Door Duitsland

(plus Oostenrijk en Liechtenstein)

In de zomer van 2022 kunnen we weer reizen. We willen naar Italië en komen zodoende tweemaal door Duitsland; de heen- en terugweg.


Donderdag 7 juli

Het is al avond als we ons erf afrijden en op weg gaan naar Sicilië. We kunnen met slechts een keer afslaan recht op de gekozen bestemming aanrijden. Het Duitse plaatsje Haren verkeert al in rust als wij arriveren. De straten zijn verlaten, de winkels gesloten. De gemeente heeft op de oever van de Ems (Eems) een ruime en vlakke gratis camperplaats aangelegd. Hulde!

Op dit terrein staat het behoorlijk vol maar waarschijnlijk wisten ze hier dat we onderweg waren want er is nog een plaatsje vrij. Dankbaar parkeren we in.

 

We drinken het eerste kopje koffie van de reis met zicht op het voorzichtig voorbijglijdende water van de Eems. Overigens is koffie onze klok als we op reis zijn. Hanna koopt een voorraad van haar vertrouwde merk in zodat ze zeker is van altijd een smakelijk kopje. Als de bulk koffie op is, behoren wij weer thuis te zijn. Op het eind van de vakantiereis bepaalt het laatste pak koffie hoeveel uitstapjes we nog kunnen maken.


Vrijdag 8 juli

Het Ems-moor glijdt gestaag aan ons voorbij. Hanna’s blik dwaalt over de uitgestrekte natuur. Ongelofelijk, hoe mooi de schrale planten er hier bij staan, zegt ze tegen mij. Ook ik kijk nu geïnteresseerd over de prachtige heidevelden. Het is een wonder, stamel ik. Prachtige velden vol met planten waarover in ons eigen landje nogal wat te doen is. Ik heb het, roep ik naar Hanna. De camper maakt een gevaarlijke slinger door mijn enthousiasme. Ik beantwoord Hanna’s vragende blik. Deze schrale plantjes hier doorstaan een waar stikstof bombardement van al het zware wegverkeer op de A31, toch staan ze er fantastisch mooi bij. De soort hier is vele malen sterker dan die slappe hap in onze natuurgebieden. Die gaan we vervangen / vermengen met dit sterke Duitse ras. Dan is alles opgelost!

De politie hoeft niet meer te proberen boeren dood te schieten, de boeren kunnen blijven zitten waar ze zitten, Rutte zijn nepprobleem is opgelost en hij kan eindelijk worden opgenomen. Iedereen blij!

Ik voel de Nobelprijs aankomen.

 

Mio geeft een waarschuwing maar ik neem het te laat waar. Ik droom van een glorieus moment en neem de Nobelprijs gretig aan. Dan vallen plotseling allemaal knipperende achterlichten mijn fantasiewereld binnen. Automatisch rem ik stevig bij en stilaan komen we langzaam tot stilstand. Stau.

De radio had er al over gesproken en nu valt mij pas het alarmteken op het Mio-scherm op. De bijbehorende tekst luidt: 16 kilometer stilstaand verkeer tussen Dortmund en Kassel. Stil staan doen we zeker. Ik vond het al vreemd dat Mio plots een langere route en later tijdstip doorgaf dan Pio. Maar het kwartje wilde niet vallen. Voor de aangeboden alternatieve route is het nu te laat. Een flesje koud water en een koekje zijn mijn troost. Hanna is altijd heel tactisch op zo’n moment.

Na enig wachten komt er toch beweging in de auto-vloot. We gaan over naar het stop-and-go model. Zo komen we hotsenbotsend steeds dichter bij de eindbestemming.

We wandelen het natuurgebied in wat direct achter het sportcomplex van Habichtswald ligt. Een buizerd zweeft hoopvol rond. Mooie bloemen versieren de kant van het wandelpad. Een mini-stroompje ruist dapper naar beneden. Zelfs in de natuur bestaat niet het eeuwige leven. Gevallen bomen liggen languit in het groene struweel en zijn de prooi van ontmanteling. Wat ooit eens een geweldige woudreus moet zijn geweest ligt al in verre gaande staat van ontbinding. Toch geeft het een mooi plaatje. De natuur is altijd zo eerlijk, zo wonderbaar, zo compleet. Op de terugweg loopt het pad naar beneden. We hebben nu voordeel van de zwaartekracht.

 

Morgen gaat de etappe verder naar het zuiden. Sicilië is ietsje dichterbij gekomen.


Zaterdag 9 juli

We parkeren de camper op een wanderparkplatz. We hebben voldoende tijd en na uren stilzitten hebben we wel trek in een wandeling. De omgeving is op zich niet bijzonder maar er staan meerdere auto’s. Waarschijnlijk niet veel te doen op zaterdagmiddag en daarom maar even een stukje lopen, zo schatten we de bestuurders in. Terwijl we nog lurken aan een kopje thee verschijnt er een man met overvest die ons een wandelfolder van de gemeente overhandigt. De uitgezette tochten zijn niet al te lang maar je kunt ze ook combineren als je teveel energie hebt.

Wij kiezen voor de 6 kilometer met aanlooproute.

Gehuld in korte broek en wandelschoenen met daartussen spierwitte kuiten gaan we op stap. We komen langs een vredig koeienweitje. Op de glooiende helling staan diverse bomen los verspreid. Ons wandelpad loopt behoorlijk naar beneden zodat de koeien steeds hoger komen te staan. Aan het eind van de helling valt ons een rotspunt op.

Ineens staan we in een andere wereld. Aan beide zijden verschijnt een rotswand en naast het pad vloeit een riviertje. De rotsen zijn grillig en hebben merkwaardige vormen. Het wandelpad is druk. Ouders staan verstijfd te kijken naar de capriolen van hun kroost die balancerend uitproberen hoever ze een uitstekende rotspunt op kunnen klimmen.

Bij een steile wand is een groep bergbeklimmers bezig de vaardigheden van hun hobby aan te sterken. Het is geen Mount Everest maar als oefening uiterst nuttig. Op het water wordt een kano uitgeprobeerd. Twee suppers maken dat extra lastig.

Ons ontdekte Eldorado voert de naam van Eselsburger Tal en is duidelijk een trekpleister voor de regio. Na een tocht van zo’n zeven kilometer komen we weer terug op de parkeerplaats wat ook onze nachtplaats gaat worden. Tot laat melden zich wandelaars zodat we genoeg afleiding hebben.

Vandaag gaat het weer pal richting het zuiden. We volgen de Duitse A7. Deze gaat totaan de Oostenrijkse grens zodat we immer gradeaus kunnen. De weg kronkelt door een mooi natuurgebied. Zo nu en dan wordt er aan de weg geklust, duidelijk aangegeven door vele borden. Maar het is niet druk. Daardoor passeren we de hindernissen vlotjes. Het verbaast ons eigenlijk want het is een zaterdag in juli en een snelweg naar het zuiden. Deze dragen vaak de naam van ‘zwarte zaterdag’ in verband met de vakantiedrukte. Zo nu en dan lijkt het zelfs of we de weg voor ons alleen hebben.

 

Morgen gaan we de Alpen oversteken.


Zondag 10 juli

De Rosengartenschlucht heeft niets met een rozentuin te maken. Maar wel alles met een schlucht (=kloof). We zijn er klaar voor. Stevige wandelschoenen en de rugtas gevuld met twee waterflessen. Een nauwe maar diepe kloof ligt voor ons. Het bergwater komt ons luid-ruisend tegemoet. Het is dit water wat er duizenden jaren over gedaan heeft om het zachte kalkzandsteen weg te spoelen en de huidige generaties een prachtige, ruwe kloof aan te bieden. De tocht duurt anderhalf uur maar het is onduidelijk of dit een enkeltje betreft of dat we na deze tijdsduur weer bij de Johanneskerk staan waar de uitdaging begint.

 

Het is klimmen en klauteren. Een pad uitgehouwen uit de rotswand, soms een stukje natuurpad maar ook vaak langs geplaatste balustrades tegen de bergwand. Onder ons door buldert het water voorbij. Vele watervallen, stroomversnellingen en scherpe bochten zorgen voor een onstuimig theater. Meermalen steken we de kloof over via een bruggetje. Hier en daar gaat het steil omhoog. Na een lange inspanning ploffen we op een van de vele bankjes neer en lessen de dorst.

Een klein stukje verder komen we aan in de blauwe grot. Hier eindigt de kloof. De terugweg gaat met het water mee. Voornamelijk is het dalen. Dat gaat ons een stuk gemakkelijker af. Op en neer heeft anderhalf uur geduurd.

De reis lijkt vlot te verlopen totdat we nog maar net in Oostenrijk tegen een file aanlopen. Pio weet raad. Gedwee volgen we de alternatieve route maar staan na luttele meters weer in een file. Door verkeersregelaars worden we weer teruggestuurd naar de hoofdfile. Zo gaan we kruipend Tirol in. Onze halteplaats is Imst. Hier hebben we een stevige wandeling gepland.

Met zere kuiten vertrekken we naar de net uitgezochte nachtplaats. Geen snelwegen want we hebben geen sticker. Na een tijdje door de bergen zijn geslingerd komen we voor een ‘ umleitung’ te staan. In feite betekent het dat we dezelfde weg weer terug mogen rijden. De omleiding zou via de A12 gaan. Ondanks dat er geen vignet op ons raam kleeft, besluiten we dat dan maar te doen. Nog maar net op de autobaan of Pio roept: afslaan. Ach, ze denkt nog dat we geen snelweg mogen rijden, veronderstel ik. Ook Mio vindt het al snel genoeg en stuurt ons de eerste, de beste mogelijkheid er weer af, maar tot mijn verbazing wil ze me weer terug de snelweg opsturen naar daar waar we vandaan kwamen.

 

‘Geef mijn portie maar aan Fikkie’ flitst het door mijn hoofd. Aan dubbele navigatie heb je ook geen ene moer. Hanna’s telefoon wordt erbij gehaald. We moeten de weg terug wel hebben is de conclusie. Als we het beginpunt opnieuw hebben bereikt worden we warempel weer de snelweg opgestuurd voor het traject wat we net twee keer hebben gereden. Stoomwolken blazen uit mijn oren. Keren op de weg. Bestemming opnieuw ingevoerd. Het helpt niet, de opdracht is: snelweg.

 

Dan zien we op een bord ‘Reschenpas’ staan. Hè, daar moeten we naar toe, dan toch maar de A12 opgedraaid. Direct eerste afslag nemen klinkt het uit de speaker. Dan blijkt dat Pio het de eerste keer wel goed had. Want zonder echt op de A12 te komen pakken we meteen de juiste weg naar Pfunds.


 

 

*

Na een verblijf van zes weken in Italië, rijden we weer naar huis. Daardoor reizen we opnieuw door Duitsland.

*

 

 


Woensdag 24 augustus

Vol goede moed rijden we Chiavenna uit, richting de Splugenpass. Deze bergkam is 2100 meter hoog. We starten op 300 meter, dus gaat de neus omhoog. Om de moed er in te houden melden de Italianen bij het begin dat er 51 haarspeldbochten liggen te wachten tot aan de top. Onze Hymer snijdt de bochten keurig aan. De draaicirkel is net aan voldoende. Onderweg zijn wat extra hindernissen ingebouwd. Er doemt een tunnel op waarvan de zijwanden slechts 2.30 meter hoog zijn. In het midden zit wat meer ruimte. Terwijl een tegenligger wacht, schuif ik de camper voorzichtig door het gat. Bijna boven lassen we een pauze in. Een geweldig mooi bergpanorama ligt op ons te wachten. Op dit soort plekken smaakt de koffie toch anders.

De Zwitsers laten ons in het ongewisse over het aantal haardspelden wat zij voor ons in petto hebben. Hier is alles naar beneden. In een soort van vrije val stort onze viertonner de diepte in. Ook hier zijn de bochten gemeen scherp. Ik vertrouw blindelings op mijn wrakke remmen. Zo nu en dan knerpt het schurend ijzer pijnlijk in m’n oren. 

Als we Splugen inrijden zijn we nog heelhuids. Het blijft dalen tot Liechtenstein, echter in een gestaag verval. Als we bijna Zwitserland verlaten, hebben ze nog een verrassing voor de argeloze camperbestuurder. Een muur verspert de weg, maar een kleine poort biedt kans op ontsnapping. De opening is twee centimeter hoger en vijf centimeter breder dan de officiële maten van ons rijdend huis. Ik besluit toch maar vaart te minderen. 

 

Nauwelijks in Liechtenstein of we zijn al op de plaats van bestemming. Vannacht bivakkeren we in Balzers. De uitgezochte plek blijkt onbereikbaar maar een eerder opgemerkte P is een uitstekend alternatief. We staan tegen een steile bergwand aan in de vrije natuur.

 

Mijn wandelschoenen stappen stevig door de straten. Ze zijn op weg naar kasteel Gutenberg. Hanna heeft voor een sportieve sandaal gekozen. Aan deze kant van de Alpen is het tien graden koeler en dat vinden wij aangenaam genoeg voor een beste tippel. Het hele dorp staat vol met vrij nieuwe appartementen. En er wordt nog volop gebouwd. Alles is keurig onderhouden en brandschoon. Rommel zie we niet. Dat is wel even afkicken na Italië. Het is een kuitenbijter, maar we krijgen het toegangspad eronder. Op het voorplein genieten we van het mooie uitzicht. Het kasteel is hermetisch gesloten, zodat we alleen een indruk van de buitenkant hebben.

Als ik aanzet voor een heerlijke teug uit mijn blikje, komt de polizei om de hoek. Ik vrees een nieuwe discussie over camperen versus kamperen, maar de zeer aardige agenten houden een wervend praatje voor de schoonheid van Liechtenstein en heten ons van harte welkom. Vergelijk dat eens met de huidige gestapo in eigen land.

Morgen verlaten we dit kleine staatje weer en rijden we door naar Duitsland.


Donderdag 25 augustus

Is Meersburg het Volendam van Duitsland? Het ligt net als de palingstad aan een groot binnenmeer en het is heel erg toeristisch. Dan heb ik mijn stelling eigenlijk al voldoende bewezen. Met Hanna achterop de scooter rijd ik naar de waterboulevard van Meersburg. Net nadat ik richting binnenstad ben gereden, houdt een groot bord mij tegen; voetgangerszone. 

Maar ik ben niet voor een gat te vangen. Met een soepele draai op de best wel steile weg, koers ik oostwaarts. De ingeslagen weg meldt zelf al dat het geen toegang tot het meer heeft. Nog meer oostwaarts. Bij de rotonde neem ik de eerste afslag, die moet naar het water leiden, geografisch bekeken. Al snel merk ik dat het de oprit naar de drukke provinciale weg is. Tegen alle regels en verkeer in, draai ik ons motortje behendig. Als het oosten niet thuis geeft, dan zal het westen de oplossing zijn. We snorren door een haarspeldbocht. Bij de veerbootkade worden we uit onze droom geholpen. Geen toegang voor vreemde snuiters. Ook deze weg wordt vooral door wandelaars gebruikt.

Misnoegd rijden we terug naar de plek van onze eerste stop; de voetgangerszone. We zullen onze trouwe tweewieler hier achter moeten laten en het op eigen kracht moeten doen.

Het is druk in de straten. Prachtige gebouwen, geheel in Duitse stijl, staan te pronken voor de bezoekers. Bij een uitzichtpunt kunnen we de Bodensee goed overzien. Zeilboten, een veerpont en een aantal motorkruisers dobberen voor ons op het water. De overzijde lijkt niet ver weg. Een lange trap naar beneden brengt ons in de ‘unterstadt’. Hier is het zonodig nog drukker. 

Veel handel, voornamelijk prullaria, wordt aangeboden. Hanna haar interesse gaat uit naar de hoeden, maar deze zijn niet haar smaak, of passen niet of zijn gewoon te duur. Het levert mij een zonneklep op. Via een andere trap werken we ons weer naar boven nadat we vanaf een terrasje, compleet met drankje, het publiek aan een observatie hebben onderworpen. Een robuust kasteel torent boven de stad uit. De lange hoofdstraat opent met een indrukwekkende poort. Meersburg is best leuk om te bezoeken.

Tergend langzaam rijden we door een sliert van dorpen. Zebrapaden, verkeerslichten en rotondes dwingen mij tot veel remmen. Het piept en het kraakt. De geluiden passen in een horrorfilm. Hanna merkt op dat de remmen nog langer zwaar op de proef stellen misschien niet zo’n goed idee is. Straks passeren we de Duitse grens en kunnen we via de grote snelwegen naar huis rijden. De remmen hebben het daar vaak niet zo druk.

Het programma had nog leuke hoogtepunten in Duitsland in de aanbieding. Maar het noodlot tergen is voor velen beroerd afgelopen. We besluiten de stop in Meersburg aan de Bodensee nog te maken, om daarna in enkele dagen naar huis te rijden.


Vrijdag 26 augustus

Zo gezegd, zo gedaan. Bij Meersburg draaien we de grote weg op, die niet veel later overgaat in de autobahn. Cruise control aan en de camper rolt vanzelf naar huis. Niet dat er niets meer mis kan gaan. Mijn navigaties pikken vroegtijdig een file-melding op en adviseren een aangepaste route. In eerste instantie pakt dat goed uit. Een goed berijdbare weg die in feite nog een stuk afsnijdt bovendien. Dan moet ik de snelweg weer op, ik volg rechts afslaan iets te vroeg op en daarmee rijd ik op de snelweg de verkeerde kant uit. Pas na tien kilometer is er de gelegenheid te keren om vervolgens het eind weer terug te rijden. Een tijd later rijden we ons vast in een volgende file. Pas als we stilstaan komen mijn rij-assistenten met de melding. Pio weet een oplossing, dat dan weer wel. Stapvoets rijdend komen we bij een afslag. Op haar aanwijzing maak ik daar gebruik van. Via een aantal landweggetjes en een stukje stad word ik keurig aan het eind van de opstopping gebracht.

Als we het rijden zat zijn, zoek ik een plek voor de nacht. Het wordt Schwetzingen. De gemeente heeft hier twee royale camperplaatsen ingericht waar de toerders vrij mogen staan. Op de plattegrond zie ik een kasteel met een hele grote tuin afgebeeld maar na een lange reisdag geloven we het wel.

 

Aangezien de tank al weer wat leger begint te raken, kijk ik in de app naar de Duitse dieselprijzen. Tot mijn schrik is deze gestegen naar twee euro en zeven cent. In Italië hebben we steeds onder de 1,70 euro kunnen tanken. Het bestaat toch dat ze de diesel daar 40 cent per liter goedkoper kunnen produceren dan de Noord-Europeanen.

Ik ben bang dat dit allemaal politiek is. De top van de oliemaatschappijen en onze eigen overheden zijn bezig met een spel. De dieselauto moet verdwijnen. Iedereen moet in een zeer schadelijke en veel duurdere elektrische auto gaan rijden. Ik zou willen dat de goede fee de gehersenspoelde medeburgers met een toverstokje wakker kan schudden. Zodat we bij de volgende verkiezingen definitief afscheid gaan nemen van het kartel en hun vele leugens en dubbelspel. Voor een mooie toekomst voor mijn kinderen en kleinkinderen zou dit zo’n zegen zijn. Nu wacht chaos, armoede, criminaliteit en verpaupering. Is dit zo moeilijk te doorzien? We hebben een geweldig mooie reis gehad maar dit maakt me toch weer somber.


Zaterdag 27 augustus

Naar huis rijden lijkt zo eenvoudig. Hanna en ik zijn al weer vroeg op pad. De tank is gevuld. Nu is de diesel al kunstmatig veel te duur gemaakt, pak ik ook nog de verkeerde pomp met ‘super’diesel voor de hoofdprijs. Dat kost een luxe etentje voor tien personen, drankjes inbegrepen.

Bij Frankfurt weet Pio een korte route. ‘t Scheelt 9 kilometer, maar toch. De route is schitterend en gaat door het Sauerland. Richting Dortmund duikt een probleem op. De hele weg is afgesloten en de voorgestelde alternatieven gaan in de tientallen kilometers lopen. We bestuderen de kaart en zien dat Ludenscheid het probleem vormt. Door die stad is goed een sluipweg te vinden.

Dat gaat goed in zo verre dat we meteen Google Maps hadden moeten raadplegen en niet nadat de navi’s ons de verkeerde kant op hadden gestuurd. 

 

Ons eindbestemming hebben we op Coesfeld ingesteld. De plaats ligt aan de A31. Dan maak ik een foute inschatting en denk het beter te weten dan Pio en Mio samen. De A31 begint bij Bottrop, dus daar wil ik naar toe, hoewel ik dringende andere adviezen krijg. Na een lange rit komen we in onze geplande stad aan. Ik kijk met enige nieuwsgierigheid naar de kaart en zie dan meteen dat ik zo’n 30 kilometer teveel heb gereden. 

Coesfeld is groter dan we denken. Eerst zorgt Mio ervoor dat we na een zandpad te zijn afgereden voor een gesloten hek komen te staan. Terug naar het centrum en anders aanrijden brengt ons naar een alleraardigste camperplaats met alle voorzieningen en helemaal gratis. De omgeving is vlak en daardoor weinig aansprekend. Voor fietsers is dit natuurlijk een walhalla. De plek staat helemaal vol en de laatste campers gaan op het gewone parkeerterrein staan.


Zondag 28 augustus

Vandaag rest nog 130 kilometer naar huis. Het is behoorlijk fris en als we ons installeren voor een verkwikkelijk koffiemoment, plaats ik de stoelen in de zon. Vanaf de dag dat we Italië binnenreden heb ik altijd de schaduw geprevaleerd, dus is dit wel even wennen. Na een vroege lunch op de laatste parkeerplaats voor we thuis zijn, rijden we weer het eigen erf op.

We kijken terug op een mooie en lange rit. Sicilië bevat veel historische schatten en heeft een prachtig landschap. De reis door de laars heeft alleen maar mooi weer gebracht. We zijn in mooie, authentieke dorpen geweest waar ik nog nooit van had gehoord. De Alpen oversteken is altijd een belevenis met de meest fantastische vergezichten. Een domper op de reis is de forse schade aan de koppeling. Een dure les maar ik zal nu nooit meer langdurig achteruit een berg oprijden.