Zeilboten van verschillende typen snijden door het water. Een motorkruiser klieft het boegwater secuur doormidden.

Aan het eiland liggen enkele vaartuigen afgemeerd. Onder het rode dak zal zich waarschijnlijk een horecazaak bevinden. Een groot moederschip heeft het anker geworpen. Een flinke school zeilbootjes is aan haar vastgeklonken. Hier wordt ongetwijfeld de jeugd de kunst van iemand de loef afsteken geleerd.

Aan de noordzijde van het meer krijgen wij het zwaar. Een stevige Noordooster probeert ons terug te blazen maar in het kleine verzet, zijn wij sterker. Even later raken we verzeild in een familie-uitje, die dit jaar voor een solex-trip hebben gekozen. Al pruttelend halen de historische rijwondertjes ons een voor een in.

Om weer in Oostknollendam te komen, moet ik weer het wentelwiel van de doe-het-zelf veerpont bedienen. Geen ondernemende schooljeugd te bekennen.

 

‘s Avonds gaan we in het restaurant ‘De hofjes’ uit eten met Helen en Ruud. Een paar dagen wonen we vlakbij onze middelste dochter. Het hoort bij de voordelen van het camperbezit.


Zondag 20 september

Vandaag is de grote tocht. Met een zorgelijke blik kijk ik naar de bomen. Ze verraden een stevige bries uit het noordoosten. Hanna doet binnen enkele rek- en strekoefeningen. De fietsen zijn minutieus nagekeken. De bandenspanning is op orde, de ketting gesmeerd. Om elf uur is het vertrek. Door de spanning staan we te vroeg bij de start. Helen en Ruud zijn verwoede wielrenners en wij zijn uitgedaagd om hun tegenpartij te bieden. En dat met een gewone toerfiets.

Direct vanaf het begin is het vol gas. Opnieuw gaan we door Oostknollendam, al zien we tijdens deze doortocht bitter weinig. Dan komt het open veld, richting Spijkerboor. We rijden langs een breed vaarwater. Jachten varen met ons op, sloepjes pruttelen dapper mee. Het fraaie najaarsweer lokt nog veel meer mensen naar buiten. Een hele stoet Goldwings passeert ons statig. Wielrenners, strak in het pak, komen ons tegemoet en halen ons in. Ook een ouder echtpaar geeft een belsignaal om ons voorbij te kunnen komen. Ogenschijnlijk hebben ze geen enkele moeite met het tempo. Een zware accu onder hun zadel verklapt vals spel.

We stoppen bij de theetuin van Neck. Een tafeltje, heerlijk in zon, vangt ons op. Het is druk en de bediening loopt met thee, taart en broodjes van de ene naar de andere klant. Heerlijk relaxed babbelen we over de eerste etappe en het mooie Hollandse landschap. Een broodje met gerookte biefstuk, besprenkeld met oude kaas, eet ik al watertandend op. Ice Tea wordt in een oude jampot geserveerd. Van Helen hoor ik dat dit volledig verantwoord is; het is overgewaaid van Ibiza.

Na anderhalf uur gaat de koers weer verder. Neck krijgt van ons een sightseeing. De route loopt nu geheel zuidwest. Dat betekent wind in de rug. Het gemiddelde tempo schiet omhoog. In Jisp doen we een toeristische stop. Een oud maar klein raadhuis staat al sinds 1830 fier overeind. De klapbrug versterkt het nostalgische gevoel. Diverse oude pandjes zijn voorzien van klassieke gevels. Ruud vertelt dat de mannelijke inwoners vroeger op de walvisvaart zaten. Een brand in 1650 verwoeste bijna het hele dorp.

Bij Wormer maken we een extra omweg om ook de Zaanse schans te bedwingen. We sturen strak langs hele hordes toeristen. Uiteindelijk bereiken we de finish. Op het terras aan het water bij Helen en Ruud puffen we uit met een kop thee. Tevreden blikken we terug op de rit. Een schitterende route langs vele waterplassen en sloten. De natuur in dit deel van Nederland is prachtig.

 

Om acht uur ‘s avonds rijden we met de camper van de kampeerplaats weg. Vanavond is het nog lekker rustig op de weg zodat we ongestoord naar Groningen kunnen rijden.