passage spanje

Om in Portugal te kunnen komen, reizen we door Spanje. Enkele leuke plaatsen onderweg brengen we een bezoek.


Donderdag 19 juli

We laten onze reiswagen de weg vervolgen. De top is nog hoger, zo blijkt, want na dalen gaat de neus weer omhoog. Gemakkelijker nu. Rechte stukken in z’n drie of vier. Precies op de grens mat Spanje is het absolute hoogtepunt. Een bordje vertelt ‘Pic de Larrau’. Daarna wordt het een makkie, lekker in z’n vier naar beneden laten rollen. De bomen komen weer terug. Zelfs een zijweg dient zich aan. We keren terug naar de Aarde.

Vrijdag 20 juli

Een stevig bombardement is losgebarsten. Angstig kijken we elkaar aan. Hoe gaat dit aflopen? Het dreunt en klapt op het dak. Een zware donderslag rolt over de velden. De herrie is zo hevig dat communiceren geen zin heeft. Met regelmaat klinkt er een extra luide klap. Het gras om ons heen kleurt langzaam wit. Hagelstenen zo groot als golfballen stuiteren in het rond. Minutenlang gaat het door. Eindelijk wordt het geklepper minder en begint regen zich te mengen met de witte reuzen. Een flits wordt opgevolgd door een enorme donderklap, die nog lang na echoot. Een paar ferme dreunen op het dak volgen.

Als ik voorzichtig de deur open, is de grond een complete ijsvloer. De temperatuur is in tien minuten van 27 naar 15 graden gedaald. Glibberend loop ik naar achteren. Het achterfront heeft de volle laag gekregen. Meerdere kleine deuken getuigen hiervan. Wat een klerezooi. Het terrein is onherkenbaar. Het witte ijs wordt deels afgedekt door een enorme laag bladeren welke door de hagel uit de bomen is geschoten.

Hanna is niet blij met mijn constatering. We vragen ons af hoe het dak er uit zal zien. Door een luik turend, zie ik alleen een fikse laag hagel, hier en daar toegedekt door bladeren. Dat blijft voorlopig een onzekerheid. Vragen worden uitgewisseld. Dekt de verzekering dergelijke schade? Het blijft door rommelen. Soms miezer dan weer volle bak. Langzaam verandert de omgeving in een modderpoel.

Er zijn meer met zorgen. Al bij aankomst hebben we reuring waargenomen. Er wordt een podium opgebouwd en de muziek draait alvast warm. Een grote tent gaat dienst doen als bar. De mega grote voorraad Amstel geeft een indruk van het aantal te verwachten gasten. Het terrein rondom is feestelijk ingericht. Parasols geven de statafels een aangename schaduw. Dan zet de wind op en begint de lucht donkerblauw te kleuren. Donderslagen kondigen een verandering aan. Paniek bij de organisatie. In allerijl wordt tenten en parasols plat gelegd. Dan volgt de aanval.

Met man en macht wordt de schade hersteld. Water wordt weggeveegd en noodgreppels gegraven. Urenlang rijden auto’s met helpende handen af en aan. Een grote vrachtwagen sleept een snackwagen naar het rampgebied. Overleg en wijzende handen. De truck keert op de weg en probeert een nieuwe positie. Hopeloze gebaren, schuddende hoofden. Uiteindelijk vertrekt de hapjeskar, de organisatie in wanorde achterlatend. Het donderen gaat door, het regenen ook. Het terrein is nu volledig naar de knoppen. Na uren lang ploeteren geeft men de moed op. De hulptroepen vertrekken. Het feest gaat er vanavond niet komen.

Zaterdag 21 juli

Al Munar is dood. Schrik niet, het voorval is inmiddels 1000 jaar geleden. Er zal toen zeker een schok door de wereld zijn gegaan. Dit heerschap was een roemruchte koning van de Moren en hij hield het Iberisch schiereiland stevig onder de knoet.

Hanna en ik lopen Catalanazor binnen. Het lijkt alsof na de sterfdag niets meer is veranderd. Wat een heerlijk, authentiek, middeleeuws stadje. Eigenlijk is het een grote vesting met op de hoge rots de ruïnes van eens een onneembaar kasteel: De woonplaats van de gestorven koning.

Een kleine buste zorgt voor een blijvende herinnering. Onze aandacht is meer voor de fantastisch mooi bewaarde panden. Opgebouwd met bolstenen en de eerste verdieping krijgt z’n vorm door rechtstaande palen waartussen een soort leem is gesmeerd. De buitenzijde is duidelijk beschermd historisch aanzicht want in de woningen zien we een moderne inrichting.

We zijn aangekomen in Simancas. We slenteren op de avond door de smalle straatjes. In deze stad ben je je leven niet zeker. Tenminste als je stier bent. We spotten een echte stieren-arena. Een zandplaat waar een ronde tribune omheen is gebouwd.  We zien door de straat een hekwerk staan wat leidt naar het centrum. Het nauwe straatje heeft een glad plaveisel. Iedere zijstraat is met een hek af te sluiten. Plots beseffen we ons dat we op de renbaan staan. Even is er paniek maar aangezien de lokale bevolking rustig samen groepeert, vermoeden we dat de stieren nog op stal staan.

 

We lopen een gigantische kerk binnen. We zijn net te laat. Het kerkvolk gaat richting uitgang. De pastoor is klaar met z’n klus. Maar wat weer een kolossale ruimte. Tegen de achterwand staat een enorm altaarstuk. Het reikt tot aan het plafond. Schitterende taferelen zijn erop afgebeeld met bovenaan een levensgroot Jezus-beeld.

We komen langs het kasteel van Simancas. Het ziet er keurig onderhouden uit. Hoge witte muren zijn afgezet met kantelen met op iedere hoek een gevechtstoren. Een kunstenares zit op straat de contouren vast te leggen op papier. Ze is duidelijk getalenteerd.

Nederland heeft de Spaanse zon gestolen. De gehele dag hebben we hem niet gezien en met krap aan 25 graden is het koel voor Spaanse begrippen. Een mevrouw doet haar capuchon er maar bij op.

We rijden Portugal binnen. Hier blijven we vijf weken. De terugreis gaat uiteraard weer door Spanje.

Zaterdag 25 augustus

Palencia is een stad die u absoluut moet bezoeken, tenminste als u verschrikkelijk veel van ooievaars houdt en een tikkeltje religieus bent. Hoewel tellen nog niet mee valt, schatten we dat er zeker meer dan honderd ooievaars bezig zijn om op de kathedraal van Palencia een plekje voor de nacht te vinden. Het is een majestueus gezicht, deze fladderaars rond de vele spitsen van de zeer grote kerk bezig te zien. Degenen die al een plekje hebben veroverd, moedigen de ongelukkigen aan door luid en onophoudelijk te klepperen.

Met weemoed in het hart, verlaten we vanochtend Portugal. Vijf weken is het voor ons een uitstekend gastland geweest. Ze was gul met de vele uren zonneschijn en zeer zuinig met de regen. Ze heeft ons fantastisch mooie plekjes laten zien langs de kust maar ook in de bergen. Ze toonde kracht en heeft ons overtuigd dat het leven goed is aan de zuidwest rand van Europa. Kleine dorpjes met smalle wegen door het centrum tot mondaine steden met ruimte, kunst en cultuur hebben we kunnen zien.

We beginnen tevreden aan de thuisreis. Omdat Spanje aanmerkelijk goedkoper is met diesel, rij ik tot op de laatste druppel naar de eerste pomp die we tegenkomen. Bij het dorp Micereces de Tera vinden we een prachtige pleisterplaats bij de rivier. We brengen er enige uren door om onze inmiddels Portugese tongval om te buigen naar Spaanse klanken.

De route is aanvankelijk mooi, bijna on-spaans, met bossen en groene heuvelruggen maar na Benavente komt het lelijke landschap weer tevoorschijn met een eindeloze licht heuvelachtige kale vlakte waar het graan is geoogst maar het meeste stro nog moet worden opgehaald. Geen huis, kerk of boerderij te bekennen. De dorpen die we passeren lijken verlaten, geen mens is op straat en alle ramen zijn gesloten.

Spanjaarden leven in de stad. In Palencia is het weer een gezellige drukte. We lopen langs de rivieroever. Op het gras direct aan het water is het vol met mensen. Ze praten, spelen een spelletje of houden een picknick. De boulevard is druk met motoren, auto’s en bromfietsen. De stad zelf kan ons niet bekoren. Weinig opzienbarende gebouwen, veel jaren zestig stijl. De kathedraal moet eeuwen oud zijn. Het direct hier aangelegen plein is het stadshart maar dan zonder te kloppen.

Zondag 26 augustus

Naast lelijke heeft Spanje ook mooie landschappen. Direct na Palencia rijden we door een gevarieerde omgeving. Graanvelden, maisland en hele stukken vol met zonnebloemen. Vooral bij de groene gewassen staan de beregeningsapparaten op volle kracht te draaien op zware dieselmotoren. Wat er niet draait zijn de talloze windmolens op een hoogvlakte. Ook is er meer reliëf. In de verte verschijnen hoge bergen. De route begint te slingeren omdat de weg is aangelegd op de meest gunstige ligging.  Zo komen we ongemerkt in de buurt van Logroño, de hoofdstad van Rioja. Hier worden smaakvolle wijnen geproduceerd. Het duurt niet lang of de omgeving is gevuld met druivenstruiken. Vandaag wordt hard aan de kwaliteit van wijnjaar 2018 gewerkt. De zon staat op volle kracht te schijnen, de druiven worden zichtbaar zoeter.

Na enig heen en weer gerij vinden we toch een geschikte plek op het parkeerterrein van Parque de le Grajego. Rondom een stuwmeertje is een groot recreatieterrein aangelegd wat deze naam draagt. Met trots.

Er kan niet in het water worden gespeeld. Wij zien ondanks de aangename temperatuur geen zwemmer, surfer, kanoër of luchtbedtoerist drijven. Wel hebben hele families zich onder de bomen bij de daar vast staande picknicktafels gevestigd. Er wordt gekookt, heen en weer gelopen maar vooral geroddeld. Het is niet superdruk maar wat wil je: mooi weer is hier geen uitzondering.

Het meertje straalt een uitdaging uit. Tenminste naar Hanna en mij. Zonder het direct te beseffen worden we door de kleine waterplas ingepalmd. Even bij het water kijken wordt het begin van een wandeling die helemaal rond het meertje gaat.

Voor de dagrecreanten staat er een groot restaurant waar de eerste gasten zich al hebben gemeld. Een zwanenfamilie komt rustig naar de oever toe gezwommen en moeder zwaan begint een gymnastiekoefening met de kleintjes terwijl vader in het water de wacht houdt. In het water ziet Hanna veel grote, donkere vissen zwemmen. Een Urker zou erbij staan te watertanden. Het pad volgt niet altijd de oever. Telkens zijn we opgelucht als na een tijdje bos er weer water blinkt.

Een eekhoorn zit midden op het pad zijn bijdrage aan de wintervoorraad op te peuzelen. Als ik hem op heterdaad wil betrappen met de camera, vliegt de slimmerd gauw een boom in.

In een afgezet stuk bos worden herten gevangen gehouden. Het schijnt de beesten niet te deren. Heerlijk ontspannen liggen ze in de zon te herkauwen. Op hun kop dragen ze een groot gewei terwijl ze niet veel groter zijn dan onze ree.

Een waterkraan halverwege komt als geroepen. We frissen even lekker op en drinken naar behoefte. Omdat de tocht spontaan is begonnen, hebben we niets bij ons. Het pad baant zich een prachtige weg door de natuur. Iedere meter is genieten. Gelukkig eindigt het waar het is begonnen en kunnen wij na anderhalf uur inspannen weer van onze rust genieten.

Maandag 27 augustus

Logroño is een ruim opgezette stad. We doen er boodschappen en verbazen ons over de efficiënte verkeersafwikkeling. Met de provisiekast weer barstensvol, beginnen we aan de volgende etappe. Weer rijden we door een mooi stuk Spanje. Bij het naderen van Pamplona komen de Pyreneeën in beeld. Zo weten we weer hoe echte bergen er uitzien. Ons reisdoel voor vandaag is een prachtig plekje aan het meer van Yesa.

De gehele route rijden we over snelwegen zonder tol. Dat schiet lekker op. Spanje is een van de weinige Zuid-Europese landen die een groot stelsel van tol-vrije autowegen heeft.  Ons hoor je niet klagen. Onze snelweg eindigt in een rotonde en dat is meestal geen goed nieuws. Zo wordt het weer tweebaans maar voor het tempo maakt dat voor een camper weinig uit.

Als we de weg willen inslaan waar aan het einde ons gedroomde paradijs ligt, zien we dat deze is geblokkeerd met grote betonblokken. Plan A ligt in duigen. We parkeren ons woonmobiel op een vrije strook naast de weg. Het meer zien we liggen. Om van te watertanden, wat mooi. Tussen de bergen gelegen en met een prachtige kromme oeverlijn uitgetekend. Het water oogt turquoise van kleur, fluorescerend blauw.

Het meer is kunstmatig en dient voor energie-opwekking. Op de oever en in het water zien we de restanten van de oorspronkelijke bebouwing. Een restant brug steekt nog boven het water uit. Ondertussen worden de camperplaatsapps om advies gevraagd. P4N weet nog een paar mogelijkheden en met Plan B en Plan C ingeprogrammeerd, vertrekken we weer.

Bij het zien van de eerste contouren van Plan B keurt Hanna deze resoluut af. Zo zijn we afhankelijk van onze laatste optie. Opnieuw wordt een onverhard pad wat neerwaarts de bossen inloopt aangewezen als einddoel. Hanna protesteert niet en we dalen af. Al gauw komen we op een open ruimte tussen de bomen met aan meerder kanten mooi uitzicht op het bijzondere water. Dit moet het maar worden is ons beider conclusie.

Later loop ik langs het meer om foto’s te maken. Het is een schitterend gebied. Vooral aan het water is veel ruimte en weinig mensen. Een busje met voortent houdt er domicilie. Verderop lopen een paar badgasten. Hier en daar staat een ruïne van een verlaten huis. In verband met de aanleg van het meer heeft ook hier een volksverhuizing plaatsgevonden. Ik zie nog een deel van een verlaten dorp op de berghelling. Niet iedereen zal blij geweest zijn met de vooruitgang.

De schemer achterhaalt het daglicht. In ons bos wordt het heerlijk rustig. Vakantie zoals een vakantie behoort te zijn.