toeren door Tsjechië

(en Slowakije)

Op weg naar huis reizen we door Tsjechië. We zijn voor het eerst met de camper in dit land. We willen het land verkennen daarom plannen we een paar overnachtingen.

Woensdag 23 augustus

Het water van de Donau zoekt gehaast z’n weg naar het oosten, richting Boedapest. Aan de overzijde liggen cruiseschepen zij aan zij afgemeerd. De opvarenden zwalken door het oude centrum van Bratislava, beperkt in de tijd tot de afvaart. De loopbrug brengt mensen van de nieuwe stad naar de oude. Wij zijn onder hen.

Langzaam ontvouwt het historische hart van Bratislava zich aan ons. Fraaie gebouwen, die al eeuwen hun positie hebben ingenomen, tonen hun pracht. We lopen langs de kerk waar in het verleden de Hongaarse koningen werden gekroond.

We steken een breed en langgerekt plein over wat helemaal onder het groen van de bomen ligt verscholen. We raken steeds meer onder de indruk van de hoofdstad van Slowakije, helemaal weggedrukt in het zuidwesten van het land. De oude binnenstad draagt de geschiedenis van deze streek uit. Bijna alles is nog intact en uitstekend onderhouden.

Overal zijn gezellige terrassen. De uitbaters doen goede zaken op de warme zomerdag. Onder een oude poort speelt een straatmuzikant behoedzaam maar heel gevoelig op zijn viool. Weer een straat verder zingen twee mannen terwijl ze zichzelf begeleiden op gitaar. Toeristen waarderen hun spel en de openstaande hoed ontvangt klinkende munt. Een dronkenlap ligt languit op straat en wordt door een agent vermaand om op te stappen.

Wij ploffen neer op een bankje. Zo kunnen we het gezellige plein rustig in ons opnemen. Terwijl we een meegebrachte appel langzaam naar binnen werken, bewonderen we de schoonheid van de panden die het plein omsluiten.

 

Als we aankomen in Bratislava gaan we op zoek naar een geschikte plek. We worden naar een parkeerterrein geloodst waar al veel auto’s staan geparkeerd waaronder enkele campers. We rijden het terrein over en komen op een onverhard stuk wat met grind stevig is gemaakt. Daar parkeren we pal langs de Donau. Het is een schitterende plek.

We staan tegenover de stad waar hoog gelegen het kasteel alle aandacht vraagt. Op de rivier varen grote vrachtschepen, al stampend met een duwbak op de neus, stroomopwaarts. Zo nu en dan glijdt er een cruiseschip voorbij met alle passagiers op het bovendek. We plaatsen onze stoelen in de zon en genieten volop van de levendigheid om ons heen.

 

Later op de dag parkeert een Nederlands stel hun camper achter ons. Het zijn hartelijke mensen met wie wij enkele reisverhalen uitwisselen. Ze hebben net een NKC-reis naar St Petersburg achter de rug.

Als de avond valt krijgen we een prachtig verlicht Bratislava aan de Donau als schouwspel cadeau. Het grote witte kasteel staat vol in de schijnwerpers. Het waakt al elf eeuwen over de stad en vannacht ook over ons.

 

Donderdag 24 augustus

Het verblijf in Slowakije is van korte duur. De route loopt via Oostenrijk naar Tsjechië. Het is schrikken als we goed en wel de grens over zijn. Wat eens een prachtig heuvellandschap was, ligt er nu bij als een verwoeste en onleefbare omgeving doordat er honderden draaimolens op de toppen zijn geplaatst.

Wat een intrieste aanblik.

De volgende generaties zullen diep in de buidel moeten tasten om deze rommel weer op te ruimen. De hoge investeringen zijn vandaag nutteloos; geen wind! Sinds we Slovenië enkele weken terug zijn binnengereden, hadden we deze akelige aanblik niet meer gezien.

Dan rijden we in Tsjechië. Een mooi landschap ontvouwt zich voor onze ogen. De wegen zijn overwegend goed. De natuur is prachtig groen. We passeren kronkelige beekjes waar het frisse water klaterend zijn bestemming zoekt. De dorpen zien er verzorgd uit.

De camper stallen we naast het kasteel van Krumlov. Daar willen we ook vannacht blijven staan. De burcht geldt als toeristische attractie maar wordt nauwelijks bezocht. Het geheel ziet er vervallen uit. Ooit is dit eens een prachtig gebouw geweest. Het is een groot paleisachtig slot met een in het oog springende toren.

Het bevat vele verdiepingen.

Achter het kasteel ligt een besloten achtertuin waar enkele eeuwenoude bomen staan. Voor ligt een groot park welke voor publiek toegankelijk is. Hier en daar is wat restauratiewerk verricht maar dit is slechts een druppel op de gloeiende plaat. We zien wel de geweldige potentie van dit historisch optrekje en we hopen dat de Tsjechen er ook zo tegenaan kijken en bereidt zijn ervoor te sparen. Dan kan het weer een pareltje worden die het bezoeken meer dan waard is.

Hanna en ik lopen het dorp in. Op een heuvel, hoog boven de plaats, staat een grote villa met een machtige uitstraling. Krumlov is heel zakelijk aangelegd. Vrij rechte wegen met niet echt bijzonder mooie huizen. Tuinaanleg is niet nodig daar alle huizen direct aan de straat staan. We komen voorbij een kerkje wat een charmante architectuur heeft. Het zit strak in de witte saus.

Al lopend komen we op een soort dorpsplein uit. Hier is de nodige levendigheid. Verspreid staan enkele winkels die hun waar niet al te opvallend aanprijzen. Er zijn een paar terrassen waar wat mensen rondhangen. In de ijssalon is het druk.

Ook ik besteed hier een handje vol kronen.

Verkoeling is welkom omdat de temperatuur tegen de dertig graden aantikt. ’s Avonds als de duisternis is gevallen, wordt het stil op straat. Hier komen we de nacht wel door.

Vrijdag 25 augustus

Een ongeluk komt nooit alleen. Vandaag is zo’n dag die je gauw moet vergeten. Het begin is prima. Heerlijk rustig geslapen naast de Zemak. Prachtig ochtendzonnetje, lekkere temperatuur. Kort na vertrek begint de pret. ‘Linksaf’, zegt Pio na een paar bochten.

‘Kan niet’, zegt Hanna die een extra geplaatst bord ziet welke voorspelt dat de weg 2,5 kilometer verderop gesperd is. We gaan rechtsaf met het plan om daarna een aantal afslagen linksaf te nemen. En we hebben de hulp van Pio en Mio. Maar deze twee blijven in koor roepen dat we moeten keren, wat we niet doen. Na veel kleine weggetjes komt het uiteindelijk goed maar we zijn in anderhalf uur maar dertig kilometer opgeschoten.

Een aardige parkeerplaats vinden om even te pauzeren gaat ook mis. Of we zien een mogelijkheid te laat of het is totaal ongeschikt om stil te staan. De rustplek wordt een parkeerplaats bij een pompstation. Het is zo rommelig en luidruchtig dat we binnen blijven voor ons kopje koffie en dat terwijl het best warm is.

We willen verder. Bij het omdraaien van de contactsleutel geeft de motor echter geen kik. Ook na dertig keer draaien en van sleutel wisselen hebben we nog geen geluid gehoord. Een vriendelijk garagehouder die een zaak tegenover het pompstation heeft, geeft de moed ook op. Niet in de laatste plaats omdat ik hem vertel dat ik een storing in het motormanagement vermoed.

Ten langen leste de ANWB gebeld.

Keurig geholpen!

Nieuw probleem: er is geen geschikte sleepwagen in de buurt. Diegene die beschikbaar is, krijgt ons niet voor sluitingstijd bij een garage wat een weekend op een industrieterrein betekend. Alternatief is een sleepwagen die ik zelf moet betalen. Keuze valt op het alternatief.

Na anderhalf uur verschijnt een service bus van de fiatgarage. Even rommelen met een startkabel en de motor loopt(?). Ik moet de bus volgen naar de garage welke twee kilometer verderop blijkt te staan(!). Uiteindelijk blijkt een kabel geen goed contact meer met de accu te maken.

De reis kan verder maar de dag is bijna om. We rijden op een prettige en prima weg. Dan zie ik een onopvallend bord wat aangeeft dat de weg over drie kilometer doodloopt. De boodschap is zo summier dat we overmoedig doorrijden. Drie kilometer verder is de weg opgebroken en rest geen andere keuze dan terug.

Zonder verdere brokken toeren we daarna over goede wegen naar Kutna Hora. Het landschap is sterk heuvelachtig. Akkerbouw en bos wisselen elkaar af en eenmaal zien we een kudde vee lopen. Dat is een zeldzaamheid sinds de Balkan. Met enige moeite vinden we de uitgezochte camping. Het is te laat om het knekelhuis en andere bijzondere gebouwen te bezoeken. Morgen is er weer een dag.