Het Sauerland mysterie
Het reisdoel voor onze herfstreis was om het mysterie van het Sauerland te ontdekken. Vanaf 15 oktober zijn we ruim twee weken door dit prachtige bergachtige gebied getrokken.
Het reisplan voor de oktober-trip:
Vrijdag 14 oktober
Na een drukke morgen waar nog veel zaken zijn geregeld en het huis een schoonmaakbeurt heeft ondergaan, vertrekken we rond 11.30 uur voor onze Sauerlandmissie.
Het eerste reisdoel is onze plaatselijke supermarkt. Voor een fiks bedrag slaan we in zodat we de eerste week zonder honger door moeten kunnen komen. Terwijl wij de overladen winkelkar staan over te hevelen in ons rijdend huis komt een vriendelijke meneer onze kant uit en spreekt zijn verbazing uit over het volume van de pas aangeschafte voorraad. We raken aan de praat en al gauw blijkt dat ik een rasechte camperaar heb ontmoet die nieuwsgierig is naar reisdoel en andere ervaringen. Ze hebben zelf net een prima reis achter de rug naar de Alpen waar ondanks het gevorderde tijdstip het nog heerlijk warm was voor de tijd van het jaar.
De reis is nu echt begonnen en afgeladen rijden we richting Veendam. Onze jongste dochter is jarig en als opa en oma hebben we een klus op te knappen voor een van de kleinkinderen. Nadat we de eerste camperlunch hebben genoten op het parkeerterrein, stappen we taakbewust de kantine van het zwembad binnen. Onze kleinzoon ligt tot aan z’n oren in het water en doet vreselijk zijn best om de rugcrawl perfect onder de knie te krijgen. Even later rijden we met de droog gewreven nazaat naar z’n huis.
Wij passen als grootouders vandaag perfect in het schema van het gezin van onze jongste telg. Alles valt nu op z’n plaats en de een na de ander rolt de verbouwde boerderij binnen. Het resulteert in een vol huis waar met gebak en drankje het verjaren luister wordt bijgezet. Op het ruime erf hebben wij een standplaats gekozen wat ook voor de nacht een prima plek is. Wij staan niet alleen want ook Jan en Rita zijn genodigde feestgangers en zij staan achter ons geparkeerd.
Zaterdag 15 oktober
Daar sta je dan. Vlakbij een druk kruispunt in het Duitse Munster. Verkeerslichten tonen in een voorspelbaar ritme het rood, oranje en groen. Bestuurders die wel weten waar ze naar toe moeten stemmen hun rijgedrag af op de kleur van de lichten. Wij kijken elkaar vertwijfeld aan.
We waren Munster alvast aan het verkennen. Eerder vanmiddag zijn we enthousiast op de fiets gestapt om het centrum van deze stad nader te onderzoeken. Deze plaats heeft een rol in onze vaderlandse geschiedenis gespeeld en ooit is hier de vrede getekend. We hebben al voor het gesloten ‘Rathaus’ gestaan en gezien dat we morgen hier welkom zijn. Diverse kerken, met onophoudelijk gebeier, hebben hun contouren al aan ons doorgegeven. Ook deze zullen we in onze plannen voor de volgende dag opnemen.
Het is gezellig druk in de stad op deze zaterdagmiddag. Volle winkelstraten, drukke pleinen, stadgidsen met toeristisch gevolg en een rijtuig met paard hadden we al gespot. Bij een kerk staat een pas getrouwd stel de felicitaties van familie en vrienden in ontvangst te nemen en wij kijken van een afstand toe.
Dan merken we dat de dag teneinde loopt en we beginnen aan de terugtocht. Een Afrikaanse mevrouw met een manshoge hoed met vlaggen, maakt met haar enkels vol bellen veel herrie. Dat willen we van dichtbij bekijken en zien dat dit haar verdienmodel is. Op de foto met deze schone kan maar dan moet er wel wat geld in het om de schouders hangende bakje geofferd worden. We zien hier vanaf maar het heeft al met al wel gezorgd dat we van de route af zijn geraakt. Onze intuïtie stuurt ons een zijstraat in en we trappen vol vertrouwen een heel eind door de stad.
Na enige tijd vragen we ons af of we wel de juiste koers hebben en mijn motorola biedt uitkomst. Maar het blijkt lastig de gekregen informatie om te zetten in de juiste richting. Terwijl ik nog aan het heen en weer fietsen ben om mijn positie op de digitale kaart te snappen, spreekt Hanna een autochtoon aan. Deze is heel gastvrij en aangezien ze zich ook per fiets verplaatst, gaat ze als een volleerde stadsgids ons voor. Door haar komen we weer op het juiste pad.
Het parkeerterrein bij het Ostbad waar we de campers hebben achtergelaten, wordt zo weer gevonden. Het is een officiële CP waar we ook gaan overnachten zodat we morgen alle tijd hebben om de culturele hoogtepunten van Munster te gaan beleven.
Zondag 16 oktober
Geen moment van twijfel. Met de aangeboden pen plaats ik zonder blikken of blozen mijn handtekening. Daarmee treed ik in de voetsporen van heraldische voorouders.
We staan in de Friedensaal van het Rathaus in Munster. Deze originele zaal uit het jaar 1648 ademt nog de sfeer van toen. Prachtig houtsnijwerk versiert de houten wanden waarin ook vele kasten en andere opbergruimten zijn verwerkt.
Geheel in de levensovertuiging van die tijd staan heilige figuren afgebeeld op de houten prenten. Op een verhoogd katheder ligt een groot boek met al duizenden handtekeningen. Het is een van de actieve handelingen die je in deze kamer mag doen. Op 15 mei 1648 hebben de bestuurders van de republiek der zeven Nederlanden in deze zaal de vredesovereenkomst met de Spanjaarden ondertekend waarmee er een einde kwam aan de 80 jarige oorlog. Deze handeling staat ook bekend als ‘de vrede van Munster’.
We zwerven door de straten van deze Duitse stad. Als we de Sint Lambertuskerk willen betreden, is er een heilige mis gaande. Bij de tweede poging zien we een sobere kerk van binnen wat afsteekt bij de uitbundige laat-gothische bouw van het exterieur. Opvallend is het hangende orgel. Dit enorm zwaar ogende muziekinstrument hangt aan slechts twee balken.
Aan een groot plein staat de Dom van Munster of ook wel de Sint Pauluskerk genoemd. Jan en ik zijn op zoek naar de astronomische klok welke een thuisbasis heeft in dit gebouw. Ook hier zorgt een mis voor vertraging van onze plannen maar uiteindelijk staan we oog in oog met het bijzonder knappe instrument uit de late middeleeuwen. Zon, maan, planeten en de dierenriem bewegen op het aansturen van het houten mechanisme en toont de kijker de exacte tijd en de positie van de genoemde hemellichamen. Een bijzonder knap stukje werk in een tijd dat weinigen op de hoogte waren van de geheimen van ons uitspansel.
Het is vandaag een prachtige herfstdag, de zon schijnt de hele dag volop en zorgt voor een aangename temperatuur. Vanaf onze camperplaats is het een prettige fietstocht naar het volledige herbouwde centrum van Munster. In de nadagen van 2e wereldoorlog was deze namelijk nagenoeg met de grond gelijk gemaakt.
Maandag 17 oktober
Voor de toegang van Sauerland ligt Soest.
Ook Duitsland heeft een plaats deze naam gegeven. Met de Nederlandse variant is voor genoegdoening een stedenband aangegaan. Voor een verblijf op de CP van Soest betaal je € 8,00. Daarvoor krijg je alle noodzakelijke service en daar bovenop een prima WIFI contact.
Voordat we ons doelgebied inrijden, zullen we eerst deze stad moeten verkennen. De plaats heeft, zeker in vroeger tijd, geen gebrek aan gelovigen gehad. Ook hier staan in het stadshart weer meerdere kerken waaronder een Dom met twee grote torens in het front.
Onder een dreigende lucht lopen we naar het centrum. De straten zijn typisch Duits met witgekalkte vakwerkhuizen. De opzet van het stratenplan is heel bijzonder. Er zijn meerdere pleinen waar rondom belangrijke en minder belangrijke gebouwen staan. Zo staat er een mooi (?) roze Rathaus tegenover een rood geschilderde galerij met meerdere poorten. Een plein verder komen we twee er tegenaan gebouwde godshuizen tegen.
Het middelpunt is wel de Markt. Een aantal redelijk goed bezette terrassen dragen bij aan de sfeer. Dit plein is voorzien van bankjes en ook aan de allerkleinsten is gedacht met een mini-variant. Vanuit de centrale ruimte loopt het door in een winkelstraat met een breed aanbod van winkelbedrijven. Bij een boekhandel ontdekken we een wegenatlas van Duitsland en in de overtuiging dat deze een gunstiger schaal heeft dan het boek wat we nu gebruiken, schaffen we er een aan. Bij terugkomst in de camper zouden we ontdekken dat de schaal gelijk is en dus ons het geld hadden kunnen besparen.
Wat ons opvalt in Duitse steden is het aantal bedelaars. Zelfs in het niet al te grote Soest zitten meerdere personen met de hand omhoog.
Nadat we op een terras hebben ontdekt dat de prijzen voor koffie en gebak heel billijk zijn, gaan we terug naar de CP. De lucht is blijven dreigen maar gelukkig is het daar bij gebleven.
Dinsdag 18 oktober
Nadat we de eerste heuvels hebben beklommen, ligt daar plotseling de Mohnesee voor ons. Onze verkenning van Sauerland kan beginnen.
Dit meer is helemaal omzoomd met heuvels, witte dorpen en veel campings. De zon heeft er ook zin in en beschijnt de al behoorlijk in herfstkleuren veranderende bomentooi op de oevers.
Zodra de campers een plek hebben ingenomen, gaan de stoelen naar buiten. Deze aangename herfstdag willen we ten volle genieten. De najaarszon is nog lekker warm zodat de jassen even niet nodig zijn.
Rondom het meer is een fietspad aangelegd en wij maken daar dankbaar gebruik van. Het pad is prachtig mooi kronkelend door de bossen getrokken, zonder het meer uit het oog te verliezen. Hanna is op zoek naar natuurproducten voor haar interieur creaties. Zo staan we af en toe stil om de geweldige uitzichten in ons op te nemen.
De reis gaat verder naar Arnsberg. Via een bosweg rijden we de plaats binnen. De CP biedt plaats aan vier campers. Het is een zeer eenvoudige parkeerplaats, zonder voorzieningen. Het ligt pal achter een Lidl wat erg handig is voor de vergeten boodschappen. Om ons heen is alleen maar groen, van een veldje tot een cordon van bomen en heesters.
Ook hier krijgen we te maken met de sociale problemen in Duitsland. Een regelmatig tegen een muur urinerende man blijkt, zo zien we bij ons winkelbezoek, een stevige bierdrinker te zijn. Dit doet hij voor de ingang van de kruidenier, samen met zijn vrienden. Onze plasman loopt regelmatig langs de camper met een doelgerichte pas. Om even later weer terug te keren zonder iets wezenlijks te hebben uitgevoerd. Ook de twee vrienden lopen even doelloos rond. Uiteindelijk groeperen ze weer samen om te genieten van het bier en om een stevig gesprek te voeren. Als de duisternis komt, vergezeld van lichte regen, houden de maten het voor gezien en verdwijnen ze uit ons beeld.
De dag is aan de overgang naar de nacht begonnen en wij trekken ons terug in de verlichte reiswagen.
Rij mee van Soest naar Arnsberg:
Woensdag 19 oktober
Het ritmisch getik op het camperdak vertelt ons al vroeg in de ochtend dat de voorspelde regen niet op zich heeft laten wachten. Het blijkt een doorzetter. Als we onderweg zijn naar Altena hebben de ruitenwissers het druk. De gratis CP daar heeft alle voorzieningen in een automaat zodat je niets tekort hoeft te komen.
Dan gaan we op weg naar de burcht. Dicht tegen elkaar met een paraplu in de afweerstand. Altena is een volgebouwde vallei. De rivier de Iser laat zijn stroming dezelfde bocht volgen. In de hoofdstraat sta je plotseling voor de ingang van het kasteel hoewel deze 50 meter boven je ligt. Het is meteen menens. Graaf Dietrich verwelkomt je nog eerder dan de kassajuffrouw. Gewapend met een toegangsbewijs lopen we de catacomben in. Oortelefoons aan de wand vertellen je het ene afschuwelijke verhaal na het andere. Een schattig hertje wordt door een jager neergeknald. Je steekt een beek over met je voeten in het water wat de vissen doet wegschieten. De lift brengt je naar de burcht.
Op het binnenplein kijken we uit op twee stoere torens en enkele op woonhuizen lijkende gebouwen. Duidelijk van vroeger tijd maar het mist de uitstraling van een onoverwinbaar slot. In alle dertig ruimten is een tentoonstelling ingericht. Heel bijzonder is de oude jeugdherberg die hier begin vorige eeuw, als eerste in zijn soort, is ondergebracht. Zonder dat er maar iets in is veranderd, kun je nu zien hoe de jongens van de meisjes werden gescheiden. In de oude kasteelkamers is een bonte verzameling van bezienswaardige stukken uitgestald. We zien complete harnassen met bijhorende wapens. In een zaal worden wel 40 oude voorwerpen getoond die we in ons dagelijkse taalgebruik nog steeds als gezegden hanteren. Zo zien we een heuse kerfstok liggen.
We lopen een kamer vol wapentuig uit de laatste drie eeuwen door en zien een geweer gelijk aan een kanon. In de zolderkamer staat een brandweerwagen uit 1800. We lopen tegen een multibeeld van de industrialisering aan met aandacht voor lokale producten. De rondleiding eindigt zoals gebruikelijk in een museumwinkel maar de verkoper stuurt ons gelijk door naar buiten want het is sluitingstijd. Het kasteel is prachtig hoog gelegen boven de stad en de tentoongestelde waar is het waard om bekeken te worden.
Donderdag 20 oktober
De weg na Altena wordt al snel smaller. Uiteindelijk slechts een ruime camper breed. Echte haarspeldbochten en steil omhoog. Maar wel prachtig door de herfstbossen aangelegd met mooie vergezichten als bonus. Voor tegenliggers is er feitelijk geen plaats en als deze zich dan toch vertoont, rest hem niets anders dan achterwaarts rijden totdat er zich een natuurlijke verbreding aandient.
We brengen een bezoek aan Sondern gelegen aan de Biggesee. Om hier te gaan fietsen is niet verstandig. Heuvels en dalen domineren het parcours. Daarom gaan we al wandelend de plaats nader bekijken. Het water van het stuwmeer omzoomd het witte dorp. Kleine jachthavens aan drijvende steigers bieden een prettige onderbreking. In het dorp staan riante woningen. Samen met de geparkeerde auto’s overtuigen ze ons dat het leven hier goed is.
Dan bereiken we Attendorn. Hier zijn interessante grotten ontdekt welke veel publiek trekken. Deze surprise willen we bewaren voor morgen. De fiets brengt ons naar het hart van de plaats. Het is niet overladen met historische gebouwen. Slechts een pover kerkje doet een poging enige oudheid aan het dorp te geven. Verder kunnen we een goed gevulde winkelstraat ontdekken en is er aan diverse wegen groot onderhoud gaande.
’s Avonds keren we terug om er een restaurant te zoeken. Het Gasthaus lijkt ons een prima tent en eenmaal binnen zien we een indrukwekkend, goed onderhouden houten interieur. De bediening is vlot en het eten smaakt prima.
Rij mee van Altena naar Attendorn:
Vrijdag 21 oktober
Als Hanna haar medicijnen telt, komt ze er achter dat de voorraad niet voldoende is om er het einde van de vakantie mee te halen. De plaatselijke apotheker biedt uitkomst en het blijkt dat een medicijnenpaspoort, een persoonlijk paspoort en de pas van de ziektekosten-verzekeraar noodzakelijke documenten zijn om bij je te hebben. De vakantie is gered.
Door naar de Atta-Hohle. We staan met de camper voor de ingang van deze in 1907 ontdekte druipsteengrot. De stevige schoenen aan en dan gaan we met z’n vieren de spelonk tegemoet. De kassa-dame wil wel graag € 8,50 per persoon ontvangen maar daarna is er niets meer wat de speleoloog in ons nog tegenhoudt.
We dalen met een vrij grote groep af. De rondleider legt uit dat niets mag behalve doorlopen en kijken. We volgen hem. Al gauw staan we in de wonderlijke wereld van het onderaardse. Het is verbazend dat de aarde van binnen zulke holten bevat die je dan bij toeval ontdekt. De druipsteengrot laat zich goed bekijken.
Het looppad voert vlak langs de stalactieten en stalagmieten. Je zou ze kunnen aanraken maar dat hoort bij de verboden. We zien een prachtig en creatief werk van de natuur. Het constante druppen van kalkwater veroorzaakt de mooiste vormen. We zien gordijnen, pilaren, paddestoelen, de paashaas en woody woodpecker als modern design aan ons tentoongesteld. De wandeling duurt niet lang. Na drie kwartier kijken we weer naar de zo nu en dan doorbrekende zon.
We pakken ons rijwiel en gaan richting Biggesee. De fiets krijgt het zwaar als het pad steil oploopt met echte haarspeldbochten. Maar de koers is juist zodat we daarna aan de oever van het stuwmeer staan. We volgen de schitterende fietsroute langs de oever. Iedere kromming in de waterlijn wordt blindelings gevolgd door het pad. Het bosgebied wat we doorkruisen heeft alle bomen al voorzien van een herfsttooi. Gele, rode, oranje en lichtbruine bladeren geven de omgeving een gepaste sfeer.
Op het water vaart een rondvaartboot. De aanblik wordt verstoord door een eiland wat zich er tussen mengt. Bij een kleine pauze kruist een eekhoorn voor onze voeten tweemaal de weg. De uitzichten over het water blijven steeds verwonderen. Met tegenzin laten we ons door de schemer weer naar de verwarmde camper drijven.
Zaterdag 22 oktober
Grundligkeit kan ook te ver gaan. Midden op de weg een rood stoplicht. Onze rijbaan is gestremd. Een rij tegemoet komende auto’s verraadt het groene licht aan de andere kant.
Dan mogen wij. Een volledig vrije weg met twee rijbanen hebben we tot onze beschikking. Tot we bij het andere verkeerslicht komen. Deze blokkeert de naastgelegen rijbaan. De werkmachine staat veilig in de wegberm geparkeerd en alle werklui zijn vrij deze zaterdag.
De gedachte om de lichten weg te zetten is kennelijk bij niemand opgekomen. Helemaal vermakelijk is dat het waarschuwingsbord voor wegwerkzaamheden pas 100 meter verderop staat.
We gaan de stedenbouwkundige stijl van het Pruisisch Classicisme bewonderen in Schmallenberg. Na een stadsbrand is de gehele binnenstad destijds vernieuwd naar dit model. Na aankomst zien we inderdaad twee parallelle hoofdstraten met meerdere verbindingswegen in de vorm van een ladder. De aangebouwde panden vertonen een zekere gelijkmatigheid in vorm en bouwmateriaal. Maar eerlijk gezegd was dit het omrijden niet waard. De straten onderscheiden zich niet echt in die mate dat er sprake is van een bijzonderheid.
Dan beklimmen we de Kahler Asten. Met de camper, wel te verstaan. Zonder een zweetdruppel te verspelen, komen we zo op de top van 850 meter te staan. Hoger kom je niet in Sauerland. Wel wordt van ons verwacht dat we zelf de 60 treden van de uitzichttoren nemen. Het is bewolkt en behoorlijk nevelig daardoor is het uitzicht niet optimaal. We kunnen 360 graden rondom kijken en zien overal de prachtige kleuren van het najaar over de beboste heuvels liggen. In de verte steken de witte dorpen scherp af tegen de groene dennenbossen.
In Bad Berleburg vinden we een stek voor de nacht. Officieel kunnen er drie campers parkeren maar er staan verschillende over het gehele parkeerterrein verspreid. Het slot hebben we nog niet gezien. Wellicht dat het morgen zover komt.
Rij mee naar Bad Berleburg:
Zondag 23 oktober
De goudgele bomen regenen zacht hun eerste bladeren uit door de lichte herfstwind. Op de achtergrond staat een acer met een helder rode bladerdek in de lage najaarszon.
Wij lopen over het nooit rechte pad van de tuinen van Schloss Schranke in Berleburg. Het slot zelf is een imposant gebouw wat al sinds 1700 hier stevig op z’n fundament van oerrots staat.
Grote vijvers met eenden, zwarte zwanen en een exotische ganzensoort blinken in het zonlicht. Het levert prachtige beelden op. We kijken over de vijver langs de gele en oranje kleuren met hier en daar nog echt bladergroen naar het hoog gelegen barokke paleis. Eenden snateren de stilte weg. Meerdere wandelaars zijn getuige van deze wondermooie compositie op deze zondagmorgen.
De reis gaat verder naar Frankenberg. Een ruime CP biedt voldoende plaats. Te voet gaan we de stad verkennen. Het is een hele klim naar de hoger gelegen Altstadt. Een oud gerechtsgebouw steelt de show met afwijkende kleuren en stijlvolle verfraaiing. Het is de verbinding tussen de obermarkt met de lager gelegen untermarkt. Veel mooie gebouwen met het typische Duitse vakwerk omkaderen deze marktstraten. Voor de grote kerk ligt een klein park. Dit is het hoogste punt in Frankenberg en biedt ons een goed uitzicht over de wijde omgeving.
Tegenover de camperplaats staat een grote hal waarin een steakhouse is gevestigd. Het besluit is gauw genomen dat we vanavond hier uit eten gaan. De binnenzijde van het eethuis is verrassend anders dan de steriele rechte wanden van de hal doen vermoeden. Geboogde poortjes, ruw metselwerk en een kleine binnenvijver met een levend schildpad geven een prettige ambiance.
We laten ons allemaal een groot bord met gegrild vlees voorzetten, aangevuld met een glas wijn.
Maandag 24 oktober
Heerlijk slingerend, de lijnen van de vallei volgend, loopt de weg van Frankenberg naar Korbach. Het riviertje de Eder gaat langs dezelfde route. Weg en water kruisen nooit en lopen keurig parallel. De Duitse spoorwegen hebben er kans toe gezien er nog een spoorlijn aan toe te voegen.
Soms is de vallei breed genoeg om agrariërs in de gelegenheid te stellen voldoende land te kunnen bewerken voor een goede boterham. Op andere plekken is er slechts een smal pad, net genoeg ruimte voor de beschreven infrastructuur. Borden waarschuwen voor vallend gesteente.
We genieten volop van het parcours, hoewel het licht miezert. De herfst zorgt ook hier voor een breed kleurenpallet. Goudgele bomen eisen hun aandacht op, naast de groene dennen. Maar ook het lichtbruin, oranje en soms knalrood is ruimschoots vertegenwoordigd. Het is slechts een half uur rijden maar iedere meter is een belevenis. Het sterk heuvelende landschap smeert de kleurenpracht geweldig mooi uit en zover je kan kijken zie je pasteltinten de natuur domineren.
We komen aan in Korbach. Het miezeren is over gegaan in constant druppelen en buiten is het slecht toeven. De uitgezochte CP is prachtig aangelegd. Vijf ruime vakken, gescheiden door een haagje van een halve meter hoog. Een informatiebord laat alle hoogtepunten van Korbach zien maar maakt het de lezer niet gemakkelijk.
Ik wil de bergruïne lokaliseren maar het gegeven icoon is niet op de drukke kaart terug te vinden. Daar moet ook een oude goudmijn liggen en deze heeft onze belangstelling. De regen wordt nog intensiever en doet alle plannen in de prullenbak belanden. Het wordt binnen zitten met boek of puzzel. Gelukkig trekken we samen op met Jan en Rita zodat we een gezamenlijk borreluurtje hebben.
Dinsdag 25 oktober
Het regenen is uiteindelijk gestopt. Dit geeft ons dit de gelegenheid om de Altstadt van Korbach te gaan bekijken.
In het centrum staan veel oude panden van zo rond 1700 maar het oudste gebouw dateert van 1300. Een vroegere stadsmuur geeft de grens aan van de historische kern. Een uitkijktoren met authentieke trapopgang toont trots het roemruchte verleden.
In het stadshart staan opvallend veel grote waterbakken met pomp. Het stratenplan biedt ruimte aan meerdere driehoekige pleintjes. Op een daarvan staat nog de gruwel van iedere gauwdief. De schandpaal heeft een platform op een verhoging waarop de boef werd geketend. Zo stond hij daar ruime tijd ter lering en vermaak.
Bij het bouwen van een kerk is het op het laatst toch nog mis gegaan; de spits van de kerktoren staat opvallend scheef. De typisch Duitse vakwerkhuizen domineren het beeld. Bij velen is door de tijdsvoortgang het een en ander scheef gezakt. We zien een doorgebogen draagbalk, uitgezakte muren en puien die voorover hellen. Dit is tegelijk de charme van dit oude centrum.
Vol goede moed vertrekken we daarna naar Goldhausen. In dit naastgelegen dorpje is de grootste goudmijn van de Duitse historie gelegen. Bovenop de Eisenberg, bij de burchtruïne, kunnen we getuige zijn van de eerdere goldrush. Bij aankomst wordt de doorgang verspert door een rood-wit lint. Hanna leest de informatieborden en weet dan dat we te laat zijn. Vanaf begin oktober is de mijn gesloten. Pas in mei volgend jaar hebben we een nieuwe kans.
Met de campers rijden we dan maar door naar de Diemelsee. Het is weer zo’n rit waarop je op het puntje van je stoel zit. Door de bossen, langs valleien, scherpe haarspeldbochten en steeds maar die prachtige herfstkleuren. Ook de Diemelsee doet hieraan volop mee. Gelegen tussen de goudgele heuvels treffen we dit water in al haar schoonheid aan.
Bij de CP zijn een aantal horecapanden tegen de oever van het meer geplakt. Een rondvaartboot ligt op het droge. Het grote parkeerterrein is nagenoeg leeg en slechts een horecabaas heeft de moed om open te zijn. Het seizoen is duidelijk over. Wij zijn zeer tevreden met het fantastische uitzicht over het water en het bos wat duidelijk op het punt staat zijn verkleurde bladerdek te verliezen.
Rij mee naar de Diemelsee:
Woensdag 26 oktober
Ik kijk bij de 50 meter hoge muur omhoog. Hanna staat verderop met haar blik op het neer ruisende water. Jan is druk in de weer om foto’s te schieten. Rita ziet de eenden plaats maken voor twee grote zwanen.
In de muur zitten vier grote gaten. Hij is gebouwd van grote brokken natuursteen en onderaan is hij vele meters dik. Vlak tegen de bovenrand zitten vijf gleuven, ieder met een ronde bovenkant. Wat een kolossaal bouwwerk.
Aan de andere kant van de muur ligt de Diemelsee. Het water komt zeker tot halverwege de stenen wand. Tussen het dorpje aan onze voeten en de veel hoger liggende waterplas staat slechts de dikke muur. Vandaag zal het waarschijnlijk ook wel weer goed gaan en blijft het dorpje gespaard.
Deze situatie bestaat al 100 jaar. Het Pruisische gezag heeft begin 1900 opdracht gegeven voor de bouw van deze waterkrachtcentrale. Het grote spaarbekken wordt doorlopend aangevuld door de rivieren de Diemel en de Itter. Via een schacht in de muur worden door de waterstroom de generatoren aangedreven.
Deze honderdjaar oude techniek is slimmer bedacht dan de bouw van de moderne windmolens verderop de heuvel. Bij gebrek aan wind staan die al dagen stil, terwijl de waterkrachtcentrale met de zekerheid van een Zwitsers uurwerk continue stroom staat te leveren.
We wandelen verder. Zo passeren we het lieflijke dorpje Helminghausen. Met de komst van het grote stuwmeer is het leven hier 180 graden gedraaid. Een grote camping en veel horecazaken danken hun bestaan aan het toerisme wat door het grote meer wordt aangetrokken. Een mooi kerkje staat aan de waterkant en toont zijn silhouet tussen de eenden. Een gedenkplaat vertelt het verhaal van de molenaar. Hij heeft zijn molen verkocht aan de maatschappij die de waterkering ging bouwen. Het daardoor vervallen geraakte bouwwerk is in 1973 gesloopt.
De reis gaat verder naar Ramsbeck. Onderweg komen we weer langs prachtige, kronkelende wegen door bebost gebied. We zien een grote diversiteit aan bomen, die het juk van de herfst zonder morren ondergaan. Hun ooit zo glanzend groene tooi is nu danig verkleurd en veel blad is al ten prooi gevallen aan de aarde. We komen op de CP terecht die ligt op een industrieterrein en geen enkele voorziening kent. Wel kunnen we morgen zo de ertsmijn binnen lopen.
Donderdag 27 oktober
Met een klap valt de wagondeur in het slot. Van binnenuit is deze niet te openen. We kunnen geen kant meer op. Hanna zit naast mij. Het is zeer krap, we zitten dicht op elkaar.
Dan begint de trein te rijden. Nog even zien we de buitenlucht, dan dendert de locomotief een duistere tunnel in. In de coupe is nauwelijks licht. Slechts een zwak lampje aan het plafond geeft vaag de contouren van de medepassagiers prijs.
Naarmate de snelheid toeneemt, neemt ook de herrie toe. Iets zeggen heeft weinig zin omdat het onverstaanbaar is. Ik staar naar buiten en zie alleen maar een zwart gat, zo nu en dan afgewisseld met een flauw schijnsel. Na zo’n tien minuten mindert de trein vaart. Langzaam rolt hij een schimmig verlichte hal binnen. Met piepende remmen komen we stil te staan. Er klinken in de verte stemmen. Dan gaat met veel kabaal de deur van onze wagon open. We mogen uitstappen.
Met de overige passagiers staan wij, gekleed in een blauwe kiel met op het hoofd een witte helm, in een ruimte van een vroegere ertsmijn. De rondleiding kan beginnen. Een enthousiaste, alleen maar Duits sprekende, gids begint te vertellen over de vele gangen, schachten en verdiepingen in de mijn van Ramsbeck. Hij verwoordt hoe vroegere kompels het erts loswerkten, in lorries laadden en naar de uitgang transporteerden. Alles is nog in tact. Er is zelfs hoop op betere tijden omdat er nog vele miljoenen tonnen erts in de grond zitten. Het enige rendement van de mijn nu is het toerisme.
In het bijhorende museum krijgen we even later een goed beeld van de 150 jaar oude geschiedenis. Prachtige stukken kristal zijn tussen de puinstukken gevonden en tentoongesteld. Met het erts van de mijn kon zink, lood en een heel klein beetje zilver worden geproduceerd. Het was zeker de moeite en de € 8,50 per persoon waard.
De volgende halteplaats op onze route is Warstein. We komen terecht op het Warsteiner Camperpark Enkerbruch. Het is een sfeervol ingericht park met een houten chalet als centraal punt. Alle voorzieningen zijn voor handen en ik sluit onze camper aan op de walstroom omdat we wel wat energie kunnen gebruiken.
Vrijdag 28 oktober
Afwachtend lopen we de grote zaal binnen. Het grote aantal aanwezigen verrast ons. Een vriendelijke barman wijst op de receptie aan de overzijde. Voor 10 euro per persoon schrijven we ons in voor de rondleiding van 14.00 uur.
Nieuwsgierig lopen we de ruimte rond. Achterin staat een complete maar gedateerde formule 1 racewagen te pronken. Patrese en Maas waren destijds de gecontracteerde coureurs. Onze huidige gastheer was toen de hoofdsponsor.
De wanden tonen teksten en beelden van het enige product wat ze in de naast gelegen fabriek maken. Zo raken we alvast geïnformeerd. Van een vriendelijke medewerker krijgen we een oortelefoon overhandigd. Deze zal straks de te tonen film van Nederlands commentaar voorzien. Dan slaat de klok tweemaal en kan de beleving beginnen.
Als eerste komen we in de sta-bioscoop om de voor-film te zien. Staande zien we dat een meisje veel verstand van bier maken heeft maar dat dit nog niet goed doorzien wordt door twee jonge mannen.
Na deze opmaat worden we doorgesluisd naar de hoofdact. We nemen plaats en alles komt tot leven om ons heen. Zelfs de zaal beweegt; op en neer en roterend. We zien in een bijzonder knap gemaakte voorstelling hoe het Warsteiner bier wordt gemaakt, met regelmatige sprongen tussen heden en verleden. Steeds worden productie-voorwerpen uitgelicht terwijl op een beeld het verhaal verder gaat.
Nadat we helemaal rond zijn gegaan, mogen we overstappen in een bus-trein. Er is voor de Nederlanders onder de bezoekers een speciale coupe. Hier komt onze eigen taal uit de luidsprekers, in de overige alleen maar Duits. Onze trein op rubber banden taxiet het gezelschap over het grote fabrieksterrein. Eerst zien we de buitenzijde met onvoorstelbaar veel kratten en vaten.
Dan rijdt het gevaarte de logistieke hal binnen en zien we de aflevercapaciteit. Wij treffen het niet want het personeel van de gehele productie-afdeling heeft een vrije dag omdat de boel wordt schoongemaakt. We zien stilstaande banden en moeten de voorbijflitsende bierflesjes die in zeer korte tijd worden gevuld en opgekrat er zelf bij denken. Uiteindelijk komen we weer terug in de ontvangstzaal en mogen we twee uur lang de bieren proeven waarvan we de aanmaak zopas gezien hadden kunnen hebben. Voor Jan en mij geen zware opdracht en zelfs Rita en Hanna slaan een Warsteiner achterover in de opgegeven tijd.
We gaan weer zoals we zijn gekomen. Op de fiets over deels onverharde paden terug naar de campers. Gelet op de drankzucht blijven we nog een nachtje staan.
Zaterdag 29 oktober
Het landschap is weer vlakker. De bergachtige heuvels van het Sauerland verdwijnen langzaam uit de spiegel. Vandaag rijden we een flink stuk noordwaarts om toch weer in de bergen te eindigen. In Tecklenburg rijden we door naar de laatste parkeerplaats waar ook campers mogen staan.
Naar het bergstadje is het ruim een kilometer lopen. Een buurman vertelt dat het vanavond Haloween-feest is in het plaatsje. Er komt een optocht met fakkels door de straten en langs de mistige ruïne van het voormalige kasteel.
We lopen ’s middag langs deze ruïne de stad in. De entree is door een prachtige poort. We komen uit op een gezellig pleintje waar de bekende vakwerkhuizen tegenaan zijn gebouwd. Er gaat duidelijk iets gebeuren. Op het plein staan eet- en drinktentjes en er is een podium gebouwd. Het is al gezellig druk.
Eerst gaan we aan de koffie met heisse apfel-strudel. Deze Duitse lekkernij hadden we ons zelf beloofd. We dwalen daarna door de stegen, beklimmen trappen en passeren meerdere poorten. Veel winkels bieden prullaria aan met een hoog kitsch gehalte maar de toerist vindt het leuk.
Dan breekt de avond aan. Na een warme maaltijd in de camper wagen wij ons in het griezelige tumult. Door de poort zien we de naar beneden lopende hoofdstraat vol met honderden fakkels en nog veel meer mensen. Een indrukwekkend gezicht.
Na enige tijd begint de massa te lopen en gaat het de nodige horror tegemoet. Rookmachines blazen een te passeren steeg vol met rook. Magere Hein, compleet met zeis, staat met doodsverachting z’n publiek aan te gapen. Een doodskist gaat open en twee griezels bemoeien zich met de lopers. Een kettingzaag wordt gestart en er klinkt af en toe een vreselijk gegil. Voor volwassenen is het heel vermakelijk maar de ook massaal aanwezige kinderschare knijpt zo nu en dan wat harder in de hand van pa en ma.
Langs de route is de brandweer opvallend aanwezig maar ook deze ronde verloopt zonder grote brandschade zodat de burgemeester weer opgelucht adem kan halen. Na de optocht gaat het feest nog even door. Tussen allerlei griezels zoals Dracula en Frankenstein, drinken wij een glas warme glühwein. De muziek op het plein bestookt hoog ritmisch en met voldoende volume de vele avondgasten.
Na enige tijd houden wij het voor gezien en laten we de feestvierende stad voor wat het is.
Zondag 30 oktober
We verlaten Tecklenburg. We zitten meteen in een flinke afdaling. Het zal de laatste van deze reis blijken te zijn. Via goed maar hier en daar ook matig geplaveide binnenwegen laten we Mio de weg naar huis zoeken. Ik volg de instructies braaf op.
We passeren een groot veld met tientallen windmolens. Vandaag is het weer eens bewolkt en vrijwel windstil weer. Als grote mercedes-sterren zonder buitenring staan de wieken roerloos op de metershoge palen. Sommige draaien zelfs lichtjes achterwaarts.
We beseffen dat de Duitsers de afgelopen 14 dagen volledig in het duister hadden gezeten als de droom van Greenpeace al uit was gekomen.
Bij Ter Apel rijden we de vaderlandse bodem weer op. We zijn nog niet klaar vandaag. Bij familie wordt vanmiddag een feest gegeven en wij horen bij de club die een uitnodiging hebben ontvangen. Het is een mooie afsluiter van een goed verlopen reis.
Veel leuke, interessante en onbekende bezienswaardigheden van onze oosterburen hebben we bezocht. In het Sauerland kun je gerust 14 dagen omzwerven. De afstanden zijn niet groot en er is veel te zien. Het landschap is bijzonder fraai met veel bergheuvels en bos. De dorpen en steden liggen er vaak prachtig bij. De meeste zijn gevuld met witte huizen die heel bijzonder afsteken tegen de groene heuvels.