ardennen-rit 2016

In het Pinksterweekeinde van 2016 hebben we een korte trip door de Ardennen gemaakt.

Routeboek camperreis Ardennen
PDF – 1,2 MB 685 downloads

Vrijdag 13 mei

We zijn bij onze voorouders op bezoek. Helaas treffen we ze niet thuis. De deur staat gelukkig open en voorzichtig schuifelen we naar binnen.

Ver weg kunnen ze niet zijn. De tas van mijn betovergrootmoeder hangt aan de  stoelleuning. De potten staan op het vuur en de rommel is niet opgeruimd.

Als we in de werkplaats komen, zien we dat er druk geklust wordt.

De schoenmakersleest staat op tafel omhult met een voorname schoen. Waarschijnlijk een van de jonker. Bij mijn zeer-oud-oom loopt het vee buiten, de stal is net gestrooid want de geur van vers stro hangt in het hok.


De tranen springen ons in de ogen als we het pandje van onze zeer-verre-nicht betreden. De muren bestaan simpelweg uit blokken turf en het dak is geboetseerd uit heideplaggen. Het interieur is armetierig en door de kleine ramen komt amper licht naar binnen. Het schaap heeft een plaats in het achterhuis wat gewoon in open verbinding staat met het voorhuis.


In het veenmuseum van Bargercompascuum lijkt alles echt. Kerken, scholen, winkeltjes en een curieus café; het is er allemaal. We pakken de trein naar station ‘Buitenhuizen’ om daarna direct per turfschip weer terug te varen naar het beginpunt. Niet effectief maar wel leuk.

Bijzonder is de treinreis naar het hoogveen. Een uiterst fraai natuurgebied met vennen en berkenbossen railt voorbij. Bij de tussenstop volgt uitleg en een demonstratie over turfwinning. Een glimmende stoommachine bevestigt roerloos het verhaal.

 

We beseffen op deze zonnige vrijdag weer de grote inspanning van onze voorouders om dit land welvarend te maken.

Zaterdag 14 mei
De koers is richting België. Onderweg parkeren we op de Veluwe, bij het buitencentrum ‘Veluwe’ te Nunspeet. Voor de toerist in Nederland zijn het zware tijden. De temperatuur komt met veel moeite net boven de 10 graden. Daarnaast is het alleen droog als het niet regent.

We trekken de fietsen uit de garage op zo’n moment en willen de streek nader verkennen. We zijn net begonnen met de tocht of de volgende bui laat zijn lading los.

Hanna vindt het meteen niet leuk meer en ze heeft eigenlijk wel gelijk.

Buienalarm ziet nog meer narigheid. Ik red de missie door voor te stellen dekking te zoeken bij een kop koffie. Hier had Pluvius niet op gerekend want op het moment dat de volgende aanval komt, zitten we heerlijk warm achter glas de neerstromende waterdruppels te bewonderen.

De thee heeft Hanna weer plooibaar gemaakt.

De weerapp voorspelt geen activiteit meer van de regengod, tenminste voorlopig. Dan ontmoeten we de Veluwe. Prachtig zoals de bossen zich laten scheiden door ruime heidevelden. Heuvels wisselen af met dalen. Verharde fietspaden slingeren door de verder uit louter natuurgrond bestaande omgeving. Ruiters genieten van  paard en ruimte, een aanspanning komt in galop voorbij. Vogels voeren prachtige fluitconcerten uit en daartussen bewegen wij ons voort, op weg naar het beginpunt.


Voordat we definitief in België verdwijnen, pikken we een extra passagier op. Lena vergezelt ons. Een watermolen aan de Beerze is ons decor bij het avondeten.

Zondag 15 mei
De camper rijdt geruisloos Tongeren binnen. De oudste stad van België wordt beweerd. De Romeinen hadden destijds deze locatie al op de korrel. Een enorm museum is bereid je er alles over te vertellen. Wij komen tot aan de infobalie. De entree van €7,00 was voor de te ontdekken omvang niet onredelijk. Maar Hanna en Lena lopen niet echt warm voor de belevenissen van Asterix en Obelix en bovendien begint de trek op te spelen.

 

De onze lieve vrouwe basiliek domineert de horizon. Een majestueus middenschip torst een niet eens zo hele hoge toren. De buitenzijde verraadt al veel van de pracht binnen maar we respecteren de vrome Tongeraren die met een Eucharistieviering bezig zijn en middels een bord aangeven hierbij liever niet gestoord te worden.

Wat overblijft is de wekelijkse antiekmarkt op zondagmorgen.

Vandaag heeft het weer veel volk aangetrokken. Door diverse straten staat de handel op en uitgestald. Antiek blijkt een rekbaar begrip. Al slenterend langs het ouds zien we de inventaris van wel tien musea liggen maar of deze daar blij van zullen worden, is maar de vraag.


We trekken dieper de Ardennen in en komen bij de plaats Barvaux. We komen strak langs de Ourthe te staan waar veel kanovaarders hun dagtocht beëindigen. Veel keus hebben ze niet want een stuw buldert het water een aantal meters naar beneden. Lopend volgen we de rivier een eind. Hoewel het koud is, staat veel natuur in de bloei. Het levert een fraaie aanblik op van witte meidoornbloesem afgezet tegen gele weilanden waarachter de hoogtes van de Ardennen het geheel prachtig omlijsten.

Maandag 16 mei
We staan in twee parkeervakken in La Roche-en-Ardenne. Naast ons richt een Amerikaanse tank zijn loop op een fraaie villa.

We schatten in dat hij dat al ruim 70 jaar doet en tot nu toe lijkt de schade mee te vallen.

 

Het kasteel, of eigenlijk wat daar van over is, lonkt naar ons. We laten ons verleiden. De burcht blijkt geheel van leisteen in elkaar gezet. Hele gewelven van deze steensoort houden al eeuwen het plafond gesloten. De commercie is wel een beetje doorgeslagen. We treffen warempel een bar aan in een van de vertrekken.

In de hoofdstraat is het gezellig druk. De Ourthe heeft het stadje in tweeën gespleten. Op de andere oever wordt een marktje gehouden in lekkernijen. Watertandend houden we de waar voor gezien.

 

Na een mooie rit door het Ardennenlandschap stoppen we bij Coo, waar de bekende waterval te vinden is. De l’ Ambleve stort zijn forse hoeveelheid water hier enkele meters naar beneden wat een spectaculair gezicht is, vooral als je de trap afloopt die er tegenaan is gebouwd.
Lena en ik willen een stevige wandeltocht maken door het ruige boslandschap. We kiezen een aangeprezen route van 6 km. Hoewel de tekens op de bomen ons het juiste pad laten lopen, staan we na nog geen 3 km weer bij het beginpunt. België blijft verrassen.


Tegen de avond komen we aan in ’s Gravenvoeren. We laten ons in een bijzondere gelegenheid, eigenlijk een bar maar toch ook een restaurant, een heerlijk maal voorzetten. Twee oude mannetjes aan de bar doen volgens hen zelf aan gewichtheffen en heffen het glas. De jukebox speelt een nummer van the Cats en afrekenen moet contant want een pinautomaat is onbekend. Prachtig dat dit soort cafés nog bestaan.

Dinsdag 17 mei
We rijden weer noordwaarts.  Al bijzonder snel zijn we de grens gepasseerd. In het plaatsje Heeze ligt een van Nederlands belangrijkste rijksmonumenten aldus de toeristische beschrijving.

Dat willen wij wel eens zien.

Via een heel smal eigen weggetje rijden we, niet geheel met Hanna’s instemming, naar het nationale bolwerk toe. Mijn interesse voor de andere iets minder belangrijke rijksmonumenten neemt aanzienlijk af bij het aanschouwen van het bouwwerk. In het dorp hadden we de verwijzing al gemist, nu beseffen we de opzet daarachter.

We kijken tegen een saaie kazernemuur aan met daarin een buiten proportionele roodwitte deur. De omgeving daarentegen is prachtig. Dat geldt ook voor de negentiende eeuwse woning die bij het rijksmonument op de kavel mocht staan.


Op weg naar huis verlies ik alle passagiers. Lena zetten we keurig bij haar woning af en omdat Hanna op haar klein grut gaat passen, stapt ze eerder uit om de klus te gaan klaren.


Weer een kennismaking met België, nu alleen de Ardennen, achter de rug. Bijzondere momenten maar de reis is goed bevallen.