Verkenning van Polen
(en Slowakije)
Onze vakantie van 2019 brengen we door in Griekenland. Op de heenweg rijden we door Polen om met dit land kennis te maken.
Dinsdag 9 juli
Polen komt eerder dan verwacht. We rijden door Gorlitz en slaan rechtsaf. Ineens is alles Pools. De stad blijkt een Siamese tweeling te zijn met een Duits en een Pools deel.
Bossen en graanvelden glijden aan weerszijden van de A4 voorbij. Verder een grote lege ruimte met heel sporadisch een dorpje in de verte. Het landschap is glooiend. Dan weer tegen het vlakke aan om later toch weer behoorlijk te heuvelen. Op de weg veel vrachtauto’s, zowel naar als uit Polen. We stoppen op een krappe parkeerplaats om koffie te drinken. Een automobilist die een caravan meesleept, krijgt daar net de wind van voren van de Transport-Inspectie. Deze als politie-agenten verklede ambtenaren met grote pet staan te wijzen en te gebaren wat er al mis is. Ook komt het boete-boek te voorschijn.
Vanaf Wroclaw rijden we provinciaal. Een redelijke weg kronkelt door dorpen en veld. We zien landbouwers op zware moderne tractoren op de akkers bezig. Als het de landbouw goed gaat, dan gaat het land goed.
We rijden naar naar Lewin Brzeski.
Daar ligt een groot recreatiemeer waar het in de zomer erg druk kan zijn. Maar zomer is het niet. Vrijwel geheel bewolkt met een frisse wind en de temperatuur heeft moeite om de twintig graden aan te tikken. Dus blijft de Pool thuis en staan wij als enigen aan de fraaie plas. Het terrein is voorzien van vele gemakken. Er is strand, een skateboardbak, een volleybalveld en meerdere fitnesstoestellen. Maar vandaag geen gasten.
In de avond komen meerdere Polen (in hun auto) toch even de fitnesstoestellen testen.
Vreemde nacht
Als de duisternis net is ingetreden, wordt er op de deur geklopt. Hanna schrikt, maar doet toch open. Het is een jongeman. Hij begint een heel referaat in het Pools. Op zijn arm zit een jong katje. We begrijpen niets van zijn verhaal. Heeft hij het beestje gevonden en zoekt hij de eigenaar? Wil hij het verkopen? Of komt hij gewoon ons trots zijn kat laten zien? We zullen het nooit weten. Zowel Hanna als ik schudden ons hoofd en maken afwerende gebaren. De Pool begrijpt de internationale gebarentaal en druipt af.
Loeiende sirenes om drie uur ‘s nachts. We ontwaken erdoor uit onze diepe slaap. Bij mij wil de ernst niet binnenkomen maar Hanna opent de deur en kijkt naar buiten. Ze ziet een hoog oplaaiend vuur een paar honderd meter van de camper. De wind staat in onze richting en de rook is goed te ruiken. Door het zijraam ziet ze een ander vuur. Ik ga poolshoogte nemen en schiet in mijn schoenen en loop de vlakbij gelegen dijk op. Razendsnel verplaatst het vuur zich door een verderop gelegen berm. Achter ons brandt het ook behoorlijk maar ik kan niet constateren of het dichterbij komt. In de verte klinken de sirenes van een brandweerauto. Binnen overleggen we wat verstandig is te doen. Er klinkt een luide claxon en door het raam zien we dat er een personenauto naast de camper is gestopt. Beiden lopen we er naar toe. Het is een brandweerman met een jonge vrouw naast hem. Ze vertellen dat er vuur is, maar dat hadden we ook zelf al geconstateerd. We moeten naar de ‘city’ maar hoe wordt ons duidelijk als hij gebruikt maakt van Google translate. We rijden achter hem aan en komen vlak langs het vuur. We worden op het dorpsplein gebracht waar we kunnen gaan staan. Hanna bedankt de hulpvaardige Polen hartelijk, waarna ze wegrijden. We kruipen weer onder de wol en gaan verder met onze nachtrust.
Woensdag 10 juli
We rijden langs Auschwitz II - Birkenau. Lange barakken vullen een immens terrein. Lange palen dragen prikkeldraad welke vlak boven elkaar zijn gespannen. Een spoorlijn leidt door een nauwe poort. Veel mensen zijn op de been en de parkeerplaatsen lijken overvol.
We gaan nog twee kilometer verder, daar ligt Auschwitz I. We parkeren duur maar mogen wel 24 uur blijven staan. Met de camera gewapend, lopen we om 13.30 uur naar de ingang. Een lange rij wachten vult twee zijden van het plein. Wij sluiten achteraan. Een paar loketten moet deze massa bedienen en dat gaat niet snel. Zo nu en dan mogen we een stukje naar voren schuifelen. Er staat een koude wind en zo nu en dan valt er een drup regen. Na een uur voetje voor voetje komen we bij het loket aan., Een medewerkster hangt een papier op de ruit dat de begeleide tour voor vandaag is uitverkocht. Even staan we elkaar sprakeloos aan te kijken. Dan staat een dame voor onze neus met kaartjes die geldig zijn na 17.20 uur en recht geven op volledige bezichtiging maar zonder gids. We nemen ze dankbaar aan.
Opnieuw raken we verpletterd door de waanzin. We krijgen een enorme hoop borstels te zien die gevangenen bij zich hadden. We zien hoe mensen zaten opgesloten. De eerste weken in een ruimte met slechts stro op de vloer. Gevangenen moesten met z’n tweeën in een nauw bed slapen. Overdag werden ze 11 uur aan het werk gezet, terwijl ze nauwelijks te eten kregen.
Het schrikbewind was onvoorstelbaar wreed. Naast blok 11 zien we de executieplaats waar duizenden door een geweersalvo zijn gestorven. Even verderop staan drie palen met daaroverheen een balk. Dit was de openbare executieplaats. Hier werden gevangen, soms met twaalven tegelijk, opgehangen terwijl de overigen moesten toekijken.
Schokkend is de gaskamer te zien. Vooral de logistiek doet je huiveren. Een deur verder staan de ovens waarin de lijken werden verbrand.
Bijzonder voor ons is de expositie die speciaal over Nederland gaat. Ook andere landen hebben een eigen afdeling. We lopen stil en ontdaan terug naar de camper.
Wanneer socialisten een heilstaat wensen in te richten waar de overheid bepalend is, wees dan op je hoede en blijf dan scherp op het onderscheid tussen nieuws en propaganda letten.
Donderdag 11 juli
Het gaat te goed in Polen. Welvaart brengt mobiliteit met zich mee. Veel Polen willen zich verplaatsen en daar is het huidige wegennet nog niet helemaal klaar voor. Onze reis vandaag begint op drukke wegen. Voor rotondes ontstaan lange wachtrijen, om over de files bij een simpel verkeerslicht maar te zwijgen.
De overheid beseft wel dat er asfalt bij moet. Op veel plekken wordt aan de infrastructuur gewerkt. Heel nuttig, maar voor de huidige doorstroom bijna fataal. Maar met rijden en stilstaan en veel geduld bereiken we de Slowaakse grens. Het laatste stuk gaat zelfs vlot omdat het een onbelangrijke weg is.
Wat niet optimaal voor de stemming is dat het de hele ochtend regent en de temperatuur de dertien graden aantikt.
Maar Slowakije betekent de ommekeer.
Hoewel de wegenkwaliteit soms beroerd is, kunnen we goed doorrijden. Het weer klaart op en de zon komt nu en dan door de wolken schijnen. Het landschap is prachtig. De rit gaat door het Tatra-gebergte en dat geeft mooie vergezichten.
Zonder noemenswaardig oponthoud bereiken we in de namiddag Kosice. Deze stad ligt al dicht bij de Hongaarse grens. Voor deze nacht hebben we de auto-camping aan de zuidkant uitgekozen.
Voor het eerst deze reis gaan de stoelen naar buiten en zitten we nog heerlijk anderhalf uur in de zon. Het vakantiegevoel komt weer helemaal terug. Een sportvliegtuigje haalt in de lucht allerlei capriolen uit. We bekijken het met enig respect. De zon zakt langzaam weg onder de horizon. Morgen staat Hongarije op de agenda.