Lente-trip naar België

Van 22 april tot 5 mei 2016 hebben we een camperreis naar België gemaakt. Hieronder is de reis beschreven. De eerste drie dagen hebben we in Zandvoort doorgebracht omdat we deelnamen aan de NKC-Camper-Experience.

Maandag 25 april 2016

We verlaten Zandvoort. We kunnen terugkijken op een paar gezellige dagen die bijzonder goed zijn georganiseerd door het NKC. Enige kanttekening is dat ze vergeten zijn Piet Paulusma te contracteren. Misschien een idee voor een volgende happening.

Nu zijn we klaar voor België.

De navigatie stuurt ons naar het zuiden. Bij het passeren van het Haringvliet zien we weer hoe prachtig ons land is vervlochten met het water. We houden een tussenstop in Oudenbosch. De reden is een positief verhaal over een bijzondere basiliek. Als we het gebouw aanschouwen, snappen we de ophef.

Wat een imposant, on-Nederlandse  architectuur doemt voor ons op. Ook de binnenzijde boezemt ontzag in voor de vroegere bouwmeesters. In diverse soorten marmer zijn de gewelven opgetrokken. In het midden staat een groot met prachtig houtsnijwerk versierde prieel. De eerste dienstdoende pastoor was al actief in 1270. We verwonderen ons erover dat deze basiliek al heel wat historische feiten heeft overleefd en nog steeds in optima forma staat te pronken.


In België komen we erachter dat de wegenbouwers daar een andere visie op kwaliteit hebben. We passen onze snelheid aan dit vakmanschap aan. Als we aankomen in Lier gaat het mis met het weer. Gelukkig is het een stuk zachter dan de Zandvoortse omstandigheden afgelopen dagen maar het begint te regenen en hoewel de intensiteit varieert stopt het niet meer. De stadswandeling wordt geschrapt van het programma.

Dinsdag 26 april 2016

De uitgestelde stadswandeling door Lier wordt opnieuw geannuleerd. De reden is de aanhoudende regen welke niet helemaal vrij is van hagel en natte sneeuw.

 

We zetten koers naar Brugge. Rondom het middaguur installeren we ons op de stevig geprijsde CP van de lakenstad van weleer.
Het weer gedraagt zich hier redelijk netjes.

Het is droog en de zon komt regelmatig even om het hoekje kijken. Al direct bij de start van onze stadswandeling struikelen we over de Japanners welke met bussenvol tegelijk worden aangevoerd. Ze zijn allen gewapend met een lange stok waarop het uiteinde de smartphone is bevestigd.

Het laat zich makkelijk raden van wie ze de meeste foto’s in het plakboek krijgen.

 

Nadat we een park zijn doorgelopen, begint het fraaie Brugge zich aan ons te tonen. Schitterende trapgevelhuisjes en kastelen aan een waterpartij bereiken ons netvlies. Grote groepen toeristen, al dan niet met een bord-hooghoudende gids, lopen ons tegemoet. Op de vele waterlopen varen afgeladen rondvaartboten.

Er dringt een vrijwel constante geur van chocola bij je neusgaten naar binnen. Degene die hier niet een chocolawinkel kan vinden, moet nooit meer om een boodschap worden gestuurd.

Tegelijk met ons bereikt ook een stevige winterse bui de grote markt. We zijn hem deels te slim af door te schuilen tegen een groot gebouw. Dan worden we door een sprekende pop uitgenodigd om het stadsmuseum te gaan bezichtigen.

We tuinen erin.

Het museum heeft een waar liefdesdrama in elkaar geknutseld om de bezoekers een dag uit 1435 mee te laten maken. Voorzien van een soort ipod met hoofdtelefoon worden we door 7 kamers geleid om te zien hoe Jacob zijn Anna krijgt. Het geheel is geïnspireerd op het leven van Jan van Eijk, een beroemde Vlaamse schilder. Geuren en geluiden ondersteunen filmbeelden waardoor het een totaal-beleving wordt in de goed ingerichte stijlkamers.

Al met al een leuke ervaring.

In het Duvelorium verwennen we onszelf met een kop koffie. Bij warmer weer was het zeker de volop aangeprezen Duvel geworden.


De zon is weer terug als we buiten komen en zien nu pas de prachtige entourage van de grote markt. Rijtuigen, door een paard voortgetrokken, dienen als alternatieve city-tour. Mooie historische panden waaronder het belfort, ons museum wat voorheen diende als waterhal en voorname woonhuizen omkleden de grote markt waardoor deze een zeer fraaie aanblik geeft.

Woensdag 27 april 2016

In Torhout staat een leuk kasteel. Helaas is deze niet op een woensdagmorgen te bezoeken.

Als we later door Kortrijk rijden, komen we in een straat terecht waar auto’s fietsers niet mogen inhalen. Gelukkig is deze bijzondere verkeersoplossing niet al te lang.

De CP ligt in het centrum, vlakbij de beide broeltorens.

Deze waken over de doortocht van de Leije. Nu slechts een historisch feit maar ooit moet het een kwelling geweest zijn voor een reiziger per boot. Hanna en ik gaan het centrum ontdekken. We lopen tegen een enorme kerk aan.

Zoals gebruikelijk staat de deur open.

Wat zijn het toch een bouwsels. Een enorm hoog middenschip met beschilderde plafonds. Je probeert je een voorstelling te maken hoe dat in 1350 ongeveer moet zijn gerealiseerd. Veel beeldhouwwerken en schilderijen onderstrepen de katholieke sfeer.

Als we de kerk nauwelijks achter ons hebben gelaten, doemt er al een volgend exemplaar op. Had iedere stadswijk zijn eigen godshuis?

Het waren toch allemaal katholieken, waarom dan zo dicht op elkaar twee van deze gebouwen. Of waren er destijds in de RK-wereld al varianten in het geloof.

De tweede kerk geeft niet het antwoord.

Wat wel opvalt dat deze een stuk soberder is. Wel de beelden en schilderijen maar er is destijds zuinig aan gedaan met marmer wat niet van de eerste kerk kan worden gezegd.


We zien dat in het autovrije winkelgebied veel bekende ketens een pand hebben betrokken. Het is best druk. Hanna bekijkt in de MediaMarkt met veel interesse de Iphone6. Waarschijnlijk zal het spoedig tot een samengaan komen.
Het is niet warm maar grotendeels droog met vrij veel zon. Voor ons nog geen reden de benen te ontbloten maar enkele Kortrijksters zijn dapperder.

Donderdag 28 april 2016

Pairi Daiza. Voor ons nu een belangrijk begrip.

Het is de naam van een prachtig ingerichte en ruime dierentuin maar daarover straks meer. Er zijn data en locaties die in een mensenleven een onuitwisbare indruk achterlaten. Voor ons is daar Pairi Daiza bijgekomen. De Franstalige lokettiste mompelt iets over ‘soixante’.

Mijn blik vol vraagtekens doet haar besluiten een tweetalige Belg in te schakelen. Deze mijdt een directe confrontatie niet en vraagt:

“Bent u boven de 60 jaar?”

Na mijn voorzichtige bevestiging laat hij de kassa zijn werk doen. We betalen niet de volle prijs maar hebben ‘ouderenkorting’ gekregen. De kanteling in ons leven. Tot nu toe zijn we altijd ‘volwassenen’ geweest. Nu zijn we voor het eerst benoemd in de groep die daarna komt. Bam!


De dierentuin probeert het leed te verzachten door een fantastische ambiance te bieden. Vroeger stond hier een klooster met tal van bijgebouwen en hiervan is nu een dierenpark gemaakt. Verschillende werelddelen zijn herkenbaar door typische gebouwen. We komen Afrikaanse hutten tegen, een Japans paleis, Indische rijstvelden en iets wat het meest lijkt op een Inca-tempel.

Hierin, op en achter verblijven de dieren, ieder in zijn eigen habitat.

Alle roofdieren zijn vertegenwoordigd. Ook lopen we langs de savanne-beesten en komen roofvogels uit alle hoeken van de wereld tegen. Als we het oude klooster binnenlopen, bevinden we ons plotseling in het ruim van de Nautilus. Vanuit de binnenzijde van deze ruime onderzeeër wordt ons het leven van de diepzee getoond. Heel knap gemaakt.


’s Avonds gaan we op de CP bij Thieu staan, vlakbij een historische scheepslift welke is geplaatst op de erfgoedlijst van Unesco. Een prachtige plek aan het water waar als bonus ook de zon heerlijk staat te schijnen aan een vrijwel wolkeloze hemel.

Vrijdag 29 april 2016

We rijden langzaam het ogenschijnlijk verlaten industriegebied van La Louviere op. Een oud gebouw waar bijna geen hele dakplaat meer op zit, straalt vergane glorie uit. Mio weet het zeker; aan het einde van deze weg ligt een stuk belangrijk Belgisch industriële historie.

Geen warm welkom-bord, geen kiosken en frituurtenten om de naïeve toerist met veel meer dan met beelden van cultureel erfgoed naar huis te laten gaan.

We parkeren langs de weg.

Als Hanna en ik lopend richting Belgisch trots lopen, slaan twee honden aan. Met ons zijn ze de enige levende wezens in de verre omtrek. Het is niet ver. Even later staan we oog in oog met de scheepslift van La Louviere. Het is een brok techniek van begin twintigste eeuw. Een ongelofelijke hoeveelheid staal staat zijn status op de werelderfgoedlijst te bewijzen.

Nadat natuurkundigen hadden vastgesteld dat een drijvend voorwerp in water net zoveel water verplaatst dan het aan eigen gewicht heeft, zijn technici op het idee van de scheepslift gekomen. Twee met water gevulde bakken gaan tegengesteld op en neer, al dan niet een schip meetorsend. Voor het gewicht maakt het niet uit; de bakken blijven even zwaar. De laatste klus ligt alweer jaren terug. De schepen zijn te groot geworden voor dit wonder.


We zijn gaan staan aan de oever van Lac l’eau d’Heure. Het is droog maar de wolken aan de horizon vertellen in duidelijke taal dat er veranderingen op komst zijn. Aan de oever ligt een natuurpark met uitdagingen voor stoere mannen en vrouwen. We lopen door het park om het beter te bekijken. Als je een hekel aan kinderen hebt, moet je ze dit bos insturen. Er zijn plateaus in bomen geplaatst waartussen loopbruggen, vissersnetten, kabels op verschillende hoogtes en nog meer van dit soort klauterpraktijken zijn bevestigd. Dit alles op respectabele hoogte. Degene die zijn botten hieraan gaat wagen, moet behoorlijk zeker van z’n kunnen zijn.


Vanuit de warme camper genieten we ’s avonds met een kop koffie van een mooi uitzicht over het meer.

Zaterdag 30 april

Wij zijn het klooster ingegaan. Een zeer aardige, wijze en belezen man gaat ons voor als rondleider. Zijn kennis gaat veel verder dan de rondleiding vraagt. Met veel overtuiging vertelt hij zijn gehoor dat de Westerse wereld is gebaseerd op drie pijlers; de oude Grieks-Romeinse cultuur, de kerk in het algemeen en de abdijen in het bijzonder.

Niet geheel zonder toeval waren wij in de abdij Maredsous beland. Het is een groot gebouw met twee torens, opgetrokken uit vrij donkergrijze steen. De abdijen zijn door de middeleeuwen heen de drager en ontwikkelaar van kennis geweest. Boekdrukkunst, medische en economische kennis, het bewerken van ijzer, het creëren van kunst, het produceren van voedsel en zeker niet in de laatste plaats het brouwen van bier.

Dit alles is tot stand gekomen dankzij de abdijen waarbij onze rondleider zo trots kijkt alsof we hem daarvoor persoonlijk moeten bedanken. Ook de democratie is in de koude catacomben van zo’n monnikenbolwerk ontstaan in de 6e eeuw, volgens de gids.

Een stem in het kapittel hebben, is daarvan de spreekwoordelijke getuige.

 

In de imponerende maar verder sobere kerkzaal bekruipt je een mysterieus gevoel. Zou het iets voor ons zijn? “Armoede, gehoorzaamheid en kuisheid”, legt de aardige man uit, “zijn de drie geloften waar je aan gehouden wordt”. Op twee punten gaan we zeker nat en over gehoorzaamheid worden we het niet eens of Hanna dat aan mij is verschuldigd of andersom.

Overigens heeft de geestelijkheid van Maredsous zijn eigen eer al te grabbel gegooid door het bier voortaan door Duvel te laten brouwen.

Heus, ik verzin het niet.

We volgen onze voorganger naar de bonus. Als eerste bezoekers krijgen wij het kaasmuseum te zien. In een vrij kleine ruimte hangen een aantal infoborden waarop wordt uitgelegd hoe kaas wordt gemaakt. Een film legt het nogmaals uit. Als krent in de pap, schuift de trotse reisleider het projectiebord weg waardoor we zicht krijgen op de stellingen met kaas.


De CP in Dinant blijkt niet te bestaan zodat we tegen de avond in Rochefort belanden.

Zondag 1 mei 2016

Om sanitaire redenen verlaten we Rochefort eerder dan de bedoeling is. Het bezoek aan een archeologische vindplaats komt daardoor te vervallen. Ik heb het gevoel dat Hanna niet erg lijdt door deze boodschap.

Vlaanderen heeft ontegenzeggelijk de grootste bevolkingsgroep, ze verdienen het meeste geld en bezitten alle stranden maar de Walen hebben het mooiste grondgebied.

We rijden over prachtige wegen door de Ardennen met veel schitterende uitzichten.

Na twee trieste dagen breekt vandaag de zon door. We zetten koers naar Durbuy wat naar eigen zeggen en volgens de folder de kleinste stad van de wereld is. Probeer daar maar eens een voorstelling van te maken. We hebben ervaring met Madurodam. Omdat we twintig jaar in Friesland hebben gewoond, kennen we de reputatie van Sloten. Al die tijd zijn we verkeerd voorgelicht.

Ik rij niet te snel.

Om geen risico te lopen om Durbuy in het geheel niet op te merken. Het komt goed. Een plaatsnaambord kondigt het binnentreden aan. Het blijkt een succesformule te zijn. Meerder parkeerterreinen met een niet kinderachtig tarief beginnen alweer aardig vol te lopen.

Al redelijk snel zijn we door het plaatsje heen wat duidt op correctheid van de folder. De camper krijgt een mooi plekje en daarmee zijn weer twee plaatsen bezet. Hanna en ik beginnen aan de city-tour wat gelukkig door de omvang van de stad beperkt kan blijven tot de benenwagen. Ieder pand in het ‘centre vieux’ heeft de bestemming horeca of winkel.

Reizigers van diverse komaf bevolken de nauwe straatjes. Het is erg gezellig. Alle zaken zijn ‘ouvert’. Koopimpulsen worden maximaal gestimuleerd en ook wij halen niet ongeschonden de overkant. Wij zullen Durbuy’s credo niet ter discussie stellen.


Het reisdoel is voor een keer een camping. De Nederlandse eigenaar vertelt trots dat hij zijn vaderlandse principes in België doorvoert hoewel uit zijn verhaal blijkt dat de bewoners van Wallonië er niet gevoelig voor zijn en een eigen moraal hebben. Maar hij redt het.

Maandag 2 mei 2016

We staan aan de l’Ambleve. Een ruisende zijrivier van de Maas. Vandaag wordt er geen meter gereden. Hanna en ik peddelen op de fiets naar Remouchamps.

De weg is niet vlak maar we rijden beide met 21 versnellingen tot onze beschikking. In het dorp is de toegang tot de grotten gevestigd. We mogen weer voor seniorentarief naar binnen, vreemd hoe snel zoiets gewoon wordt.

Onze groep is divers: een grote club middelbare jeugd, enkele gezinnen en een aantal senioren. Samen gaan we het smalle, enigszins verlichte pad op, geleidt door een Franstalige Belg die voor zijn vak Nederlands heeft moeten leren. Waarschijnlijk gaat de cursus nog wel even duren.

Routinematig vertelt de gids op vaste plekken zijn verhaal. De grotten zijn ruim een miljoen jaar geleden ontstaan. Ze zijn gevormd in een kalkzandsteen gebied. Dit is terug te zien aan de kleuren van de ingewanden. Deze is geel-bruin met zo nu en dan afwisseling met bruin-geel.

Het toeristenbureau heeft de saaiheid hiervan onderkend want op de speciale plekken wordt met lampen een kleine lichtshow opgevoerd waardoor de stalactieten dan weer rood zijn en even later toch blauw. Voordat de stalactiet al druppend contact heeft gemaakt met de stalagmiet zijn we een kleine 200.000 jaar verder.

De groep besluit door te lopen.

Nadat iedereen naar adem hapt omdat er 82 treden van een steile wenteltrap zijn beklommen, staan we in de kathedraal. Aan de bovenzijde rest slechts 5 meter met de buitenwereld. Indrukwekkend hoe de aarde in elkaar zit.

Daarna worden we ingescheept. Dit is de hoofd-act van de attractie. Opeen gepropt zitten we in een soort sloep. Deze vaart door nauwe donkere doorgangen met zo nu en dan een uitgelicht natuurwondertje. De vaartocht is 700 meter lang (de langste van Europa) en best een leuke beleving zo op een ondergrondse rivier.


Al schakelend trappen we weer naar de camping. Het is warm en zonnig en dan wil je niet te veel doen.

Dinsdag 3 mei 2016

Nadeel van een camping is een te zachte grasmat.  Voordeel is dan weer de 85 pk zware tractor van de campingbaas.

We rijden dus weer. We komen op de afgesproken plaats met onze navisys. Echter de kasteelruïnes van Franchimont zijn in geen velden of wegen te bekennen. Ontmoedigd toeren we verder hoewel ik mij besef dat het ingevoerde adres licht afweek van het origineel.

We parkeren bij Lac de la Gileppe.

Het meer ligt te schitteren tussen de bomen. Een restaurant bovenop een reuzenpaal trekt onze aandacht. Met een glazen lift aan de buitenkant schieten we omhoog. Boven loop je volledig rond langs een glazen wand en je hebt een schitterend uitzicht.

 

Terug op moeder aarde ontdekken we dat er vele mogelijkheden voor de bezoeker zijn. Een groot bord maakt melding van een wandelroute rond het meer van 16 km.

Hanna maakt met succes bezwaar.

Bovendien staat bij het begin van het pad een bord 'verboden voor wandelaars'. Dat kan alleen in België.

Nadat we de barrage zijn overgestoken, meldt zich een aantrekkelijker alternatief. Slechts 2,2 km en prachtig slingerend door het bos. Dit is onze vriend. Daarnaast gaan we nog wat leren ook want de route is gedoopt als 'leerpad'. Als twee leergierige studenten verdwijnen we in het bos. Onderweg staat op informatieborden allerlei wetenswaardigheden over de natuur. De doelgroep is 10-jarigen maar voor ons ook nog best interessant.

Op een gegeven ogenblik denken we een heus hert tussen het groen te ontwaren. Het beest staat echter onbeweeglijk wat na een tijd toch vraagtekens oproept. Als we kort daarop ook nog een roerloos everzwijn spotten, hebben we ietwat laat de truc door.

Voor de liefhebbers van wandelen liggen er vele routes maar ook de fietsfanaten hebben niet te klagen. Wie echt van spanning houdt, betreedt het klauter/klimpark voor evenwichtskunstenaars.

 

De CP komt tegen de avond zelfs helemaal vol te staan.