ardennen-rit 2016
In het Pinksterweekeinde van 2016 hebben we een korte trip door de Ardennen gemaakt.
Zondag 15 mei
De camper rijdt geruisloos Tongeren binnen. De oudste stad van België wordt beweerd. De Romeinen hadden destijds deze locatie al op de korrel. Een enorm museum is bereid je er alles over te vertellen. Wij komen tot aan de infobalie. De entree van €7,00 was voor de te ontdekken omvang niet onredelijk. Maar Hanna en Lena lopen niet echt warm voor de belevenissen van Asterix en Obelix en bovendien begint de trek op te spelen.
De onze lieve vrouwe basiliek domineert de horizon. Een majestueus middenschip torst een niet eens zo hele hoge toren. De buitenzijde verraadt al veel van de pracht binnen maar we respecteren de vrome Tongeraren die met een Eucharistieviering bezig zijn en middels een bord aangeven hierbij liever niet gestoord te worden.
Wat overblijft is de wekelijkse antiekmarkt op zondagmorgen.
Vandaag heeft het weer veel volk aangetrokken. Door diverse straten staat de handel op en uitgestald. Antiek blijkt een rekbaar begrip. Al slenterend langs het ouds zien we de inventaris van wel tien musea liggen maar of deze daar blij van zullen worden, is maar de vraag.
We trekken dieper de Ardennen in en komen bij de plaats Barvaux. We komen strak langs de Ourthe te staan waar veel kanovaarders hun dagtocht beëindigen. Veel keus hebben ze niet want een stuw buldert het water een aantal meters naar beneden. Lopend volgen we de rivier een eind. Hoewel het koud is, staat veel natuur in de bloei. Het levert een fraaie aanblik op van witte meidoornbloesem afgezet tegen gele weilanden waarachter de hoogtes van de Ardennen het geheel prachtig omlijsten.
Maandag 16 mei
We staan in twee parkeervakken in La Roche-en-Ardenne. Naast ons richt een Amerikaanse tank zijn loop op een fraaie villa.
We schatten in dat hij dat al ruim 70 jaar doet en tot nu toe lijkt de schade mee te vallen.
Het kasteel, of eigenlijk wat daar van over is, lonkt naar ons. We laten ons verleiden. De burcht blijkt geheel van leisteen in elkaar gezet. Hele gewelven van deze steensoort houden al eeuwen het plafond gesloten. De commercie is wel een beetje doorgeslagen. We treffen warempel een bar aan in een van de vertrekken.
In de hoofdstraat is het gezellig druk. De Ourthe heeft het stadje in tweeën gespleten. Op de andere oever wordt een marktje gehouden in lekkernijen. Watertandend houden we de waar voor gezien.
Na een mooie rit door het Ardennenlandschap stoppen we bij Coo, waar de bekende waterval te vinden is. De l’ Ambleve stort zijn forse hoeveelheid water hier enkele meters naar beneden wat een spectaculair gezicht is, vooral als je de trap afloopt die er tegenaan is gebouwd.
Lena en ik willen een stevige wandeltocht maken door het ruige boslandschap. We kiezen een aangeprezen route van 6 km. Hoewel de tekens op de bomen ons het juiste pad laten lopen, staan we na nog geen 3 km weer bij het beginpunt. België blijft verrassen.
Tegen de avond komen we aan in ’s Gravenvoeren. We laten ons in een bijzondere gelegenheid, eigenlijk een bar maar toch ook een restaurant, een heerlijk maal voorzetten. Twee oude mannetjes aan de bar doen volgens hen zelf aan gewichtheffen en heffen het glas. De jukebox speelt een nummer van the Cats en afrekenen moet contant want een pinautomaat is onbekend. Prachtig dat dit soort cafés nog bestaan.